Guido Lauwaert

Theater: De liefde is zo kort, het vergeten zo lang

Guido Lauwaert Opiniemaker

Frans Marijnens regie én het even intieme als intense spel van Bien De Moor maakt ‘Kamer 411′ (bij ’t Arsenaal) tot een vijfsterrenkamer.

Een vrouw kijkt naar zichzelf in de spiegel van een hotelkamer in Rome. Ze herinnert zich andere spiegels en mijmert. Over haar lichaam en via haar lichaam over de meest geliefde van al haar minnaars.

Het is de samenvatting van de tweede roman van Italiaanse auteur Simona Vinci, Kamer 411. Een roman in korte of langere indirecte monodrama’s. Die evolueren naar een hecht verhaal. Franz Marijnen las het en wist meteen welke actrice uit zijn voorkeurlijstje het meest geschikt was, om de gevoelens die hij had over te brengen naar het publiek. Ze hebben samen al meer dan 30 producties gemaakt en kennen mekaar door en door. Bien De Moor. De actrice met een geblokte blik en een ingeboren afwachtende houding, maar eenmaal die grens gepasseerd, alle vriendschap die ze heeft, schenkt. Tot waar de onmetelijke ruimte van de liefde begint.

Door het bekijken van haar naakte lichaam in de spiegel dringt de naamloze vrouw, al mag verondersteld worden dat het de schrijfster zelf is, haar eigen lichaam binnen. Ze legt een weg af. Van haar mechaniek tot de tragiek van haar hersens. Glijdt de hersens binnen. Het denken in. Tot ze kan oordelen en veroordelen. Hoe hun amour fou begon en eindigde in een amour doux. Teer en mild met en voor elkaar. Of ze nu close dan wel ver van elkaar verwijderd zijn.

Ze vertelt over twee mensen die elkaar alle vrijheid gunnen, zelfs de vrijheid van tussenpauzen, en toch jaloers zijn, inhalig, het recht der slordigheid geven, een orde in hun wanorde zoeken. Weten dat hun passie een lijdensverhaal is. De enige manier om het lijden te verlichten wederzijdse eerlijkheid eist. Met het bewuste besef dat vrijheid en eerlijkheid de neergang betekenen. Die aanvaarden, wegens hun beider afkeer voor een stoepje voor de deur dat wekelijks schoongeboend wordt. En het samenleven met tussen hen in de zapper, dat hun verder, verder van elkaar drijft, tot er nog enkel schaduwranden overblijven.

Franz Marijnen heeft de op- en neergang van Vinci’s romance prachtig in beeld gebracht. Van de hotelkamer waarin de vrouw al peinzend wacht en verwacht, heeft hij een kooi gemaakt. Een kubus. Een boksring. Op de achtergrond een zevendelige spiegel en in het midden een tapijtje, waarnaar ze telkens terugkeert als ze terechtkomt in de intiemste momenten van hun passieverhaal. De zijden van de kubus zijn palen, waar ze zuinig maar efficiënt gebruik van maakt. Als ze een wilde vrijpartij omschrijft wordt ze een paaldanseres, en bij een groot verlangen naar een herhaling van het herhaalde herhalen een trapeziste die naar het net zoekt maar het niet vindt. De regisseur laat de actrice, al stijlvol door afkomst en opvoeding, op elegante wijze klimmen en dalen. Hij punt haar gevoelens zoals je een potlood scherpt.

Bien De Moor staat bekend als een actrice met klasse. Dat heeft haar meer internationale dan nationale erkenning opgebracht. Maar in ons land, dankzij t, arsenaal, zoals het nieuwe logo is en de naam van het gezelschap moet geschreven worden [met dank aan grafisch vormgever Gert Dooreman], en onder leiding van Franz Marijnen, maakt Bien De Moor een grote sprong voorwaarts. Het begin van haar monoloog is koel. Ze lijkt wel een onderwijzeres biologie. Maar heel langzaam glijdt ze in de kanalen van haar gevoelens en toont al het moois van haar culturele natuur. De voorstelling moet een geseling voor haar zijn. Ze weet zich echter te bedwingen en het genot van de pijn en de pijn van het genot te tonen. Als toeschouwer vraag je je kort voor de epiloog af of speler en toeschouwer nader tot elkaar kunnen komen. Want dit gaat wel zeer ver.

Kamer 411 ( * * * * *), een zeer intieme maar indringende voorstelling. Een vrouw kwam na afloop Marijnen bedanken voor het ombeelden van de roman. Voor wie hem goed kent, is het een logische weg. Begonnen als regisseur met de smalle ruimte en de diepe gevoelens is hij geëvolueerd naar grote spektakels, om sinds een tiental jaar weer te keren naar de beginperiode, en met een halve eeuw levenservaring daarin af te dalen, op zoek naar de verzonken bron van het geestelijk en lichamelijk genot. En naar de brug die hun oevers verbindt.

Weer eens, en nu heel indringend, is aangetoond dat monologen niet moeten onderdoen voor marathons. De soberste zuiverheid helder kan zijn. Kamer 411, een masterpiece, en dat geldt zowel voor de regisseur als de actrice. Dankzij t,arsenaal, en Michael De Cock in het bijzonder, heeft Mechelen weer eens theater met een gevarieerd programma met een sterk hoogwaardige envergure.

Guido Lauwaert


Alle info: www.tarsenaal.be

Fout opgemerkt of meer nieuws? Meld het hier

Partner Content