Guido Lauwaert
Theater: Grüssen aus Berlin – Teil 1
Guido Lauwaert is uw reporter ter plaatse op het FlachlandFest en duikt onder in een bruisende mix van kunstdisciplines.
Twee dagen nadat 49 jaar geleden de eerste dode viel bij de Muur arriveer ik in Berlijn. De 24-jarige kleermaker Günter Liftin werd door een grensbewaker bij een vluchtpoging van Oost- naar West-Berlijn neergeschoten. Het is mijn eerste verblijf in de Duitse hoofdstad. Van bij het optrekken van de Muur is het mijn droom Checkpoint Charlie te zien en mij Alec Leamas te voelen, de spion aan de muur van John Le Carrés boek dat hem op slag wereldberoemdheid bezorgde. Het eerste wat ik dus heb gedaan bij aankomst is de beroemde oversteekplaats op te zoeken. Lap. Alles neptop. Toeristentruc. En het is verdomd nog lekker weer ook. Niet het miezerige uit het eerste hoofdstuk van het beroemde boek en al evenmin het harde licht van een booglamp. Na 10 minuten vlucht ik weer naar mijn hotel en duik de lounge in om de documentatie van achter naar voor te lezen over Flachlandfest 2010. In het vliegtuig heb ik omgekeerde gedaan. Het voornaamste pik ik er voor u uit.
Persmededeling
Na de eerste editie in 2008 is Flachland van 27 t/m 29 augustus terug in Berlin met Flachlandfest 2010. De tweede editie van het Nederlands/Vlaamse cultuurfestival speelt zich af op het terrein van Arena (Berlin-Treptow). Flachland presenteert een opvallende combinatie van theater, muziek, film, beeldende kunst en literatuur. Tijdens deze drie dagen toont Flachland een zeer divers en inspirerend programma met dj’s, bands, schrijvers, choreografen, beeldend kunstenaars, korte films, cross-overs tussen de verschillende disciplines en zelfs “foodtheatre” uit de lage landen.
Organisator Flachlandfest: „We streven ernaar een onpretentieus festival te scheppen, maar met een mooie en bijzondere combinatie van bands, beeldende kunst, literatuur, dansperformances, DJ’s en korte films. Het Flachlandfest moet naast een mooie happening voor het Berlijnse publiek, een platform zijn voor Nederlandse en Vlaamse Artiesten in Berlijn en een wisselwerking met Duitse Artiesten bevorderen.”
Lageland is hoogland
Het doel van de organisatie is om het Berlijnse publiek kennis te laten maken met hedendaagse kunst en cultuur uit de „Flachen Landen“. Dit jaar presenteert het festival een muzikale variatie van Low-fi-gitaarpop, rock, hardcore punk, electro en experimentele techno op het Freiluft Podium, het Glashaus, de Arena Club en het Fuhrpark. Een aantal acts zullen geen onbekenden zijn voor een Duits publiek, zoals de band „De Staat” uit Nijmegen, die kortgeleden ook te zien was op het legendarische Glastonbury Festival in Engeland. De Vlaamse DJ en oprichter van het Rotterdamse Sound Architecture Joachim, organiseert midden augustus zijn Labelnacht in de „Tresor” in Berlin en draait daarna op het Flachland Festival. Verder te zien zijn o.a. Mintzkov, Elle Bandita, El Pino & The Volunteers, Balthazar, Aux Raus, The Bony King of Nowhere en het Rotterdamse collectief “Da Sole Selecta’s”.
Danser en performer Koen de Preter uit Antwerpen, die met grote artiesten als Sasha Waltz en T.R.A.S.H. heeft samengewerkt, introduceert zijn nieuwe project Sometimes It’s There. Danser Lloyd Marengo en regisseur Danny „Kas” Stolker tonen Ik ben jou/Ich bin Du – een fascinerende combinatie van film, vette beats, intensief zwijgen en een aantal van de beste dansers uit de Nederlandse hiphopscene. Een hele boterham. Laagland is hoogland.
Diep in de ogen
Een ontdekkingsreis zal het worden, want met het werk van de jonge wilden ben ik nauwelijks tot niet vertrouwd. Maar nieuwsgierig ben ik wel. Al moet ik eerlijk bekennen dat ik vooral voor de dichters gekomen ben. Michaël Vandebril, de kardinaal van Antwerpen Boekenstad, heeft mij warm gemaakt en ten slotte overtuigd. Ook heeft mijn eeuwige nieuwsgierigheid een rol gespeeld. Die niet alleen slaat op wat er op de bühne gebeurt, maar hoe de zaal reageert. De reactie en de waarde van het publiek mag niet onderschat. Ik hoor Ramses Shaffy nog zeggen: ‘Je komt in een theater. Je leert de technici kennen, de directie, oude vriendschappen worden vernieuwd, maar waar het op aankomt, is het publiek. Het komt op het laatste moment binnen en gaat op het eerste moment weg. Een dip, dat krijg je er van. De enkele toeschouwer in het foyer na afloop bezorgt je vaak een heerlijke nacht. Al heb je elkaar maar even diep in de ogen gekeken.’
Huismussengeneratie
De Vlaamse dichters zijn Els Moors, Eva Cox, Jess De Gruyter, Andy Fierens en Reinhout Verbeke. Een mooie staalkaart van de nieuwste generatie. Al had ik ook graag Maarten Inghels, Sylvie Marie, Ruth Lasters, Christophe Vekeman en Dimitri Casteleyn present gezien. Morgenvroeg bij het ontbijt aan Michaël effe vragen hoe de selectie is gebeurd. Momenteel zitten de Vlaamse artiesten nog te pakken of richting bus te trekken. Vannacht gaat de reis van Antwerpen naar Berlijn. Ze zullen niet uitgeslapen zijn. Goed moment om de waarheid uit hun kast te wringen. De laatste tijd, met het wat dieper ingaan op de jonge poëzie en het leven van de nieuwe twintigers, is de indruk ontstaan dat we op een keerpunt zitten in de Vlaamse poëzie. Ze is veel opener dan voorheen. Intiemer. De huismussengeneratie, misschien is dat wel de beste typering. Maar aan hun desk zitten ze wel gedichten te schrijven voor het podium. De bundel is op de tweede plaats gekomen. In de eenzaamheid van hun katoenvelden werken ze aan de oogst. Elke bol ruwe katoen is een toeschouwer. Benieuwd hoe de Berliners reageren.
In afwachting van hun komst zal ik vanavond in alle rust en bij een goed glas wijn aan Paul Van Ostaijen denken. Hij verbleef hier ongeveer drie jaar, nadat hij in 1918 na de wapenstilstand op 11 november met zijn geliefde uit zijn geliefde stad is weggevlucht. Bang als hij was dat hij wegens al te Vlaams en Emmeke wegens al te Duitsgezind in de Begijnenstraat zou belanden. Ze ging met Paul naar bed maar paradeerde op de Meir in open koets, met links en rechts Duitse officieren. In Berlijn heeft hij een woelige periode doorgemaakt. Het land stond op de afgrond van het failliet, moreel als financieel. Maar Paul heeft er niet over bericht. Op zijn kamertje in een hoeren- en junkiebuurt schreef hij brieven, essays en zijn dichtbundels Bezette Stad en De Feesten van Angst en Pijn. De eerste gaat over Antwerpen tijdens de bezetting en de tweede over zijn gevecht tegen de draken in zijn hoofd. Het is wel de mooiste en beste bundel van de 20ste eeuw geworden.
Guido Lauwaert
Fout opgemerkt of meer nieuws? Meld het hier