Guido Lauwaert
Theater: Dieven, KVS en Ro-theater
Met Dieven ensceneren KVS en Ro-Theater geen stuk maar een draak. En regisseur Alize Zandwijk is niet echt een drakentemmer.
De Duitse toneelschrijfster Lea Doher is een fervent aanhangster van het naturalisme. Wat toneelstukken oplevert waar de toeschouwer meteen na afloop van denkt, zo, dit hoeven we geen tweede maal te zien.
Dieven is het slotstuk van een trilogie. Voorop loopt Onschuld, gevolgd door Het Laatste Vuur. Door met dezelfde potten en pannen bereid te zijn, is het een makkie ze als een geheel op te voeren. Wat ook binnenkort zal gebeuren. Op zaterdag 26 maart. In Rotterdam. Een marathon. Een toneelsport die in de mode is en wat in de mode is, ontsnapt niet aan de greep van regisseur Alize Zandwijk.
Toestanden
Een samenraapsel van toestanden, dat is Dieven ( * ). Met een dozijn mensen niet verwant, elk met een zoutloos bestaan. Met de uitzondering die de regel bevestigt, Linda. Zij hoopt ooit aan de bijeengestolen leegheid te ontsnappen. En met een gebeurtenis om wat kleur aan het magere verhaal te geven, het opduiken van een wolf aan de rand van de stad. Wat verwacht werd, gebeurt: Linda ziet in haar magere verbeelding de wolf als het beest in het aards paradijs. Een variatie op Roodkapje en de wolf, kortom, gemixt met De Schone en het Beest.
Je moet al van goede huize komen om een aantal sporen via een dozijn wissels op één lijn te krijgen. Dat lukt Lea Doher niet. In een moment waarvan aard en oorzaak er niet toe doen, moet de toneelschrijfster gedacht hebben: laat ik het eens anders aanpakken. Ik geef de personages meer diepgang dan in mijn eerdere stukken, en de actie wordt ontdaan van putten en builen. Misschien dat ik op die manier opgenomen word in de troonzaal van de theaterhemel. – Wel, het resultaat is geen vooruitgang. De toeschouwer voelt zich bestolen, omdat hij moet wachten op niets. Een niets dat de auteur bestempelt als ‘angst’.
Triest dozendal
Samuel Beckett laat de toeschouwer ook wachten in En attendant Godot, het kantelstuk van het theater van de twintigste eeuw. Maar Beckett weet dat wachten knap spannend te maken. Zo spannend dat het publiek er bij de oerproductie flink nerveus van werd en in opstand kwam. Een publieksopstand zal Lea Doher niet voor elkaar krijgen. Hoewel. Niet in het beklimmen van stoelen en het gooien van tomaten, maar in de vorm van een gezamenlijke slaap met een droom waarin het mooiste meisje van de wereld gevangen is in de late avondzon, op het perron van de Orient-Express. Voor de vrouwelijke lezers: in de vorm van een communale slaap met een droom waarin de stoerste jongen van de klas bij het ochtendkrieken in het spotlicht staat aan de balie van Sun-Air op Brussels Airport.
Dat Alize Zandwijk zich tot Lea Doher aangetrokken voelt is niet een kwestie van sympathie voor de soort, maar haar beperkte regieverbeelding. Wat, magna cum laude, de architectuur oplevert van het Hollandse rijtjeshuis. Een bijkomend element is dat zij niet rekent maar gokt. De regie is slechts een half denkproces. De andere helft is nattevingerwerk. Zij heeft tevens de neiging om het totaalbeeld van de voorstelling te idealiseren als een bewijs van doordacht inzicht. Dat was in eerdere regies al het geval en dat is het nu ook weer.
Ter versterking van haar overtuiging een groots regisseur te zijn, gooit Zandwijk er in Dieven muziek tegenaan. Sluipende repetitieve muziek die gaandeweg helaas nefast is voor het darmstelsel. De toneelvloer heeft Zandwijk bezaaid met kartonnen dozen. In alle mogelijke maten en gewichten. Ach ja, natuurlijk! Het leven van iedere mens kan in een kartonnen doos. Een mens ziet al te vaak niet wat voor de hand ligt. Het is goed dat er iemand is om hem daarop te wijzen.
In de grootste dozen zitten of liggen de acteurs. Hinderlijk voor de mobiliteit, maar dat is ook de bedoeling van de regisseur: met hand en tand aan te tonen dat het leven een zaak is van springen, vallen, duiken, kruipen, opstaan en weer doorgaan.
Pal in het midden van het dozendal heeft ze een douchecel laten plaatsen. Soms gaat er iemand in staan of wordt de kraan opengedraaid. Ja, ’t is waar, regen en zon krijgt elk van ons, de een al meer regen dan zon.
Zootje
Zowel de tekst als de regie zijn een zootje. De redding moet dus komen van het spel. De acteurs doen hun best, maar van niets kan je wel iets maken, helaas niet meer dan iets van niets. Zelfs de toeschouwer met meer mildheid in zijn korf zal moeten toegeven dat het veel te weinig is voor de lengte van de voorstelling, tweeëneenhalf uur. Willy Thomas steekt bij momenten een karton de hoogte in. Met een viltstift is de situatie in één woord samengevat. Waken. Droom. Waken. Vakantie. Waken. Thomas doet het met een veelzeggend gebaar en met een blik waarin te lezen staat: Sorry, bevel is bevel.
Genoeg. Genoeg energie gestopt in deze draak. Maar toch nog dit. De keuze van dit stuk en deze regisseur toont aan hoe beperkt het theatertalent van de artistieke directeur van de KVS is. En het bewijst dat het Ro-theater, ooit een machtige burcht in bloei, is vervallen tot een ruïne waarvan men zich afvraagt: is dit ooit een theater geweest of een zwembad?
Guido Lauwaert
DIEVEN van Dea Loher – regie Alize Zandwijk – productie KVS en Rotheater – met Fania Sorel, Lukas Smolders, Sylvia Poorta, Jacqueline Blom, Willy Thomas, Marc de Corte, Nasrdin Dchar, Yahya Gaier, Wouter Hendrickx, Caroline Liekens, Greet Verstraete en Esther Scheldwacht – tot 5 februari in KVS – vervolgens in Rotterdam en op tournee door Nederland – www.kvs.be
Fout opgemerkt of meer nieuws? Meld het hier