VAF: ‘Vlaamse fictiereeksen dreigen momentum te missen’

De cast van de nieuwe fictiereeks Over water © Bas bogaerts

Als de budgetten status quo blijven, dreigen de Vlaamse fictiereeksen het momentum te missen. Vlaamse reeksen zijn nu in de mode, maar er is meer geld nodig om een nieuwe stap te zetten. Dat zei Pierre Drouot, intendant van het Vlaams Audiovisueel Fonds (VAF), donderdag bij een hoorzitting in het Vlaams parlement.

Drouot maakte in het parlement de vergelijking met Denemarken, dat als een voorbeeld wordt gezien met internationaal gelauwerde reeksen als Borgen en The Killing. ‘Op zes jaar tijd heeft de Vlaamse fictie de weg afgelegd waarvoor Denemarken meer dan tien jaar nodig heeft gehad’, aldus de intendant.

‘Vlaamse reeksen worden nu internationaal uitgezonden, maar er worden ook remake-rechten verkocht. De volgende stap wordt gezet door Tabula Rasa en Over Water. De producenten van die eerste reeks zijn er in geslaagd het Duitse ZDF mee te laten financieren. ZDF wil nu ook cofinancieren in Over Water, maar de producenten weigeren dat omdat ze meester willen blijven over de inhoud.’

Internationaal modeverschijnsel

De Vlaamse reeksen zijn zo stilaan een internationaal modeverschijnsel aan het worden, stelde Drouot. ‘We moeten nu van die mode een merk maken, maar om die stap te zetten is meer geld nodig. Om de inhoudelijke en de visuele kwaliteit te verbeteren.’

Het Mediafonds moest het vorig jaar doen met 5 miljoen euro. Het VAF verwees donderdag naar een recente studie van Econopolis, die werd uitgevoerd op vraag van Vlaams minister van Media Sven Gatz. Om de Vlaamse fictie op de kaart te houden is minimum 9,5 miljoen euro, maar idealiter 13,6 miljoen euro nodig, bleek daaruit. Gatz beloofde al om zijn collega’s in de Vlaamse regering nog dit jaar om extra budget voor tv-fictie te vragen.

Fout opgemerkt of meer nieuws? Meld het hier

Partner Content