Programma - Geldwolven
Wanneer en waar uitgezonden - Streamz
Politie wordt dief. Drugsbaas wordt drugsverslaafde. Dierenarts wordt dealer van allerlei paardenmiddelen. Leraar wordt crimineel. Het is waarschijnlijk een van de meest klassieke thema’s in film, literatuur en tv. Hij die de wet moet vertegenwoordigen en afdwingen, wordt degene die de regels breekt. Omdat de sirenezang van het verbodene te aanlokkelijk klinkt. Omdat snel geld verdienen meer opbrengt dan het spel eerlijk spelen. Of zoals de directeur van LVD Verzekeringen in de eerste aflevering van Geldwolven zegt: ‘Eerlijk duurt gewoon te lang.’ Het is het extra duwtje dat Frank De Jong nodig heeft om van gewaardeerd en onwankelbaar fraude-expert fraudeur te worden.
Eén gesprek over een geurboom aan een achteruitkijkspiegel is grappig. Twee gesprekken over een geurboom is er een te veel.
De Jong, een personage geboetseerd op de gezichtsgymnastiek van acteur van dienst Tom Van Dyck, ziet eruit zoals je je een plichtsgetrouwe fraude-expert voorstelt: beige regenjas, tijdloze bril, terugwijkende haarlijn, een gezicht even kleurloos als de rest van zijn kledingstijl. En om het beeld van de onverbiddelijke vakidioot compleet te maken, is er de puffer. Als de spanning De Jong te veel wordt, komt hij in ademnood. Zoals die ene avond waarop hij vroeger dan normaal thuiskomt. Wat hij aantreft, laat zich raden. Hij betrapt zijn vrouw met haar minnaar en alles wat hij zo secuur opbouwde – een succesvolle carrière, een mooi huis, een stabiel gezin – verbrokkelt.
‘We besteden 27 miljard euro per jaar aan verzekeringspolissen’, debiteert De Jong enigszins zwartgallig. ‘Gemoedsrust is ons hoogste goed.’ Maar met de gemoedsrust van De Jong gaat het heel snel van kwaad naar erger. Niet alleen verlaat zijn vrouw hem, ook zijn baas schuift hem handenwringend aan de kant in een fraudedossier van enkele miljoenen. De angst om een belangrijke klant te verliezen, is groter dan de verontwaardiging over het bedrog dat de klant pleegde. ‘We zijn geen politie’, krijgt De Jong te horen. ‘We zijn een commercieel bedrijf.’ Het verlies, zo klinkt het, zullen ze vernevelen.
En dan draait De Jong de knop om. Hij weet alles over de representativeness bias. Wie aan een misdadiger denkt, ziet eerder een jongeman van kleur op zijn netvlies gebrand dan een oudere heer in een beige regenjas. Nochtans, weet De Jong ook, is verzekeringsfraude net het domein van de witte, hoogopgeleide man. Hij is de perfecte dader omdat niemand hem ooit zou verdenken.
Nog dezelfde avond belt hij aan bij Chris De Wolf (Joren Seldeslachts), een jongeman die hij eerder die dag betrapte op verzekeringsfraude en die hij op de zwarte lijst zette. Hij is geïnteresseerd, zegt hij, om samen te werken. De jager heeft zich ontpopt als stroper. Zo snel kan het blijkbaar gaan. De vraag is of het allemaal even boeiend blijft en of de stereotypering van de cowboy – De Wolf – en de brave man die proeft van de misdaad – De Jong – er niet net iets te dik op ligt. Ambivalentie is wat de metamorfose van moreel naar immoreel gedrag interessant maakt. En personages blijven pas kleven als ze meerlagig zijn. Sluipt de twijfel de handel en wandel van De Wolf en De Jong binnen? Hoe verhouden ze zich tot elkaar? Voorlopig wegen de snedige dialogen en het al te opzichtige contrast tussen de oudere man die steeds volgens de regels leefde en de jonge wolf die iedere regel aan zijn laars lapt zwaarder door dan enige vorm van psychologische diepgang. De komische noot primeert. Op zich is dat niet verkeerd, maar bij momenten komt het nogal geforceerd over. Eén gesprek over een geurboom aan een achteruitkijkspiegel is grappig. Twee gesprekken over een geurboom is er een te veel.
Fout opgemerkt of meer nieuws? Meld het hier