Stand-upcomedian Sander VDV: ‘Moet ik echt zelf aan de chemo voor ik kankergrappen mag maken?’

© Alexander Popelier
Kristof Dalle Journalist

Sociaal onbeholpen, zwartgallig, alcoholafhankelijk en nogal behaard, maar volgens diverse bronnen wel een van de grappigste mannen van zijn generatie. Sander VDV (31), stand-upcomedian en grappenschrijver voor onder meer De slimste mens ter wereld, had een slechtere interviewer kunnen treffen. ‘Je moet ook niet te veel dicks sucken in het leven.’

‘Zit er een verhaal achter jouw tattoos?’

‘Het verhaal is dat ik 31 ben maar een jonge, fonkelende bitch heb die ik graag bij me zou houden. Al vrees ik ervoor, na die faggy foto’s van vandaag.’

‘Wit is jouw kleur niet?’

‘Echt niet. Maar ik ben erin meegegaan. Die dude was het alfamannetje.’

Sander VDV mept naar een paar vliegen in zijn appartement in de buurt van het Gentse Zuid en verontschuldigt zich. ‘Het kan hier wat vreemd ruiken. Ik heb een paar dagen op het kot van mijn bitch geslapen.’ Bitches, fags, dudes en coolio’s: VDV bedient zich van een nogal sappig patois, een overblijfsel van zijn jeugd in Strombeek dat zelfs die master taal- en letterkunde niet heeft kunnen wegschaven. Al zou het zonde zijn dat u blijft haperen aan die woordenschat. Vraag uzelf liever af met wie u uw dochter het liefst ziet thuiskomen: een coolio die ‘de klassieke genderrol imperatief vindt’ of een dude die stelt dat ‘een gelukkige bitch de bitch is die je niet binnenhoudt’. Akkoord, misschien niet hét beste voorbeeld, maar u snapt het punt.

SANDER VDV

– Naam: Sander ‘VDV’ Vanderveeren.

– Geboren in 1986.

– Groeide op in Strombeek. Woont in Gent.

– Doet zijn ding als stand-upper, striptekenaar en tv-redacteur/ grappenschrijver voor Woestijnvis en Shelter.

– Bekend van voorprogramma’s van Lukas Lelie en Gunter Lamoot, winnaar Radio 2 Humorklas 2016.

Hij trekt een blikje bier open. Via sms bezweert hij zijn vriendin nog snel dat hij niet uit de kast aan het komen is, welke foto’s ze binnenkort ook te zien zal krijgen. In een hoek van de woonkamer staat zijn bureau, met daarboven tekeningen van eigen hand, in een andere verhuisdozen vol boeken. Bovenaan ligt een werk over onverklaarbare verschijnselen en verder vooral biografieën: Charles Manson. Michel Fourniret. Ted Bundy.

‘Wat? Die verhalen zijn toch ongelooflijk interessant?’

Hij mept nogmaals naar een vlieg.

‘Waar kwam die geur ook alweer vandaan, zei je?’

***

I love the nineties. De flippo’s? Was ik grote fan van, daar had ik mappen vol van! Iedereen toen, denk ik. Die verzamelhype kreeg wel een duistere keerzijde, toen een bejaarde dame stikte in eentje die in een zak chips zat, weet je dat nog? Supertragisch: er is toen nog een dokter ter plaatse gesneld, maar het bleek tevergeefs. Hij had hem al.

Twee maanden terug stond VDV, Vanderveeren, in het Gentse Arcatheater. Na de voorprogramma’s van Gunter Lamoot en Steven Mahieu neemt hij nu ook de hele Ik doe mijn best-tournee van Lukas Lelie voor zijn rekening. Voor Lelie zijn relatief toegankelijke en vrij onschadelijke oneliners over sociale onbehouwenheid op het publiek loste, zag ik hoe VDV de zaal tegelijk deed lachen én ineenkrimpen met moppen over kanker, mindervaliden, bejaardenmoord en Anne Frank. Een bizarre combinatie, maar het werkt. Zeker voor een jong publiek. Al won hij met hetzelfde materiaal ook de Humorklas 2016 van Radio 2, waar onder meer Urbanus geen blijf wist met zijn woorden van lof.

