Paul Baeten
‘Belgen maken een bepaald klunzige indruk in het buitenland’
Paul Baeten Gronda deelt zijn gedachten over zijn landgenoten in den vreemde: ‘Als ik in Italië ben, is het ergste wat me kan overkomen dat ik andere Belgen tegenkom.’
Enkele jaren geleden moest ik langsgaan op een politiebureel ergens in het Vlaamse land. Ik had een verkeersovertreding begaan en het een en ander moest worden uitgeklaard nadat ik bij verstek veroordeeld was.
Ik belde de agent die het dossier behandelde en zei: ik ben helaas in het buitenland, maar ik kan binnen drie weken wel langskomen, als dat schikt.
Dat vond hij prima.
De agent – een andere – bij wie ik me drie weken later aanmeldde, leunde wat voorover en zei streng: ik ken u wel. En dan de glimlach. Toen werd ik vriendelijk verzocht even te wachten en te blijven schrijven. Knipoog.
Belgen maken een bepaald klunzige indruk in het buitenland.
De agent van het telefoontje kwam me halen. Hij bedankte mij meermaals omdat ik zo vriendelijk was om langs te komen. Terwijl het geen beleefdheidsbezoek was, maar iets wat een politierechter in mijn plaats had beslist. Niks aan dit gebeuren leek mij optioneel of een sympathieke geste van mijnentwege.
De agent vroeg of hij mijn documenten mocht kopiëren en struikelde over bedankjes en complimenten. Even later excuseerde hij zich dat hij mijn document misschien wat had gekreukt – hij had het uit het plastic hoesje moeten halen dat klassiek is bij Italiaanse identiteitskaarten.
Ik vind dat niet uit.
Daarbij zei hij dat het hem toch speet dat ik voor dit voorval – een snelheidsovertreding op een autosnelweg – al dat gedoe moest doorlopen. Hij verzekerde mij ook dat het systeem er was om andere gevallen te pakken, maar dat er helaas ook soms goede mensen zoals ik tussen zaten. ‘Geen probleem’, zei ik. Dat leek de man op te luchten.
Even later begroette ik de fan aan de ingang, stapte ik in mijn Duitse wagen op de parkeerplaats en ging verder met mijn leven.
Misschien had ik tot dat moment nooit echt stilgestaan bij wat niet zo heel veel later een maatschappelijk onderwerp zou worden onder de naam ‘wit privilege’, of – erger nog – ‘mannelijk wit privilege’.
Als ik in Italië ben, is het ergste wat me kan overkomen dat ik andere Belgen tegenkom. Ik heb geen zin in smalltalk omdat ik ook van België ben. Je moet daarbij weten dat Belgen een bepaald klunzige en wereldvreemde indruk maken in het buitenland. Onopvallend voor het ongetrainde oog, maar van ver te spotten voor de ingewijde. Ze stralen een vreemde combinatie uit van zich eigenlijk best op hun gemak voelen en tegelijk ook compleet de weg kwijt zijn.
Nu, en dit is het leuke aan de Belgen, ze zijn zich daar zelf helemaal niet van bewust. Ze lopen door de wereld alsof het toch allemaal een speciale bedoening is. Andere culturen zijn tof, van op een afstand. Altijd inferieur ook, als we echt eerlijk zijn. Waarom? Ah, omdat wij het anders doen, tiens – en wij zijn toch de standaard?
Een Belg in het buitenland is de witte man in de maatschappij. Volledig onaangetast door exterieure factoren. De wereld is er om te dienen en zeker niet omgekeerd. En als uitleg is er: we kunnen daar toch niks aan doen? Dat weet ik niet. Schuldgevoel op zich lost inderdaad weinig op en schuurt tegen zelfmedelijden aan. Maar je kunt je er wel bewust van zijn.
Fout opgemerkt of meer nieuws? Meld het hier