Dinsdag 07.05, VRT Canvas, 21u20 (volledige reeks op VRT Max)
De insteek van ‘Op een ander’ is om zonder oordeel of vooroordeel in ongewone gemeenschappen te stappen
Programma - Op een Ander
Wanneer en waar uitgezonden - Dinsdag 07.05, VRT Canvas, 21u20 (volledige reeks op VRT Max)
Een plaats voor beschadigde mensen. Zo noemt bewoner Johan De Bereklauw in Herent bij Leuven. In het atelier timmert hij vogelkastjes met afvalhout. Want dat is de kern van De Bereklauw: er wordt niets weggegooid, geen spullen en geen mensen. Johan woonde eerst bij zijn moeder, dan in een bos. ‘En van het bos naar De Bereklauw?’ vraagt Karine Claassen. Nee, schudt Johan het hoofd, van het bos naar de psychiatrie. Te veel spanning in zijn hoofd, legt hij uit. Demonen. Maar vooral de drank waar hij niet af kan blijven. De Bereklauw is zijn huis omdat hij nergens anders een thuis heeft.
Nadat Claassen op bezoek ging bij de orthodoxe gelovigen van het priesterbroederschap Sint-Pius X en zich onderdompelde in de virtuele wereld Second Life, komt ze in De Bereklauw in een ander soort alternatieve realiteit terecht. Mensen spoelen er aan omdat ze de draad kwijt zijn, vertelt Gosse – 76 jaar, warrige baard, pet op het hoofd, altijd een sigaret in de hand. Enkele decennia geleden richtte hij met gelijkgezinden De Bereklauw op, een tegendraadse woongemeenschap. De gelijkgezinden vertrokken doorheen de jaren – waarom en waarheen, daar vraagt Claassen niet naar – en enkel Gosse bleef. Terwijl je hem bezig ziet, rondscharrelend op het erf, sleutelend aan een tractor, vraag je je af of hij zich soms een beetje alleen en verlaten voelt.
Het is gemakkelijk om de Bereklauw weg te zetten als een rommelig allegaartje van zonderlingen.
Want tussen de regels door lees je verontwaardiging, heimwee en bezorgdheid. Vroeger, vertelt hij, woonden er hier nog alternatieve mensen. Antikapitalistisch en ‘anticonsumptief’. Ze wilden hun eigen groenten telen en onafhankelijk leven. Nu stranden in De Bereklauw vooral mensen met ingewikkelde problemen. Drank, drugs, mentale perikelen. Het OCMW van Kessel-Lo, het stadsbestuur van Antwerpen, het OCMW van Herent: allemaal hingen ze onlangs nog bij Gosse aan de lijn met de vraag of ze mensen mochten doorverwijzen.
Gosse zegt nooit nee. Zo zit hij in elkaar. Iedereen is welkom. Maar dat maakt het leven in de woon- en werkgemeenschap er niet eenvoudiger op. ‘Een commune, dacht ik’, zegt hij op het einde van de aflevering. ‘Happy, happy. Maar dit…’ Hij maakt zijn zin niet af. Eerder ontglipte het hem wel. ‘We worden niet betaald om anderen te redden.’
De Bereklauw is een noodhulp geworden voor mensen die elders uit de boot vallen. Voor iedereen geldt één afspraak. Vier uur per dag moet er gewerkt worden. ‘Verder is er geen structuur?’ vraagt Claassen. Gosse grijnst. ‘Ik houd het toch al lang uit zonder structuur?’
Hoe lang nog, is de vraag die boven de hoofden van de bewoners hangt. Wat gebeurt er met de plek als Gosse sterft? Ilse vindt er onderdak met haar drie kinderen, die ze thuisonderwijs geeft. Haar zus en ouders kwamen nog nooit op bezoek. ‘Tante is te chic om naar hier te komen’, giert de oudste dochter. Soms twijfelt Ilse of De Bereklauw wel een plek voor kinderen is, maar dan overtuigt ze zichzelf met de gedachte dat het aan haar is om er een plek voor kinderen van te maken.
Claassen luistert, knikt en vraagt. De insteek van Op een ander is om zonder oordeel of vooroordeel in ongewone gemeenschappen te stappen. Daarvoor moet je als interviewer tijdelijk je ego kunnen uitschakelen en daar slaagt Claassen zo goed in dat ze de boosheid van Gosse soms overneemt. Het is gemakkelijk om De Bereklauw weg te zetten als een rommelig allegaartje van zonderlingen. Tot je beseft dat de zogenaamd reguliere samenleving teert op dit soort plekken. Om de voedselresten tot soep te verwerken, maar vooral om mensen op te vangen voor wie nergens anders een plek is. Dat moet op z’n minst tot nadenken stemmen.
Fout opgemerkt of meer nieuws? Meld het hier