U kent haar uit ‘Studio Tarara’, u wilt haar niet missen in ‘Albatros’ en ‘Beau Séjour 2’: Janne Desmet
Haar personages heeft Janne Desmet – dezer dagen te zien in Albatros en Beau Séjour 2 – altijd meer bestaansrecht, meer ruimte om fouten te maken gegeven dan zichzelf. ‘Dat mag weleens gedaan zijn.’
Het is met een kleine grimas op haar gezicht dat Janne Desmet in de ‘rommelkamer’ van haar huis in Hoboken op de grond gaat zitten, de koptelefoon op het hoofd zet en de laptop nog wat verder openklapt. Ze heeft geen beste dag achter de rug, zegt ze. ‘Het klinkt heel bizar in deze tijden, ik weet het, maar ik ben te hard aan het werk geweest de laatste weken. Ik ben een filmscenario aan het schrijven, met Wannes Destoop en Tom Dupont, en ik heb een paar nachten doorgewerkt. Ik heb geluk – ik kan tenminste nog veel werken – maar door allerlei coronaverschuivingen zijn al mijn andere opdrachten ook als een accordeon in elkaar geschoven. Alles kwam plots samen.’
Ik kom uit een katholiek nest. Het goede moeten doen, dat is duidelijk in mijn DNA geslopen.
Sowieso heeft Desmet een zwakke maag. Dat ontdekte ze tijdens haar opleiding aan het Lemmensinstituut, toen haar slokdarm na de operales ‘serieus gemutileerd’ bleek, en sindsdien moet ze een strikt dieet volgen: geen koffie meer, amper nog alcohol en elke dag zo gezond mogelijk koken. ‘Tien van de twaalf maanden slaag ik erin om met mate te eten en te drinken’, zegt ze. ‘Maar als ik te moe of te gestresseerd ben gaat het weleens mis.’
Dit voorjaar is Desmet niet alleen te zien in het tweede seizoen van Beau Séjour, sinds kort elke zondagavond op Eén, maar straks ook in Albatros, de reeks van Wannes Destoop en Dominique Van Malder waarin tien zwaarlijvige mannen en vrouwen op ‘afslankingskamp’ gaan in de Ardennen. In die serie (die eerder al beschikbaar was voor abonnees van Telenet/Streamz en nu op Canvas uitgezonden wordt) vertolkt Desmet de groepstherapeute Sybille. Die kijkt met veel medeleven in de ziel van de deelnemers en gaat op zoek naar het verhaal achter het buikvet.
Maar nu sukkelt ze dus zelf met de maag. ‘Deze week was echt een week van schuld en boete’, zegt ze. ‘Een vree katholieke week, zeg maar.’
Ik las dat je op je zestiende missiezuster wilde worden.
Janne Desmet: Dat idee is na deze week totaal ingetrokken. (lacht) Maar ik heb er de afgelopen dagen weer hard over nagedacht, ja. Ik kom uit een katholiek nest, niet per se de praktiserende kant, hoewel ik vaak naar de mis ben geweest, maar wel uit een gezin waarin principes heel belangrijk waren. Het goede moeten doen, het goede vertegenwoordigen, het goede zijn, dat is duidelijk in mijn DNA geslopen. Ook voor de buitenwereld. Elk jaar rond 1 januari begin ik dat weer te voelen. Ik maak nog elke keer een lijst met voornemens, ik eis nog altijd van mezelf dat ik mijn fouten dit jaar eindelijk eens aanpak, dat ik dit jaar wel goed zal zijn in mijn boekhouding en me niet meer baldadig of destructief zal laten gaan. Misschien moet 2021 het jaar worden waarin ik eens níét beter moet worden, bedacht ik me onlangs. Het jaar waarin ik eens wat milder… (stopt plotseling, begint te lachen) Goh, het is precies een moeilijke dag om geïnterviewd te worden. Ik ga te veel vertellen, ik voel het, ik ga het zeker moeten nalezen. (lacht) Ik zei het daarnet nog tegen Geert Van Rampelberg aan de telefoon: ‘Het is een moeilijke week, ik heb last van mijn maag en straks word ik ook nog door Knack geïnterviewd.’