Hoe zou jij je comedystijl omschrijven?

Sander VDV: Meestal vallen de woorden ‘donker’ en ‘grof’, maar ik hoop dat ik meer ben dan dat. Op zijn minst probeer ik ervoor te zorgen dat de mop de grofheid ook waard is. Niets beschamender dan een kwetsende mop de wereld insturen die eigenlijk te flauw is.

Zoek je bewust de grenzen op van wat nog net kan?

VDV: Onbewust wel, al denk ik nooit: zie mij eens de grens opzoeken. Het is ook een kwestie van smaak. Zelf vind ik comedians die BV’s op hun onnozele shit pakken grover dan grappen over de dood, iets waar we allemaal mee te maken krijgen.

Er is ook geen spat maatschappijkritiek te vinden in jouw materiaal.

VDV: Mijn mening doet er gewoon niet toe. Ik wil dat hier en nu ook in een contract laten gieten: als ik mezelf ooit een conferencier ga noemen, mag je me neerschieten. Comedians die aan maatschappijkritiek doen zijn op den duur gewoon voor een achterban aan het spelen, voor mensen die het op voorhand al eens zijn met wat ze gaan zeggen. Da’s toch niet interessant? Mensen hoeven het niet eens te zijn met mij: ik wil een publiek vooral meetrekken in een joke waarin ze eigenlijk niet wíllen meegaan. Kanker is niet geestig, maar een goed opgebouwde kankergrap hopelijk wel. (denkt na) Ik wil echt niemand op de tenen trappen.

Als ik mezelf ooit een conferencier ga noemen, mag je me neerschieten

Hou je je soms in? Als op de eerste rij uitsluitend rolstoelpatiënten zitten, om maar wat te noemen.

VDV: Ik ben vrij compromisloos, maar dat klinkt baldadiger dan het is. Het is niet van ‘Zuig mijn dick’, eerder van ‘Sorry jongens, maar als ik afwijk van mijn vaste set, draait het in de soep’. Ik wil dat mensen het goed vinden.

Het was leuk geweest om mezelf als de onbegrepen comedian neer te zetten, maar ik krijg eigenlijk nooit gezeik. Mensen zijn zelden écht op de tenen getrapt: als de zaal stilvalt door een gehandicaptengrap, is het omdat zij denken dat die schofferend is voor de rolstoelpatiënt die ze vooraan zien zitten. Nogal aanmatigend, want die dude kan daar wél mee lachen. Wij denken soms dat je enkel met een ziekte mag lachen als je ze zelf hebt. Maar moet ik dan echt zelf aan de chemo voor ik kankergrappen mag maken? Als dat er ooit van komt, hoop ik dat ik het fatsoen heb om die jokes weg te gooien. Niets gênanter dan een kale dude op een podium waar mensen uit medelijden om lachen.

Dat is ook waar Comedy Karaoke aanvankelijk mee speelde. In die rubriek van De ideale wereld lieten jij en Lukas Lelie minderheidsgroepen grappen over zichzelf voorlezen.

VDV: Comedy Karaoke bewees nogmaals dat minderheidsgroepen echt wel met zichzelf kunnen lachen. Vooral omdat zij de jokes zelf niet hebben geschreven, en ze dus ook écht geestig zijn. (grijnst) Aanvankelijk deden we dat met actuajokes en willekeurige passanten – de gênantste shit die ik ooit gemaakt heb. Pas toen we op Facts gekostumeerde bezoekers nerdjokes lieten voorlezen, voelden we dat we iets in handen hadden. En met rolstoelbasketballers of bejaarden werkte het nog beter. Toen Lukas na zijn overwinning in Humo’s Comedy Cup bij Woestijnvis kon gaan werken, vermeldde hij Comedy Karaoke en is de bal voor mij ook aan het rollen gegaan.

