Paul Baeten
‘Niemand kan zijn dierlijke, vieze, misschien illegale kanten nog verstoppen’
‘We mogen de maatschappelijke verschuivingen best wel in vraag stellen en ridiculiseren’, vindt Paul Baeten,schrijver van onder meer Wanderland, Straus Park en de nieuwe novelle Een smerig dier.
Zozo, dat was me het jaartje wel.
Of dat vond het toch van zichzelf, ten bewijze onder andere deze vaak gehoorde uitroepen: ‘En dat in 2019!’, ‘Het is wel 2019, hè’, ‘zaken die niet meer kunnen in 2019’, ‘in het licht van 2019’…
Het begon in 2018 goed met de afstraffing van gedrag dat in een strafrechterlijk kader behandeld moet worden, zoals dat van Bill Cosby, mogelijk de grootste seksuele misdadiger van onze tijd, en zoals nu eindelijk met de eerste dominosteen van destijds, Harvey Weinstein, gebeurt.
Dat vloeide via steeds minder extreem wordende cases uit in een algemene heropleving van feminisme. Daar kwamen soms uitwassen bij kijken, maar met een paar stappen afstand van concrete gevallen kun je moeilijk tegen die evolutie zijn. Slingers en correcties zijn nu eenmaal waaruit de geschiedenis bestaat.
Die beweging groeide dan weer uit tot iets wat je een ‘algemeen westers schuldgevoel over alles’ zou kunnen noemen. Daar zijn zeer goede kanten aan, bijvoorbeeld de intentie in geesten en wetten om van de overconsumptie van plastic af te raken, maar het is natuurlijk ook weer een typisch staaltje westerse egotripperij dat de hele onderneming een minstens ironische bijsmaak geeft.
Niemand kan zijn dierlijke, vieze, misschien illegale kanten nog verstoppen.
Dit is voor mij de verwarrende paradox aan het jaar dat we afsluiten: niemand, geen enkel niveau in de samenleving, prins noch miljardair, kan zijn dierlijke, vieze, misschien illegale kanten nog verstoppen, en toch is de wil om te doen alsof alles proper, respectvol en netjes gerecycleerd is groter dan ooit.
Het lijkt erop dat hoe meer we ons best doen om de goeie kant op te gaan, hoe duidelijker de donkere kant zijn best doet om ons te blijven verbazen.
Misschien is het geen slecht idee om in 2020 te aanvaarden dat we er echt niet zullen raken met het binaire denken van 2018 en 2019. Misschien moeten we een klein beetje minder hoog van de toren blazen, nu en dan – waanzinnig idee, I know – een stap of twee terug zetten, eens wat tijd nemen om te nuanceren.
Een beetje zelfkritischer zijn voor we kritiek geven op iemand anders. Zaken – wie weet – eens in perspectief plaatsen, want ondanks alle goede wil lijkt de westerse bubbel wel sterker dan ooit. Weten wij nog waar er echte miserie is, of gaat het echt alleen nog over het onrecht van plastic bekers op dure festivals en de sociale aanvaardbaarheid van ons dieet?
Dit is wat misschien niet iedereen beseft: als we de maatschappelijke regeltjes blijven verstrengen, valt uiteindelijk iedereen door de mand.
We mogen de maatschappelijke verschuivingen best wel in vraag stellen en ridiculiseren. Als het over andere godsdiensten gaat, zijn we er snel bij om te roepen hoe ze maar moeten aanvaarden dat wij hier, in West-Europa, graag met alles lachen. En ik ben de eerste om te lachen met godsdienst – het kan mij niet schelen dat iemand dat niet leuk vindt – maar dan moeten we wel niet zeuren als het over onze eigen nieuwe godsdienst gaat.
Lach nog eens voor het jaar erop zit. Want 2019 was misschien wel erg keurig, je wilde er voor geen geld een avond mee op café.
Fout opgemerkt of meer nieuws? Meld het hier