De verhalen zijn bijna heldheftig, maar Wim Lybaerts nostalgische blik kleurt iets te roze in ‘Een jaar op zee’

3 / 5
© VRT
3 / 5

Programma - Een jaar op zee

Wanneer en waar uitgezonden - Maandag 03.04, Eén (en VRT Max), 20u40

Tine Hens
Tine Hens Journaliste voor Knack

‘Je bent een West-Vlaming. Zolang je geen show verkoopt en geen dikke nek hebt, gaan ze je zeker aanvaarden.’ Luttele dagen voor Wim Lybaert zal aanmonsteren op vissersboot Ramblers in Nieuwpoort laat hij zich klaarstomen door visser op rust Luk Louwagie. Mee de zee op, vertelt Lybaert bij Louwagie in de kajuit, is een kinderdroom. Altijd al heeft hij willen weten wat het is om visser te zijn. Louwagie begrijpt dat. Het is een bijzonder bestaan daar op zee, in weer en wind, storm en ontij. Met mannen onder elkaar, mannen die elkaar beter kennen dan hun eigen vrouwen of kinderen, omdat ze die nu eenmaal niet vaak zien.

Eerst bij een tas koffie, daarna bij een fluitje mousserende wijn, wijdt de oude visser Lybaert in in de geheimen van de visserij. Lybaert luistert gretig en met vlammende wangen, al is het niet duidelijk of dat van de opwinding is of van de alcohol zo in het midden van de dag.

Een jaar lang zal Lybaert het leven op land afwisselen met maanden op zee, telkens op andere vissersboten. Om de ziel van de visser bloot te leggen, maar ook om hun verhalen te verzamelen en te bewaren. Aan salontafels met witte tafellakens, in een schuurtje tussen de fluitende vogels en de foto’s van blote vrouwen of in een kleine schuit die voor anker ligt in de haven, praat Lybaert met gepensioneerde vissers. ‘Ik lag nog maar in de wieg of ze wisten al wat ik zou doen. We waren met zeven. Er was geen keuze’, vertelt een van hen. Elf jaar was hij op zijn eerste reis. Hij kende geen van de mannen aan boord. ‘Dat was nu eenmaal zo.’

Voor een ander was de weg naar zee een vlucht uit een huis waar weinig tijd en liefde was. Op een dag zette hij zijn boekentas tegen een muur en ging hij aan boord van een vissersboot. Tot zijn pensioen keerde hij nooit meer terug naar een leven aan land. ‘Je zit buiten, je ziet de vogels, je ziet de zee veranderen.’

Hoe die zee veranderd is, vergeet Lybaert dan weer te vragen. Hij dwaalt zo graag rond op memory lane, lepelt gulzig de verhalen op over wonderlijke visvangsten en vissers die groen zien van zeeziekte, dat hij zijn oogje stevig dichtknijpt voor hoe het zeeleven onder druk staat. Geen woord over de verzuring van de oceanen, over slinkende visbestanden, over de sleepnetten die een spoor van vernieling op de zeebodem achterlaten. Nostalgie kan de blik net iets te rozig kleuren en is zelden een goed kompas. Lybaert klampt zich zo hard vast aan zijn droom dat enige kanttekening angstvallig wordt vermeden.

Hoe die zee veranderd is, vergeet Wim Lybaert dan weer te vragen.

Verder wordt vooral duidelijk dat het goed is dat Lybaert zijn kinderdroom nooit heeft waargemaakt. Als hij zijn lijf in de afgemeten ruimten van de vissersboot propt, spartelt hij als een vis op het droge. Het bed is hem te eng, van de doorgang naar het ruim krijgt hij het benauwd en als hij zich in het sleepnet wringt om de laatste tongen eruit te plukken, vloekt en briest hij uit ademnood. De bemanning kijkt met een geamuseerde blik toe hoe hij vecht tegen het zwalpen van de boot, hoe hij zoekt naar verse look – ‘we hebben hier alleen poeder en blik, vers eten begint te schimmelen’ – en hoe hij door zijn verplichte shift heen slaapt.

Want dat is de kern van het vissersbestaan. 24 uur of langer schieten ze iedere drie uur in hun visserspak om netten te legen, vissen te sorteren, ze levend te ontweien en ze op te bergen. Wie wil, kruipt even in bed tot de netten weer vol zijn. Anderen gaan gewoon door. ‘Je bent vervreemd van het echte leven’, zeggen ze. Het is tegelijkertijd de keerzijde en de aantrekkingskracht. Want op land, vertelt de visser op rust, is je bioritme gewoon kapot. De verhalen zijn bijna heldhaftig, maar met romantiek heeft vissen weinig te maken.

Lees meer over:

Fout opgemerkt of meer nieuws? Meld het hier

Partner Content