Voor je bij Woestijnvis aan de slag ging, werkte je vijf jaar bij Panos in het station van Gent Sint-Pieters. Waarom?

VDV: Ik was er al tijdens mijn masterjaar in de taal- en letterkunde gaan werken, en ben er blijven hangen. Bewust. Ik had schrik dat ik mijn leven niet hard genoeg meer zou haten om nog uit de shit te willen geraken. Panos was perfect: ’s morgens om halfvijf opstaan, met tranen in de ogen naar het station, en dan ’s middags thuis als een gek schrijven en tekenen. (lacht) Bovendien is dat best een fascinerende wereld. Zo vroeg in de ochtend ligt er weleens een junk leeg te bloeden voor je kassa, en ’s avonds, nadat je hebt afgesloten, paradeer je langs hongerige zwervers met zakken vol muffins voor de afvalcontainer. Het is een sociaal experiment: hoelang zou het duren voor de eerste jobstudent neergestoken wordt?

Was het Einstein niet die volgens de anekdotiek schappen ging vullen, omdat die monotone arbeid hem hielp na te denken?

VDV: Dat dus, ik ben de Einstein van de Vlaamse comedy. Je kop is totaal vrij, want je kunt gewoon op routine draaien. Na een week weet je dat je dat broodje tonijn pikant aan Marc Reynebeau moet geven, of aan een Marokkaanse taxichauffeur. Tonijn pikant, ze zijn er echt verzot op.

Stand-upcomedian Sander VDV: 'Moet ik echt zelf aan de chemo voor ik kankergrappen mag maken?'
© Alexander Popelier

Ze?

VDV: Journalisten van De Standaard. Jonge meisjes? Altijd Philadelphia. Bouwvakkers? Martino. Ik smeerde broodjes, maar tegelijk was ik een strip aan het uitwerken in mijn hoofd. Seriemoordenaars doen dat meestal ook: die nemen een saaie poetsjob aan, en terwijl ze aan het stofzuigen zijn, snijden ze in hun hoofd vrouwen de keel over.

Op een of andere manier is het heel vreemd dat jij de Humorklas van Radio 2 gewonnen hebt. Ik stel me daar geen comedypubliek bij voor dat randjes aan zijn humor verdraagt.

VDV: Ik geef toe dat ik het ook niet verwacht had. Maar we werden door een comedyjury beoordeeld.

Han ‘Solo’ Coucke coachte de Humorklas. Wat kon hij nog bijschaven?

VDV: Veel. Maar hij zei dat hij wist dat ik er toch niet naar zou luisteren. Hij beperkte zich dus tot: ‘Probeer gewoon niet te veel te zuipen, oké?’ (lacht)

Drink jij je moed in voor een optreden?

VDV: Ik heb nog nooit nuchter op een podium gestaan – soms op het randje van strontzat. Vier jaar geleden heb ik zo mijn kansen vergooid tijdens de Comedy Cup. Cool, hè? (rolt met de ogen) De bezopen bohemien. Ik drink gewoon graag, en ben te laf om nuchter het podium op te gaan, dus wat kun je doen? Ik breng mijn eigen wodka mee. Die meng ik op voorhand in een plastic flesje. Soms wordt dat wat gênant, zoals die keer dat we vooraf bij de organisator thuis aten. Heel gezellig, met zijn kinderen erbij. (denkt na) Al drink ik sinds ik stand-up doe wel veel minder in het dagelijkse leven. Ik zou toch graag de vijftig halen.

Heeft de Humorklas nog goede tips opgeleverd, behalve ‘drink jezelf niet in de vernieling’?

