Els Van Steenberghe

Theater: Het verdwalen in kaart, OMSK

Els Van Steenberghe Els Van Steenberghe is theaterrecensent.

Lotte van den Berg toont dat het leven niets meer of minder is dan dwalen langs de straten, op zoek naar een hand om vast te pakken.

‘Wie wil er een stukje kriekencake? Of een kopje koffie? Of beide? Tast toe, er is genoeg voor iedereen.’ En toch bevonden we ons niet op het verjaardagsfeestje van een achtertante. We stonden op de scène van de KVS BOL. Niet te spelen maar onwennig te wezen. Voor haar Het verdwalen in kaart ( * * * ) dat in Brussel te zien was in het kader van het Kunstenfestivaldesarts – nodigt regisseur Lotte van den Berg haar publiek eerst op de scène uit. Om te keuvelen met de acteurs te midden beeldende kunstwerken van die acteurs of buren van hen. Buren uit Dordrecht.

Van Amsterdam over Antwerpen naar Dordrecht

Dordrecht is sinds januari 2009 de nieuwe thuis- en creatieplek van Lotte van den Berg. De dochter van de befaamde poppenspeler Jozef van den Berg kreeg de theatermicrobe met de paplepel naar binnen. Ze besloot dan ook een regieopleiding in Amsterdam te volgen. Sindsdien timmert ze aan een hoogst eigenzinnig parcours.

Ze werkte zich een eerste keer in de (Belgische) schijnwerpers in 2001 met een verrassende enscenering van Paulo Coelho’s roman De Alchemist (1988) bij het Antwerpse HETPALEIS. Een jaartje later toonde ze in Berchem Het mensenmuseum (2002), dat ze creëerde binnen Het Lab (een werkplaats voor jong en experimenteel jeugdtheaterwerk die in de Utrechtse Berenkuil gevestigd is).

De creaties zijn volstrekt verschillend – een traditionele zaalcreatie versus locatietheater – maar van den Bergs tactiele regiehand is in beide voelbaar. Deze regisseuse bezit de gave om een publiek te verwonderen in (en met) absolute stilte. Haar taal ontstaat vanuit (het observeren van) ontmoetingen of botsingen tussen mensen en dingen.

Vanuit die fascinatie voor het zoogdier ‘mens’ dat ze met veel tederheid en respect gadeslaat, creëert van den Berg ongewoon theater op ongewone plaatsen. De toeschouwer moet veeleer kijken en zich deel voelen van de scènes dan dat hij zich – zoals in meer reguliere voorstellingen – via woorden of geluiden (die er zelden zijn in van den Bergs theater) in de creatie inleeft.

OMSK leert kijken

Is van den Bergs theater dan niet eerder danstheater? Neen. Dansvoorstellingen laten lichamen via fysieke, choreografisch uitgekiende ‘bewegingszinnen’ spreken. Van den Berg creëert zelden bewegingszinnen. Mogelijk was Stillen (Toneelhuis, 2008) haar meest dansante voorstelling omdat daar wel een sterkere stilering en uitpuring van de bewegingen waarneembaar was.

In Het verdwalen in kaart brengt van den Berg eerder de lijnen waarlangs bewogen wordt dan wel de bewegingen zélf in kaart. Nadat ze van 2005 tot 2009 verbonden was aan Toneelhuis, besloot ze eind 2008 om een eigen gezelschap op te richten in het stadje Dordrecht. Haar eerste voorstelling, Het verdwalen in kaart, symboliseert haar thuiskomen in Dordrecht, als (tijdelijke?) halte op haar dooltocht langs Vlaamse en Nederlandse theaters.

Het verdwalen in kaart gaat over het dolen en dwalen als conditio sine qua non van elk levend wezen. Tijdens het eerste luik van deze voorstelling loopt het publiek tussen beeldende kunstwerken die de stad reflecteren in al zijn grootsheid én alle ogenschijnlijke onbenulligheden uit het stedelijke straatbeeld tonen. Er zijn geborduurde portretten te zien, kristallandschappen van een mens die op zoek is naar een thuis, foto’s en tekeningen van bankjes waar mensen eventjes rust zoeken, …

Dit alles ontdekken de toeschouwers te midden de acteurs – allen vrolijk uitgedost in een carnavalesk tenue – die de toeschouwers observeren of informeren over de kunstwerken.

Tot het brandscherm opgehaald wordt. De toeschouwers worden stil maar trefzeker naar hun zitjes verwezen. Dan pas begint de eigenlijke voorstelling. Net zoals En Passant (het volksfeest waarmee van den Berg het Kunstenfestivaldesarts 2010 mocht openen) wordt de voorstelling van bovenaf gefilmd. De camerabeelden spelen een cruciale rol in (de beleving van) de voorstelling.

Heerlijk onbelangrijk

“Ik voel vreugde bij de gedachte dat mijn dood onbelangrijk is”, dit is de enige zin die voorkomt in de voorstelling, naar een dichtregel van Fernando Pessoa. De zin, die slechts leesbaar is dankzij de camera boven de speelvloer, benoemt meteen de essentie van de voorstelling. In de creatie geeft van den Berg aan dat elke mens maar wat door de wereld doolt. Elke mens is verantwoordelijk voor de schoonheid in zijn leven. Vanuit die intentie laat van den Berg haar spelers op de scène staan, zitten, vallen, liggen, lopen, feesten, rouwen en bidden. Dit levert soms intrigerend en soms iets te fragiel theater op. Net omdat van den Bergs taal op stilte en de schoonheid van eenvoudige beelden gebouwd is. Soms is de stilte iets te broos en lijken de beelden iets te vrijblijvend. Ook al zijn ze dat nooit.

Binnenkort trekt ze naar Kinshasa. Omdat de stad en zijn bevolking haar fascineert en reizen almaar belangrijker wordt in haar leven. Ze wil niet alleen mensen uit haar eigen omgeving observeren. Ze wil ook mensen uit andere culturen trachten te portretteren en hen met haar theater een verhelderende, troostende spiegel voorhouden. In mei 2011 is het resultaat, De Tweede Wereld, te bekijken tijdens het Kunstenfestivaldesarts 2011.

Els Van Steenberghe

Het verdwalen in kaart, OMSK. Gezien op 23 mei 2010. Meer info: www.omsk.nl

Fout opgemerkt of meer nieuws? Meld het hier

Partner Content