Goh, het is precies een moeilijke dag om geïnterviewd te worden. Ik ga te veel vertellen, ik voel het, ik ga het zeker moeten nalezen.
Oei.
Desmet: (lacht) Nee nee, het is oké. Soms is het goed om de dingen eens zwart op wit op papier te zien staan. En tegelijk denk ik aan mijn moeder die me drie dagen geleden via WhatsApp een quote doorstuurde: ‘Mijn oma zei altijd: “Vertel anderen nooit te veel over jezelf. Bedenk dat in tijden van afgunst de blinden beginnen te zien, de doven te horen en de stommen te spreken.”‘
Opnieuw oei.
Desmet: Ik vind het best moeilijk om met mijn eigen tekortkomingen om te gaan, laat staan met die aan de buitenwereld te laten zien. Maar een paar weken geleden ben ik veertig geworden en dat continue gevoel van tekortschieten bij elke verjaardag en elke eerste januari, daar wil ik echt van af. Ik wil eindelijk mijn fouten aanvaarden. Maar omdat dat zo haaks staat op waar ik vandaan kom, zit er een grote emotionaliteit in dat proces. Dat hele idee van ‘God ziet alles’ is bij mij nog altijd sterk aanwezig. Heel raar, ergens in het tweede leerjaar heb ik dat in mijn kop gestoken en ik krijg het er maar moeilijk weer uit.
Wat is er in het tweede leerjaar dan gebeurd?
Desmet: Niets bijzonders, ik zeg zomaar iets. Maar het moet wel ergens in het lager onderwijs gebeurd zijn, want het gevoel van niet goed genoeg bevonden te worden zit er sindsdien bij mij hard in. Ik heb al in veel interviews gesproken over mijn dyslexie en welke impact dat op mij gehad heeft…
Alsof dat de enige kras op je ziel zou zijn…
Desmet: Het is zeker niet de enige, wees gerust. (lacht) Maar door nu zo veel te schrijven aan het filmproject met Wannes en Tom, ben ik nog meer aan introspectie gaan doen. De vertrouwelijkheid die er de voorbije maanden tussen ons heerste, waarbij iets gewoon slecht mag zijn zonder dat je er meteen voor veroordeeld wordt – anders dan vroeger op school – is een geschenk dat ik mezelf voor de volgende zestig jaar van mijn leven wil geven. Gesteld dat ik honderd word, natuurlijk.
Omdat je die vertrouwelijkheid in de eerste veertig jaar van je leven te vaak hebt moeten missen?
Desmet: In de eerste plaats door mezelf, want ik kan behoorlijk streng zijn. Anderzijds heeft mijn ‘gedisciplineerdheid’ en mijn extreem harde werken, gecombineerd met mijn perfectionisme, me ook al veel schoons gebracht. Maar dus ook al een aantal maagzweren. Verdriet zelfs, uit angst om afgewezen of verlaten te worden. Ik ben nu toch al een aantal jaren in deze sector aan het werk, maar ik geloof nog altijd niet ten volle dat dit ‘voor altijd’ zou kunnen zijn. (denkt na) Het gaat allemaal om bestaansrecht, denk ik. Om ‘er mogen zijn’. Daar wil ik de komende jaren nog meer mijn focus op leggen, dat zijn de verhalen die ik wil vertellen. Tot nog toe gaf ik mijn personages altijd veel meer bestaansrecht, veel meer ruimte om fouten te maken dan mezelf in het dagelijkse leven. Dat mag weleens gedaan zijn.