VDV: Dat lijkt me nochtans de crux. (grijnst) Urbanus zat ook in de jury, en stuurde me achteraf wel nog een zeer lieve mail. En de bedenking dat ik moet opletten dat ik geen onetrickpony word. Hij heeft gelijk, ik moet meer variëren op die schijnbaar politiek correcte verhaaltjes met een twist. Maar ik weet dat die werken, puur op de joke. Ik wil ook niet op de grote massa spelen: als ik dan toch eens een brede toegankelijke mop breng, wil ik achteraf gewoon dood.

Leg je de lat zo niet een tikkeltje te hoog?

VDV: Er is al zoveel bagger, man. Je kunt redeneren dat alles vandaag per definitie vluchtig is, en je dus kak kunt gooien zoveel je wilt, in de hoop dat er iets blijft kleven. Maar net door die vluchtigheid lijkt het me beter heel selectieve shit de wereld in te sturen.

Zo duurt het natuurlijk wel lang voor je een hele zaalshow bijeenschrijft.

VDV: Misschien zijn zaalshows niets voor mij. Cultuurcentra, met hun ouder abonneepubliek, zitten niet op me te wachten. Ik heb me er allang bij neergelegd dat ik op de niche van de ijzersterke comedy moet mikken. Verwar dat niet met een hobbyist: ik heb gewoon twee jobs. Stand-upgod by night, commerciële hoer by day.

Naar wie kijk jij op in Vlaanderen?

VDV: Ik check uitsluitend Amerikaanse stand-up. Het wordt meteen als een diss gezien wanneer je de collega’s niet bejubelt, maar van een aanstormende regisseur verwacht je toch ook niet dat die zegt: ‘Toen ik Daens zag, kreeg mijn leven plots richting.’ Iedereen kijkt naar het buitenland.

De neanderthaler in mij ziet haar het liefst thuisblijven, maar ik weet ook: een gelukkige bitch is de bitch die je niet binnenhoudt

Je kunt ook op veilig spelen en gewoon Urbanus roemen als godfather van de grap.

VDV: Ik ga hier niet beweren dat Urbanus mijn grote inspiratie was. Ik respecteer hem, maar je moet ook niet te veel dicks sucken in het leven. Nigel Williams zei me tijdens een comedyworkshop: ‘In het beste geval vind je alles wat voorafging pure shit.’ Dat lijkt me een gezonde houding.

***

‘Wat the fok?’ We verkassen naar de Vooruit, waar mannen met knotjes binnen jeu de boules spelen in een gigantische zandbak. Het is zover: Gent heeft Peak Hipster bereikt.

‘Vraag hem zeker eens naar zijn microfoon’, sms’te Thomas Huyghe ons daags voor ons gesprek. De twee zijn goede vrienden sinds ze samenwerkten op de redactie van ’t Is gebeurd, en nadat VDV ons ettelijke hoogst pijnlijke verhalen over hem doorspeelde, zint hij op wraak. Het deert hem niet. ‘Je moet weten dat ik het liefst van al rockster was geworden. Ik kan weliswaar niet zingen, maar dat houdt me niet tegen om dagelijks voor de spiegel te staan meezingen: statief in de hand, naar de denkbeeldige PA gesticulerend dat de monitors luider mogen, luchtgitaar spelend en stagedivend op mijn bed. Maximaal een uurtje per dag hoor, niets al te overdreven. Het ergste is dat ik me daarbij ook inbeeld dat ik op mijn personeelsfeest speel. Dat ik cool naar het podium loop, begin te zingen en iedereen denkt: tiens, wat een schoon timbre heeft die Sander. Het is een zeer uitgebreide fantasie.

Blij dat ik het gevraagd heb. Hoe functioneer jij eigenlijk op een redactie?

