Paul Baeten
‘Ik word veertig. Moet ik nu “de vrouwkes” beginnen te zeggen? Zeg het mij, alstublieft!’
Paul Baeten, schrijver van onder meer Wanderland, Straus Park, de nieuwe novelle Een smerig dier en de tv-reeks Over water, duikt elke week in de populaire cultuur.
Mijn vrienden worden allemaal veertig en beginnen te fietsen in het weekend. Dit waren ooit vooraanstaande burgers die net als iedereen gitaar speelden, drugs rookten en de maagdelijke harten braken van meisjes uit Werchter, Wespelaar of Wakkerzeel.
Het hoeft weinig of geen betoog dat ik me plots op een heel eenzame plek bevind. Ik ben niet zo voor het fietsen, of het moest met mijn dochter zijn, heen en terug naar de gelateria of een naburig strand.
Nu zijn we nogal wit van schakering en tot bewijs van het tegendeel ook mannen. Dat zijn al twee van de drie vereisten om in het meest gehate segment van de bevolking te worden toegelaten.
Oké, oké, oké: ook het rijkste, machtigste, meest vrije en best bediende segment. Maar die kleine details even daargelaten, toch ook het meest gehate.
Nu we dit jaar allemaal van 39 naar 40 klikken en zo per definitie van middelbare leeftijd worden, scoren we drie op drie voor de vereisten. Toch spannend. Als mensen op Twitter of op YouTube zich opwinden, dan gaat het dus negen van de tien keer over ons. I feel so famous!
Ik word veertig. Moet ik nu u0022de vrouwkesu0022 beginnen te zeggen? Zeg het mij, alstublieft!
Terwijl ik al mijn vrienden ken en dat zijn eigenlijk allemaal heel toffe mensen. We worden wat ouder, ja, maar dat wil vooral zeggen dat we minder snel herstellen van sport of van eens laat (na middernacht) te gaan slapen. Ik bestelde voor de zomer enkele polo’s in de plaats van T-shirts. Dat vond ik plots passen bij mijn leeftijd. Net als doelloos wandelen overdag en een abonnement op Knack, dat voor witte mensen vanaf 60 trouwens gratis is.
Toch blijf ik maar stukken lezen die ingaan tegen een blijkbaar verschroeiend en alomtegenwoordig mannelijk ego. Ik kan als man maar aannemen dat er blijkbaar ook andere, veel mindere toffe vriendengroepen zijn. Zeggen dat het niet bestaat, zou bijna zo gek zijn als een witte politica die whisky een gezond ontbijt vindt en die beweert dat racisme relatief is.
Ik kan wel zeggen dat ik in mijn omgeving geen toxische ego’s aan het werk zie. Ik ben natuurlijk niet representatief voor een grote groep: ik werk alleen, kom nooit in kmo’s of op andere kantoorvloeren, al mijn vrienden passen perfect in het hoogopgeleide, progressieve cliché en vooral: los van een hele rare namiddag in 1995 ben ik nog nooit een vrouw geweest.
Toch weet ik nu niet goed wat gedaan. Moet ik snel wat flats kopen om die voor veel te veel geld aan millennials te verhuren? Moet ik ‘de vrouwkes’ beginnen te zeggen? Een podcast beginnen om met andere mannen over onze carrières te praten? Nog snel een zoon verwekken zodat ik die totaal anders kan opvoeden dan mijn dochter – hem op zijn veertiende een brommer en een pak condooms cadeau doen en haar opsluiten tot haar eenentwintigste? Of gewoon ook een fiets kopen en mensen van de baan brullen om dan thuis lekker lastig te doen tegen mijn denkbeeldige vrouw omdat ze geen fallocentrische seks meer wilt zoals vroeger? Een Jordan Peterson-tattoo naast mijn Joe Rogan-tattoo laten zetten? Zeg het mij, alstublieft! Ik verjaar pas in oktober maar wil klaar zijn tegen dan. Bedankt, ik ga mijn ego alvast in de watten en onder een warme lamp leggen!
Fout opgemerkt of meer nieuws? Meld het hier