Poort paleis Keizer Karel opgegraven in Gent
In Gent werd de poort van het paleis van keizer Karel opgegraven. Straks verdwijnt ze weer onder een nieuw huis.
In Gent werd de poort van het paleis van keizer Karel opgegraven. Straks verdwijnt ze weer onder een nieuw huis.
Archeologen hebben in Gent weinig te klagen. Anders dan hun Leuvense collega’s hebben ze geen last van een dwarsliggende burgemeester. Gent heeft ook een goed functionerende archeologische dienst die bij bouwwerken de tijd en de middelen krijgt voor voorafgaandelijk onderzoek. Ook de Gentenaars en de toeristen lusten wel pap van archeologie.
Maar meestal is het niet mogelijk om de onroerende overblijfselen na het onderzoek bloot te laten liggen. Ze hebben weliswaar een wetenschappelijke waarde, maar vaak zijn ze te fragmentair of simpelweg te onbeduidend voor een cultuur-toeristische presentatie of een andere publieke bestemming.
Voormalig paleis
Wat de stadsarcheologen vorige maand blootlegden, is echter van een ander kaliber. In de wijk Prinsenhof vonden ze de resten van een poortgebouw en een brug. Het gebouw heeft een vierkant grondplan met ronde torens op drie hoeken. Vroeger stonden die met hun voet in een slotgracht. De natuurstenen onderbouw van twee van de torens bleef uitstekend bewaard, en op de zijgevel van het huis naast het opgravingsterrein is nog de grote boog te zien die de doorgang van het poortgebouw overwelfde.
Ooit was dit de hoofdtoegang tot het kerneiland van Hof ten Walle, het paleis van de hertogen van Bourgondië. Vorsten als Filips de Goede, Karel de Stoute en Maria van Bourgondië, die in de vijftiende eeuw heersten over grote delen van Europa, verbleven er geregeld. Als graaf of gravin van Vlaanderen moesten ze vaak in hun Gentse residentie aanwezig zijn, al was het maar om een belangrijke belastingbetaler als de stad Gent te vriend te houden.
Geboorteplaats Keizer Karel
De opgegraven poort spreekt vooral tot de verbeelding omdat de naam van keizer Karel, erfgenaam van de Bourgondiërs, ermee verbonden is. In het STAM, het nieuwe, hippe stadsmuseum, is het poortgebouw te zien op het zeventiende-eeuwse schilderij ‘De doopstoet van Karel V’. Keizer Karel, in zijn tijd zowat de machtigste man op aarde, werd in 1500 in Hof ten Walle geboren. Op dezelfde plek bezorgde hij de Gentenaars 40 jaar later een vernedering waar ze nog altijd niet van bekomen zijn.
De stedelingen waren in opstand gekomen tegen een belasting die een oorlog tegen Frankrijk moest financieren. Karel sloeg het verzet meedogenloos neer. De leiders van de opstand werden gedwongen om in hun hemd en met een strop rond de nek voor de keizer te verschijnen in Hof ten Walle. Het nieuwe statuut dat Gent opgedrongen kreeg, betekende het einde van de Gentse macht als stadstaat. Sindsdien dragen de Gentenaars de eretitel stroppendragers, om hun afkeer voor gezag in de verf te zetten.
Uitzonderlijke verstandhouding
Hoe iconisch de poort ook mag zijn, binnenkort verdwijnt ze gewoon tussen de funderingen van het woonhuis dat er binnenkort op gebouwd wordt. Stadsarcheoloog Marie Christine Laleman vindt dat jammer: “Door de link met keizer Karel en de Bourgondiërs is dit voor Gent een belangrijke vondst die we zouden moeten kunnen ontsluiten en presenteren. Maar er is in Vlaanderen geen regeling voor dergelijke monumentale relicten. Ze kunnen niet zonder meer bloot blijven liggen, je moet ze consolideren en er een concept rond bouwen. Ook in het buitenland is dat niet evident, al lukt het daar wel met locaties die een grote symboolwaarde hebben.”
De grootste hinderpaal is echter het ontstellende gebrek aan wettelijke bescherming van de verkavelde Prinsenhofwijk. De vindplaats ligt op een privéterrein met een goedgekeurde bouwvergunning. Laleman is al blij dat ze de vondst wetenschappelijk kon onderzoeken, want zelfs dat lag niet voor de hand.
“Dat was alleen mogelijk dankzij de consensus tussen onze dienst, de stad en de bouwheer. De drie partijen zoeken nu naar een mogelijkheid om de relicten zichtbaar te bewaren in de nieuwbouw. Zo’n verstandhouding is in Vlaanderen uitzonderlijk.”
Bart Biesbrouck
Fout opgemerkt of meer nieuws? Meld het hier