VDV: Níét. Ik ben productief, maar in een brainstorm met te veel mensen klap ik dicht. De laatste maanden werkte ik bij Shelter aan een nog niet aangekondigd project met een zeer klein ploegje en dat lukt beter. Ik ben geen vlotte jovio die altijd weet wat te zeggen en vermoed dat ik zelfs vrij hautain overkom, maar het is onvervalste angst: angst om beslag te leggen op iemands tijd. Dat is trouwens dezelfde angst die me ook in winkels overvalt: telkens als ik een broek vastneem, wacht ik op het moment dat de verkoper die uit mijn handen komt slaan. ‘Die ligt hier niet voor u. Ga weg. Ksjt.’

Die ‘sorry dat ik hier ben’-vibe straal je ook wel wat uit op het podium.

VDV: Gelukkig. Kankerjokes én een hautaine vibe lijkt me echt geen goede combinatie.

Ik dacht dat Lukas Lelie de sociaal onbehouwene van jullie duo was – zijn stand-up is er ook grotendeels rond opgebouwd.

VDV: Lukas vergroot dat een beetje uit op het podium: hij is vlotter dan hij beweert. Lukas heeft eerder iets naïefs: hij is de man die tot zijn vierentwintigste gedacht heeft dat doggystyle überhaupt anaal betekende. Ik smeek hem dan ook al een tijdje om zijn tweede zaalshow ‘Überhaupt anaal’ te noemen. Tevergeefs.

***

‘Sorry, maar ik kan niet beloven dat het de laatste keer was.’

Stand-upcomedian Sander VDV: 'Moet ik echt zelf aan de chemo voor ik kankergrappen mag maken?'
© Alexander Popelier

VDV schuift weer bij. Naast Comedy Karaoke en Achter de rug schrijft VDV met enkele collega’s ook de jurymoppen voor De slimste mens. Zijn tv-carrière loopt aardig, en gelukkig maar: zo’n avondvullende stand-upshow belooft nog knap lastig te worden voor iemand met een blaas ter grootte van een walnoot.

Knaagt het soms als een ander scoort met jouw materiaal?

VDV: Nooit. Eenmaal ik die jokes geschreven heb, zie ik ze niet meer als de mijne. Bovendien zijn dat doorgewinterde professionals die ze beter brengen dan ik ooit zou kunnen.

Je kunt er gif op innemen dat ook dit jaar weer geklaagd zal worden over de misogyne scoutshumor in De slimste mens. Die dus eigenlijk jouw misogyne scoutshumor is.

VDV: Ik lever veertig à vijftig grappen per dag, waarvan er tien bij de jury belanden. Daarvan worden er vijf uitgesproken en overleven er twee de montage. Eén joke op vijfentwintig haalt dus de buis. Die geschreven grappen dienen louter als vangnet voor wanneer er even niets spontaan komt, dus overschat mijn bijdrage zeker niet. Maar laat ons voor de discussie even aannemen dat álle vrouwonvriendelijke grappen van mij zijn. Ik wil dat best verdedigen. (lurkt dramatisch aan zijn sigaret) Dat zijn moppen. Stomme moppen in de context van een geestige quiz. En geef toe, dat is toch aanmatigend van opinieschrijvers? In wezen zeggen zij: ‘Dit misvormt mijn wereldbeeld niet, want ik sta daarboven, maar ik móét dit schrijven want anderen zijn zo dom dat ze na één misogyne grap hun bitch de tanden uitslaan.’ Een goed geconstrueerde grap bewandelt de lijn tussen ‘ik mag het niet zeggen’ en ‘ik ga het toch doen’.

Je hebt samen met een vriend ook even de podcast Half leeg gemaakt. Ook daarin zat nogal wat vrouwonvriendelijkheid.

VDV: Je kiest er nu wel één thema-aflevering uit waarin ik nogal op dreef was. Ik hoop dat mensen snappen dat het idiote meningen zijn van iemand die zichzelf zeer vaak ondermijnt en tegenspreekt. Ik ben geen vrouwenhater, ik luister naar…

Wat heb je nu net ingeslikt?

