Doordat Tim Verheyden zoveel wil vertellen, wordt ‘Fake news & ik’ zelf een chaosmachine
Programma - Fake news & ik
Wanneer en waar uitgezonden - Donderdag 08.12, Canvas, 21u20
Tussen 2015 en 2022 verdrievoudigde de haatspraak op sociale media. Vooral de niet-gemodereerde donkere kamers van het internet, zoals 4Chan, zijn broedmachines van haat. Maar veel van wat daar gebeurt, stelt Olivier Cauberghs van Textgain in de eerste aflevering van Fake news & ik, sijpelt door naar de klassieke platformen. Ter illustratie toont hij een beeld van Thibaut Courtois en zijn verloofde. Op Instagram zijn de commentaren bijna unaniem hartjes. Op 4Chan wordt Courtois een jodenvriendje genoemd. Of dat niet gewoon de irrelevante mening van een idioot is, wil reporter Tim Verheyden – de ‘ik’ uit de titel van deze tweedelige docu – weten. Volgens Cauberghs doet dat er niet toe. Hij pleit voor nultolerantie voor haatspraak online. ‘Wat we op straat niet aanvaarden, mogen we ook online niet toelaten’, meent hij. Haat, legt ook Christophe Busch uit, zorgt voor verdeeldheid en met verdeeldheid verkleint het vertrouwen in de ander en vergroot de voedingsbodem voor complottheorieën en alle varianten van fake news. Haat destabiliseert een mens en een samenleving.
De chaosmachine is niet alleen de titel van de eerste aflevering, het ís ook de eerste aflevering.
Ook Imran Ahmed, die Verheyden vanuit Brussel interviewt terwijl hij in zijn woonkamer in Washington voor zijn computerscherm zit, is een fan van nultolerantie. Hij leerde zijn les met schande en onherstelbare schade. Zijn goede vriendin, de Britse politica Jo Cox, werd op straat vermoord door een man die ‘Britain first’ riep. Enkele weken eerder had Ahmed nog gelachen met die ‘extreemrechtse onbenullen’. Hij had het gevaar onderschat, iets wat hij – zo zwoer hij – nooit meer zou laten gebeuren.
Daarom richtte hij het Centre for Countering Digital Hate op. Tijdens de coronacrisis draaide zijn team overuren. Heel snel identificeerden ze twaalf accounts die het gros van het nepnieuws over het virus en later de vaccins verspreidden. ‘Meermaals drongen we er bij de platformen op aan die accounts te verwijderen. Ze weigerden.’ Ondertussen berekende Ahmed hoeveel Meta en Twitter verdienden aan dat vrijuit laten circuleren van antivaxtheorieën: 950 miljoen dollar per jaar. Voor sociale media, stelt hij, is het simpel: desinformatie is deel van het verdienmodel.
Die analyse is niet nieuw. Verheyden maakte ze al in zijn vorige reeks, Facebook en ik. Nu probeert hij het ontstaan, de aantrekkingskracht en de reikwijdte van nepnieuws in kaart te brengen. De chaosmachine is niet alleen de titel van de eerste aflevering, het ís ook de eerste aflevering. Verheyden wil veel in één keer vertellen, hij verknoopt verhalen van getuigen met duiding door experts en probeert daarbij ook nog eens door te dringen tot de wortels van verschillende complottheorieën die de voorbije jaren opdoken.
Van het bos waar Jürgen Conings dood werd teruggevonden, gaat het naar de keuken van journaliste Deborah Seymus. Zij raakte tijdens corona verstrikt in een web van fake news, maar kwam net op tijd weer boven water. Van corona springen we naar extreemrechtse verzinsels, als omvolking, waarvoor Verheyden naar Poznan raast, waar Anton Lemmens hem uitlegt hoe hij als achttienjarige geloofde dat concentratiekampen pretparken waren voor Joden en dat de wereld een rassenoorlog nodig had. Wat Anton in Poznan doet, blijft onuitgesproken. Er is geen tijd, want Verheyden zit alweer in Genève, heeft het vervolgens over Russische bots en interviewt – exclusief! – de digitale troepenmacht van het leger. Het is te zeggen: twee mensen aan twee bureaus met vier schermen voor zich. Wat er nodig is om de strijd tegen fake news te winnen, daarover gaat de tweede aflevering. Een verdubbeling van die digitale troepenmacht lijkt me geen slecht begin. Zeker als we, zoals troepenleider Wim Robberecht vol overtuiging beweert, midden in information warfare zitten.
Fout opgemerkt of meer nieuws? Meld het hier