De verzegelde enveloppe in het dossier Bart De Pauw, met daarin de notities van de preventieadviseur van de VRT over haar gesprek met actrices Maaike Cafmeyer en Liesa Naert, blijft dicht. Dat heeft de correctionele rechtbank van Mechelen donderdagochtend beslist.
De verzegelde enveloppe bevat de eerste verklaringen van Maaike Cafmeyer en Liesa Naert bij de preventieadviseur van de VRT. De verdediging van Bart de Pauw had vorige maand gevraagd om inzage te krijgen in de documenten, maar de Mechelse rechters menen dat de Kamer van Inbeschuldigingstelling (KI) zich in 2019 reeds over dezelfde vraag had gebogen en eenzelfde debat niet kan worden overgedaan. De KI van Antwerpen oordeelde toen dat de enveloppe dicht kon blijven.
De advocaten van De Pauw dienden bij de rechtbank van Mechelen opnieuw een verzoek in om het zegel te heffen. Volgens meesters Michaël Verhaeghe en John Maes is het voor hun verdediging noodzakelijk om te weten welke verklaringen de twee actrices hebben afgelegd toen de absolute anonimiteit nog werd gegarandeerd.
Anonimiteit
De burgerlijke partijen verzetten zich vorige maand op de zitting tegen het openen van de enveloppe omdat de rol van de preventieadviseur zo onder druk kan komen te staan. Het openen van de notities kan andere slachtoffers weerhouden hun verhaal te doen, uit angst dat ook hun getuigenissen ooit uit de anonimiteit kunnen worden gehaald. Vertrouwelijkheid is immers van cruciaal belang voor een preventieadviseur.
Twee weken geleden lieten de burgerlijke partijen in de media weten dat ze zich niet meer verzetten tegen het openen en het proces niet op de lange baan willen schuiven. Aangezien de Mechelse rechters het dossier al in beraad hadden genomen, mochten zij bij hun beslissing enkel rekening houden met de standpunten die op zitting werden uiteengezet. De rechters meenden dat de vraag tot ontzegeling reeds onderzocht was door de KI in 2019 en hetzelfde debat niet moet worden overgedaan voor de feitenrechter.
De advocaten van De Pauw lieten weten dat ze nog gingen bekijken of ze al dan niet beroep zouden aantekenen tegen de beslissing. Daarvoor hebben ze 30 dagen de tijd. De partijen komen op 25 februari om 13 uur opnieuw samen om een conclusiekalender vast te leggen en een startdatum voor het proces te bepalen. (Belga)
