Tv-tip: de satirische reeks ‘The Studio’ neemt Hollywood op de korrel

Seth Rogen in The Studio

Of Apple TV+ goud in handen heeft met de nieuwe Hollywood-satire The Studio zal van de kijkcijfers afhangen. Maar Amerikaanse critici buitelen alvast over elkaar heen in hun lofzang voor de tiendelige serie, meegeschreven en -geregisseerd door de Canadese acteur en komiek Seth Rogen. Hijzelf speelt de hoofdrol van Matt Remick, een executive in de fictieve Continental-filmstudio die na decennialang opklimmen de leiding krijgt van mediamogol Griffin Mill (een zonnebankoranje gekleurde Bryan Cranston uit Breaking Bad).

De inhoud op deze pagina wordt momenteel geblokkeerd om jouw cookie-keuzes te respecteren. Klik hier om jouw cookie-voorkeuren aan te passen en de inhoud te bekijken.
Je kan jouw keuzes op elk moment wijzigen door onderaan de site op "Cookie-instellingen" te klikken."

Remick is een idealistische, cinefiele nerd die – in de woorden van zijn mentor Patty Leigh (Catherine O’Hara) – rondloopt met een film boner at full mast. Maar de ijskoude realiteit in het Lalaland van dit streamingtijdperk na corona is wanhopig simpel: films moeten niet langer goed zijn, alleen lucratief.

Zo wordt Matt Remick op het aloude spanningsveld tussen kunst en commerce een spectaculaire antiheld die al in de eerste aflevering Martin Scorsese een mes in de rug plant. In de traditie van Curb Your Enthusiasm of Extras komen regisseurs of acteurs zoals Ron Howard, Greta Lee, Zac Efron, Anthony Mackie en Zoë Kravitz hier namelijk zichzelf spelen, met een gezonde dosis zelfspot.

Verwacht van The Studio geen karakterstudies of verhaalboog. Elke aflevering steunt op situatiehumor en de ratelende oneliners die Remick en zijn kontlikkende medewerkers op elkaar afvuren. Daar hoort ook ostentatief smoelenwerk bij, een praktijk waarmee Kathryn Hahn (WandaVision) als marketinghoofd soms uit de bocht vliegt.

Als tegenwicht voor alle over the top-spotternij die de populaire filmindustrie weer eens onverbiddelijk in zijn hemd zet, strooien de makers met namedropping en talloze hints die blijk geven van diepe nostalgie naar de hoogdagen van de cinema. Fenomenaal zijn dan weer de verbluffend lange, dynamische takes die zelfs niet voor een autoritje worden onderbroken, terwijl de geweldige dialogen maar doorsjezen. Zeker wanneer het hele ensemble verbaal én fysiek op elkaar moet inpikken, levert dat shots van choreografisch niveau op.

Een weggevertje tot slot: Bryan Cranstons personage Griffin Mill draagt dezelfde naam als de verdorven studiobons die Tim Robbins speelde in The Player (1992), de film waarin Robert Altman zo ongenadig met Hollywood afrekende en waarmee The Studio een terechte vergelijking afdwingt. Voor wie een abonnement op Apple TV+ heeft: niet te missen.

Vanaf woensdag 26.03 op Apple TV+

Fout opgemerkt of meer nieuws? Meld het hier

Partner Content