Els Van Steenberghe

Theater: De Palfium Blues

Els Van Steenberghe Els Van Steenberghe is theaterrecensent.

Olympique Dramatique’s theaterportret van auteur Roger Van de Velde is rokerig en soms hartverscheurend schoon.

Duvel, heliumballonnen en knalroze pumps op de scène verraden wat komen gaat: een stuk door mannen over mannen. Of beter: over één man, namelijk cultfiguur en auteur Roger Van de Velde.

Die man tokkelde in de jaren zestig sportartikels én spits proza bij elkaar. Naarmate zijn vingers minder de toetsen maar steeds meer de pillen – en meerbepaald de pijnstiller Palfium – vonden, ging het bergaf met de schrijfcarrière en elke andere carrière in mans leven. Hij werd van psychiatrische instelling naar instelling geschopt. Haalde zelfs de gevangenis waar hij door protesterende schrijfbroeders zowat letterlijk uit werd gejoeld en geschreven.

Geert Van Rampelberg bewondert de (literaire) kracht en de koppigheid van Van de Velde. Auteur Erik Vlaminck deelt dat respect. Zo beklonken ze – in Van de Veldes uitverkoren plek: een café – de deal om een theaterportret te maken van de man die doodgraag achter zijn schrijfmachine zat (krom van de maagpijn en met sigaret in de mond) maar ook te vaak aan de pillen en de drank zat.

Dat theaterportret – Van de Velde ( * * ) – start werkelijk schitterend met een scène die tegelijkertijd ingetogen, grappig, rakend en compleet absurd is. Helemaal in de stijl van Olympique Dramatique en met een vette knipoog naar de psychiatrische instellingen waar Van de Velde veel te veel broeken sleet.

Geert Van Rampelberg krijgt versterking van collega’s en speelvogels Wouter Hendrickx en Ben Segers. Zoveel spelerstalent op eenzelfde vloer doet veel theatertoeschouwers likkebaarden. Al zit er nu een addertje onder het speelgras. Het trio blijft steken in het construeren van prachtige beelden en dito dialogen en monologen. Sommige spelscènes zijn nog te groen achter de oren, terwijl op andere wél al een ‘Duvels’ dikke, smakelijke schuimkraag staat. De scènes zijn eerder brokstukken en vormen geen coherent geheel. Zo is de verhaalstructuur het perfecte evenbeeld van Van de Veldes verbrokkelde leven. Die fragmentarische structuur heeft als nadeel dat het ritme van het spel telkens afgeremd wordt. En dat spelersgrapjes zelden scoren. Daardoor ontbreekt het de voorstelling jammerlijk aan ‘zuigkracht’. Je kijkt met bewondering naar de spelers en luistert naar de mooi verwoorde tragiek van dit mannenleven maar je wordt zelden écht opgezogen in hun spel.

Ondanks het knappe decor. De uitgekiende belichting heeft het kale, zwarte scènebeeld een weemoedige en desolate glans, net zoals de levensloop van Van de Velde. En de kooi die centraal op de scène staat, is niet alleen een metafoor voor hoe Van de Velde het leven ervoer, het is ook de centrale plaats van handeling voor indringende scènes die hoogte- en dieptepunten uit zijn leven verbeelden.

Misschien verbeeldt die kooi ook dé zwakke plek van deze voorstelling: de spelers zitten te gekooid in hun bewondering voor werk en leven van Roger Van de Velde.

Els Van Steenberghe

Meer info: www.toneelhuis.be

Fout opgemerkt of meer nieuws? Meld het hier

Partner Content