Een miljoen ‘illegale migranten’ per jaar. Zo veel mensen beloofde Donald J. Trump, zelf kleinzoon van migranten, te deporteren bij zijn inhuldiging als 47e president van de Verenigde Staten. Opgejaagd Amerika, de documentaire die Louise Van Assche en Kwinten Gernay maakten over het perverse effect van die uitspraak op het leven van reële mensen, opent met dit fragment uit de huiveringwekkende inauguratiespeech.
Hoewel Trump het daarin nog heeft over criminele, veroordeelde migranten, blijkt al snel dat iedereen met een migratieachtergrond op een dag van straat kan worden geplukt om verscheept te worden naar een detentiecentrum. Die centra, vertelt Uriel Garcia, journalist uit El Paso, Texas, zijn private gevangenissen. Het zakenmodel is even onbeschaamd kapitalistisch. Hoe meer migranten, hoe meer geld de uitbaters ontvangen van de overheid.
Het middel om dat doel te realiseren is ICE, de Immigration and Custom Enforcement, een gewapende overheidsdienst die, in tegenstelling tot het rampenfonds, de milieu-inspectie en de nationale parken, níét hoefde te besparen maar overladen werd met een extra werkingsbudget van 75 miljard dollar. Al snel draaide de jacht op ‘zwaar criminele, illegale migranten’ uit op een klopjacht op alle migranten. Meer dan 70 procent van de mensen in detentiecentra heeft geen strafblad, maar draagt wel een hoofddoek, heeft een andere huidskleur dan wit of een andere moedertaal dan Engels. Garcia berekende dat een vierde van hen in Texas woont, de staat die Van Assche sinds 2019 haar thuisbasis noemt.
De wet wordt openlijk met voeten getreden door wie de wet moet uitvoeren, maar niemand roept of protesteert.
Ze probeert te kijken voorbij de druk gedeelde beelden over agressieve raids van gemaskerde ICE-agenten -het zijn beelden die snel circuleren op sociale media, die de ijzingwekkende realiteit van de ijzingwekkende woorden van een ijzingwekkende, autoritaire president tonen. Maar Van Assche legt een andere, minder spectaculaire, maar net daarom minstens zo huiveringwekkende laag van dit deportatiebeleid bloot: de wet van de willekeur die heerst op de ICE-kantoren, waar mensen zonder papieren zich moeten melden om te voldoen aan wat nog steeds de letter van de wet is.
‘Open season’, omschrijft advocaat Amanda het heersende beleid van die kantoren. Samen met Van Assche kijkt ze toe hoe mensen buiten op plastic stoelen wachten. Als ze worden afgeroepen, krijgen ze ofwel een papier met een datum voor een volgende afspraak, ofwel moeten ze door de deur naar binnen. Wie binnengaat, weet Amanda ondertussen uit ervaring, komt niet meer buiten. Mensen die zich aanmelden voor routine-afspraken lopen het risico dat ze opgepakt worden. De wet wordt openlijk met voeten getreden door wie de wet moet uitvoeren, maar niemand roept of protesteert. Mensen zijn te verbaasd om te reageren. De realiteit raast zo snel, dat ze enkel achter de feiten kunnen aanlopen. Machteloos, zo voelt Amanda zich vaak als advocaat.
Wat nu gebeurt in de Verenigde Staten is wraakroepend en overweldigend, het druist in tegen de meest basale mensenrechten. Alleen dat maakt deze documentaire meer dan noodzakelijk. De vraag is alleen: hoe breng je een verhaal dat recht doet aan zo veel onrecht? Van Assche kiest voor de intieme en klassieke aanpak, waarbij het minder gaat over politiek dan over emotie. Ze volgt drie mensen die elk op hun manier in de malende mond van ICE belandden. Wat hen overkomt, is angstaanjagend door de schijnbaar totale willekeur. Het kan iedereen op elk moment overkomen. Als je op straat loopt, op je werk bent, je familie over de grens wilt bezoeken. Maar om de machteloosheid te doorbreken, kun je de politiek van een gevoerd beleid niet zomaar negeren. Dat is het losse eindje in deze documentaire.