VDV: Ik luister naar keiveel vrouwelijke artiesten, hoe kan ik dan een vrouwenhater zijn? (lacht) En ik hoef me eigenlijk ook niet te verantwoorden. Ik moet dat kunnen zeggen, zolang ik het maar niet écht meen. Kijk, mijn bitch is de meest vrijgevochten vrouw die ik ken, na haar alleenstaande moeder misschien. Twee vrijgevochten bitches, en ik zie ze allebei zeer graag.

Mijn buurjongens waren dudes die bij een arrestatie hun schouders ophaalden. ‘Ça va ket, ik zet mij wel in de combi, maar eerst even mijn yoghurtje opeten

Wat ik wel graag doe, is doorklikken op feministische fora, om me even te enerveren. Da’s toch een conflict dat aan beide kanten in gang gehouden wordt omdat genderkwesties ondertussen negentig procent van hun identiteit zijn geworden? Ik heb medelijden met mensen wier enige positie in het leven hun geslacht is – man of vrouw. En net zo goed met mensen die hun gender helemaal wegcijferen. Doe gewoon allemaal even normaal. Het is hier chill. Voor een man die een man wil zijn. Voor een man die een bitch wil zijn. Voor een man die een bitch én een huismoeder wil zijn. Qua maatschappij is het hier toch magisch. Nee?

We hebben onze titel.

VDV: Waag het niet. Na die nichterige foto’s zou dat echt van het goede te veel zijn. (lacht)

Ik hoor tussen alle bitches door een pleidooi voor gematigdheid.

VDV: Daar komt het op neer, ja, maar durf me ook geen ‘pleidooi voor gematigdheid’ in de mond te leggen, hè. Maar geef toe, wij zijn toch al nieuwe man genoeg?

Wij?

VDV: Wij tweeën. Van die magere, vrij onmannelijke nichten die nog net hetero zijn, mikken op vrouwen met daddy issues maar toch nog netjes brood op de plank brengen.

Het is alsof je recht in mijn ziel staart.

VDV: De neanderthaler in mij ziet haar natuurlijk het liefst thuisblijven en voor de hypothetische kinderen zorgen, maar ik weet ook: een gelukkige bitch is de bitch die je niet binnenhoudt.

Ooit een T-shirtlijn met aforismen overwogen?

VDV: Wat ben ik toch een tegendraadse coolio.

***

”t Is plezant, hè? Ik wil echt niet als zo’n moderne rechtse zot overkomen. Probeer duidelijk te maken dat ik ook een mens ben.’ VDV begint zich wat zorgen te maken.

Vertel misschien eens over je jeugd, mensen lezen dat graag.

VDV: Ik groeide op in een sociale woonwijk in Strombeek, het soort wijk waar wie er niet per se moet zijn ook niet gaat wandelen. Zelf was ik een bleiterige jeanet, maar mijn buurjongens waren delinquenten. Dudes die elke week weleens gearresteerd werden op het pleintje voor de deur en gewoon hun schouders ophaalden. ‘Ça va ket, ik zet mij wel in de combi, maar eerst even mijn yoghurtje opeten.’ (lacht) Maar vreemd genoeg vond ik dat net een veilige cocon: in mijn hoofd lag het gevaar buiten de sociale woonwijk.

Welk gevaar?

VDV: Gast, ik ben hier kwetsbaar mijn wordingsverhaal op tafel aan het gooien en jij onderbreekt mij? (lacht) Gewoon onbestemde monsters of zo. Ik had al bij al een vrij idyllische jeugd, maar opgroeien tussen zo’n mix van marginalen, bejaarden en gehandicapten heeft mij gevormd. Je kunt maar zoveel rolstoelen zien voor je jezelf gaat wijsmaken: ik kan zelf ook op élk moment aangereden worden. Dat zit dus elke dag in mijn kop. En als de wijk mij niet angstig heeft gemaakt, dan mijn moeder wel. Opgroeien in het Dutrouxtijdperk met een moeder die constant waarschuwde voor mannen die met mijn tisjke willen spelen, heeft ervoor gezorgd dat ik nog altijd geen witte bestelwagen kan zien zonder een stapje opzij te zetten. Uit schrik meegesleurd te worden voor mijn sexy gat.