Weet je, ik heb lang het gevoel gehad dat mijn ouders foutloos waren. Ik zie hen graag, ze zijn grappig, ze hebben mij en mijn broers alles gegeven, ze zijn altijd mijn grootste inspiratiebronnen. Maar hen benaderen was dus bijna onmogelijk, laat staan hen ontgoochelen. Door met Wannes’ scenario bezig te zijn leer ik dat ontvoogding ook liefdevol kan zijn, dat je niet per se op conflictueuze wijze je ouders hoeft te ontgroeien. Ik vraag me meer en meer af of dat niet te maken heeft met het feit dat ik zelf nog geen kinderen heb. Mocht ik kinderen hebben, dan zou mijn hele relatie met mijn ouders ongetwijfeld ook helemaal anders zijn.
Over die onvervulde kinderwens heb je onlangs een column voor Radio 1 geschreven.
Desmet: Ik heb er lang over getwijfeld of ik dat wel moest doen, maar dat was nu eenmaal wat er op dat moment aan de hand was (in de column had Desmet het onder andere over een miskraam, nvdr.). Een pastoor moet doen wat hij preekt, vond ik uiteindelijk. Ik zit de hele tijd mijn personages platformen te geven à la ‘wees maar wie je bent, maak maar fouten, voel je maar slecht, we gaan je wel weer uit de stront trekken’. Waarom zou ik dat dan niet op mezelf kunnen toepassen? Ik heb geen zin om het gezicht van ‘de vrouwen van veertig met een onvervulde kinderwens’ te worden, maar ik wil wel mijn kwetsbaarheden durven te tonen. Al een geluk dat ik weinig x-factor heb. (lacht) Ik zal niet snel een BV worden die op straat de hele tijd nagekeken wordt.
Ook niet na Studio Tarara?
Desmet: Dat viel extreem goed mee, moet ik zeggen. Het is in elk geval nooit vervelend geworden. Zonder schmink word ik blijkbaar niet gemakkelijk herkend. Over het algemeen word ik meer aangesproken op mijn theaterwerk, voor Studio Orka onder meer. Of op het filmpje van De ideale wereld waar ik onlangs in zat en dat meer dan een miljoen keer bekeken werd. Mijn moeder is direct alle commentaren onder het filmpje gaan controleren: er waren er maar drie slecht. (lacht) Ik heb die drie mensen nog dezelfde avond persoonlijk aangeschreven.
Veel vileine berichten teruggekregen?
Desmet: Het viel goed mee deze keer, veel beter dan toen ik vorig jaar in Terzake mijn mening over de besparingen in de cultuursector gegeven had. Eén man met wie ik via Messenger aan de praat geraakt was, bleef maar op dezelfde nagel kloppen: dat we al blij mochten zijn dat we onze hobby mochten uitoefenen. ‘Laat staan dat ik er mee voor moet betalen’, zei hij. Een vermoeiende discussie, maar ergens begreep ik die man wel. Het ìs ook verwarrend, omdat wij in het algemeen zo veel plezier aan ons vak beleven. En als iemand plezier beleeft aan zijn werk, lijkt het ineens geen echt werk meer. Ha nee, want je moet je centen zuur verdienen. Alleen dan krijg je applaus. (in het West-Vlaams) ‘Ik heb vandaag keihard moeten werken, het was echt verschrikkelijk, maar we hebben ze weer verdiend.’ (lacht) Als iemand als kind veel plezier beleeft aan zandkastelen bouwen op het strand, op zijn veertiende met zijn ouders naar Rome reist en smelt van alle architecturale parels in die stad en later architect wordt: is die dan ook gewoon zijn hobby aan het uitoefenen? Soit, meer daarover in Ik werk, dus ik besta, mijn volgende theatervoorstelling, die ik nu al een hele tijd aan het uitstellen ben.
Al een geluk dat ik weinig x-factor heb. Ik zal niet snel een BV worden die op straat de hele tijd nagekeken wordt. Ook na Studio Tarara viel dat heel goed mee.
