Theater met een grote, geestige, gortige T

Els Van Steenberghe
Els Van Steenberghe Els Van Steenberghe is theaterrecensent.

De mensen die je het liefste ziet, weten je het hardst te kwetsen. Op die wetenschap stoelde Tracy Letts een tragikomisch familiedrama dat Toneelhuis, KVS en NTGent met vereende krachten ensceneren. Ze droppen een verbaal vuurwerk spuwende topcast op een aardedonkere scène én scoren.

The Play = Augustus, ergens op de vlakte

Gezelschap = Toneelhuis / NTGent / KVS

In een zin = Een theatertrip waar je de woorden en de beelden zowat uit de mond van de acteurs wil kijken, tot de onthutsende apotheose toe. Dit is theater met een grote, geestige, gortige T. Even herkenbaar als absurd. Even grappig als tragisch.

Hoogtepunt = Moeder De Bal en dochter Dottermans zitten elk in een stoel tegenover elkaar. De Bal zit met de benen wijd open te schelden op het leven, Dottermans zit op haar stoel zoals een ruiter op een galopperend paard en ze tracht haar moeder de les te spellen. Zo hilarisch, zo triestig, zo uitvergroot en toch zo uit het leven gegrepen.

Score = * * * *

Quote = ‘Life is very long’ (T.S. Eliott – The Hollow Men)

Op een scène die met een dikke laag aarde is bedekt (net een immens, verlaten en verkoold landschap, even zwart en eenzaam als de ziel van elk personage), staat een koffietafel. Opgebouwd uit enkele schragen en losse planken. Moeder, haar zus en haar drie dochters rouwen om de dood van hun man, schoonbroer en vader. Moeder vindt dit het moment om haar dochters de naakte de waarheid te zeggen. Over hoe ze oud en lelijk worden, bijvoorbeeld. De tante en andere familieleden zitten erbij en kijken ernaar maar broeden intussen op hun steek onder (of boven) water.

Tracy Letts schetst met Augustus, ergens op de vlakte een even secuur als bruut portret van een familie waar men elkaar door dik en dun steunt maar elkaar tegelijkertijd zo diep en hard mogelijk kwetst en vernietigt. Letts’ stuk is zo uitgekiend gecomponeerd dat het je laat lachen met de pijn die de personages elkaar aandoen. Dat is een kolfje naar de hand van Toneelhuisbewoner Olympique Dramatique. Dit prettig gestoord deugnietencollectief (bestaande uit Stijn Van Opstal, Geert Van Rampelberg, Tom Dewispelaere en Ben Segers) stormde een dik decennium geleden het theaterland in met hun werkelijk geschifte, vaak kolderieke maar nooit kille bewerkingen van (klassieke) theaterteksten. De sloebers zijn nog altijd even geschift maar hebben er wel een pak acteer- en regie-ervaring bij.

Dat voel je aan elk detail van deze enscenering. Van Opstal en Dewispelaere zaten als tekstbewerkers en regisseurs in de cockpit, Van Rampelberg en Segers staan op de scène samen met een cast om duimen en vingers bij af te likken, waaronder Gilda De Bal (als mater familias), Frank Focketyn (als pater familias), Mieke Verdin (als de zus van De Bal) en het trio Els Dottermans, Sofie Decleir en Mieke De Groote als de drie dochters. Piloten Van Opstal en Dewispelaere weten het guitigste en krachtigste in hun acteurs naar boven te halen maar vergeten hen niet af te remmen. Daardoor transformeert elke komische repliek tot pure pijnlijke tragiek. Het gevolg is dat je als publiek niet anders kan dan (glim)lachen om de te pijnlijke en te herkenbare manier waarop deze familieleden elkaar ‘den duvel aandoen’. Je zit erbij en kijkt verrukt naar die tragische donkerte die zo grappig, zo pakkend en zo herkenbaar is.

De zachtste en de hardste kant van een familie wordt hier tot theater met een grote, geestige, gortige T samengebald en dat biedt haast drie uur kijk- en luisterplezier. De start is wat aarzelend en statisch maar eens de machinerie zich op gang trekt – en de piloten de kruissnelheid van hun regie bereiken – is dit een vlucht waar je de woorden en de beelden zowat uit de mond van de acteurs kijkt, tot de onthutsende apotheose toe.

Els Van Steenberghe

Meer info: www.toneelhuis.be

Fout opgemerkt of meer nieuws? Meld het hier

Partner Content