Stand-upcomedian Sander VDV: 'Moet ik echt zelf aan de chemo voor ik kankergrappen mag maken?'
© Alexander Popelier

In jouw hoofd ben je nog steeds een attractieve twaalfjarige?

VDV: Zijn we dat niet allemaal dan? En die shit komt dus constant terug in mijn stand-up.

Je bezweert je eigen angsten op het podium?

VDV: Ja. Maar ook dat klinkt…

Te nichterig?

VDV: Je begint het te snappen.

Klopt het dat jouw vader profvoetballer bij Antwerp was?

VDV: En bij Seraing. Op redacties vinden ze dat cool – Erik Van Looy herinnerde zich Yves Vanderveeren nog – maar ik heb zelf echt niets met sport. Ik weet alleen dat hij nog op de shortlist van de Rode Duivels heeft gestaan.

Jouw broer is woordvoerder van de Europese N-VA-delegatie.

VDV: Ik zíé je het denken: hij is inderdaad anders, ja. De vlotte sportboy met wie ik destijds constant ambras had. Maar nu zijn we superchill. En over de N-VA ga ik geen uitspraken doen: ik houd mijn comedy weg van politiek, dus het zou dom zijn er nu wel over te beginnen.

Iets anders dan: in oktober komt Ge zult nog beloond worde uit, een uitbreiding op de strip die je in je studentenjaren voor Schamper tekende. Die was semiautobiografisch, maar gaf geen blijk van een vrolijk wereldbeeld.

VDV: Het klopt dat ik de eerste drie jaren vooral op kot zat te stinken met maten terwijl we films huurden en afgaven op foto’s van studentenfuiven en de dudes die zich er amuseerden met de chickies. ‘Wat een eikel. Waarom neukt die en wij niet?’ Omdat wij altijd op kot zaten te stinken, uiteraard. We voelden ons minder dan iedereen, maar ook mijlenver verheven boven hen. Maar op een dag ben je tweeëntwintig, nog maagd en bedenk je dat het misschien geen slecht idee is om een tof T-shirt aan te trekken en te kijken wat er buiten te doen is. (grinnikt) Ik zeg niet dat dat de gezondste periode was, maar ik was toen wel plezanter, in mijn kleine cocon van frustratie.

***

We bestellen nog een laatste gin-tonic.

‘Ben je ondertussen meer de Sander die je denkt te moeten zijn?’ vraag ik.

‘Stilaan. Ik denk dat ik nu op een podium kan.’

‘Da’s mooi. Want ik had nog een behoorlijk wuft slotvraagje.

‘Shoot, dude.’

‘Sander, ben je op dit moment gelukkig?’

‘Nee, gast. Ik ben niet onvoldaan, en da’s al heel wat. Als je Mick Jagger, de grootste neuker aller tijden, mag geloven, komt hij ook niet verder dan dat. Hij heeft daar een liedje over geschreven. De frustratie blijft, maar da’s ook nodig om goede shit af te leveren. En ja, die vraag was behoorlijk faggy.’

Styling door Laura Bonne, met dank aan Shelter Store Gent.

Dit is het coverinterview van de Knack Focus-editie van 2/8. Verder in dit nummer: Hoe realistisch is Game of Thrones? De roversdochter in Chantal Acda en met St. Grandson op Lanzarote.

Stand-upcomedian Sander VDV: 'Moet ik echt zelf aan de chemo voor ik kankergrappen mag maken?'
© Knack Focus

Fout opgemerkt of meer nieuws? Meld het hier

Partner Content