De lijst met beroepen waar jij als kind van droomde, is lang. In bijna elk interview schud je een nieuwe meisjesdroom uit je mouw: VN-ambassadrice, advocate, schooljuf, missiezuster, ‘voor mensen koken in mijn eigen restaurant’.
Desmet: Maar geen enkele is gelogen. (lacht) En al die beroepen hebben wel degelijk een gemene deler: goed doen voor de ander en daar krediet voor krijgen, gezien worden dankzij je empathie en je engagement. Als actrice heb ik dat gevoel zeker ook. Al helemaal bij een serie als Albatros, die met lichamelijke en geestelijke kwetsbaarheid toch geen voor de hand liggend thema aanpakt. (zwijgt even) Maar ik zou toch graag eens een VN-ambassadrice zijn, al is het maar voor een dag. Op reis in Sri Lanka heb ik eens zo ’n ambassadrice ontmoet en dat leek me een geweldige job. Mijn lief en ik zaten te eten in een lokaal restaurant en aan de tafel naast ons zat een gedistingeerde vrouw, echt een zwaan. Óók iets wat ik ooit eens wil zijn: een zwaan, want ik ben al mijn hele leven een boerinne. (lacht) Maar goed, uiteindelijk zijn we met die vrouw aan de praat geraakt en na lang aandringen vertelde ze dat ze als VN-ambassadrice in Sri Lanka was, specifiek aan de kant van de verliezers in de burgeroorlog, die toen eindelijk beëindigd was. Ze moest de wonden bij de Tamils helen, om te voorkomen dat er zaadjes voor toekomstige oorlogen werden geplant. Tot mijn verrassing was haar werk erg fysiek. De mannen, die zo getraumatiseerd waren dat ze niet meer durfden te vissen, moest ze van hun angst voor water afhelpen. De vrouwen moest ze met reikiachtige oefeningen opnieuw leren om hun kinderen fysiek te troosten. Ik word nog emotioneel als ik eraan terugdenk.
Zo hebben we op de valreep nog een brugje naar Albatros: daarin moet jij de wonden helen.
Desmet: Ik ben de VN-ambassadrice van Albatros, ja. (lacht) Ook al scoor ik graag, krijg ik graag applaus, ben ik er misschien zelfs aan verslaafd, toch was de rol van Sybille een groot geschenk. Ik mocht iets van mijn ziel laten zien. Het is ook een rustiger personage dan wat ik doorgaans aangeboden krijg, minder op de lach of het theatrale gericht. Daar ben ik de regisseurs en scenaristen bijzonder dankbaar voor.
Ik bekeek ook de versie met audiodescriptie, voor blinden en slechtzienden, eens. Sybille, jouw personage dus, werd door de voice-over geïntroduceerd als ‘een stevige vrouw van midden dertig’.
Desmet: (lacht) Keigoed. Als Albatros in één ding geslaagd is, is het wel in tonen dat het niet om de kilo’s draait. In reclames of op sociale media krijgen we de hele tijd zogezegd perfecte lichamen voorgeschoteld, maar de binnenkant van zo’n fotomodel krijgen we nooit te zien. Hoe voelen die meisjes met maatje 34 of die mannen met een sixpack zich? Ik hou er mijn hart eerlijk gezegd voor vast.
Albatros
Vanaf 15/2 op Canvas en in VRT Nu.
Beau Séjour
Sinds twee weken elke zondag op Eén. Herbekijkbaar op VRT Nu.
Janne Desmet
Geboren in 1980, opgegroeid in Zwevegem, woont in Hoboken.
Speelde in theatervoorstellingen als Hier waar ik (in samenwerking met Villanella), Brooddoos (Bronks), Chasse patate en Craquelé (allebei Studio Orka).
Was op tv te zien in onder meer Studio Tarara, Amigos, De twaalf en De ideale wereld.
Fout opgemerkt of meer nieuws? Meld het hier