‘Dag & nacht’ is een wat clichématige ziekenhuisreeks, maar het zit wel even strak als het werkritme van de gemiddelde verpleegkundige
Programma - Dag & Nacht
Wanneer en waar uitgezonden - Zaterdag 21.10, 20u55, VRT 1, volledige reeks op VRT Max
‘Is het magisch? Werken als verloskundige?’
‘Ik vergelijk het eerder met een omgekeerd verkeersongeluk. Geschreeuw, bloed en als alles voorbij is, is er een leven bij in plaats van kwijt.’
De dialogen in deze ziekenhuisserie lopen minstens even vlot als – daar gaan we – een geplande keizersnede. Vanaf de eerste minuut is het al raak. Afdelingshoofd Ella (Kim van Kooten) kruist haar baas in de gang en vraagt of het gelukt is. ‘Ik moet jou een knuffel geven’, zegt Michael (Gijs Naber) met zo’n grijns die je leert tijdens de lessen marketing. Ella deinst enigszins terug, maar laat zich toch door hem omarmen. Want, gaat Michael verder, de afdeling verloskunde scoort heel goed in de statistieken. Dus krijgen we meer mensen, hoopt Ella. Maar nee, geld voor mensen kan en mag Michael niet vrijmaken. Hij moet op de kleintjes letten, op de juiste balans tussen inkomsten en uitgaven en er moet dus vooral bezuinigd worden. Dat is niet goed voor de patiënten, riposteert Ella. Waarop Michael het hele gesprek over een andere boeg gooit en gespeeld verontwaardigd vraagt waarom ze het woord ‘patiënten’ gebruikt. Die mensen krijgen kinderen. Ze zijn toch niet ziek?
Ella duikt nu en dan met de kinderarts in de handdoekenkast – dit is ten slotte een ziekenhuisserie.
Het is duidelijk dat Michael geselecteerd is op basis van drie bijzondere eigenschappen. Een: het gros van wat tegen hem gezegd wordt, glijdt van hem af als water van een eend. Twee: hij kan praten zonder de kern van de zaak ook maar te beroeren. Drie: hij vindt zichzelf geweldig. Als Ella opnieuw herhaalt dat ze meer mensen wil, kaatst hij de bal terug naar haar zwakke plek. ‘Bij jou is het toch een soort roeping? Het komt van binnenuit?’ ‘Nee’, reageert Ella. ‘Dit is mijn vak.’
Nochtans rest er buiten haar werk op de kraamafdeling niet zo heel veel voor Ella. Met haar moeder, die bloed prikt in hetzelfde ziekenhuis, heeft ze op z’n minst een gewrongen band. De kinderarts is tegelijk haar minnaar met wie ze nu en dan in de handdoekenkast duikt – dit is ten slotte een ziekenhuisserie – en verder draagt ze haar mensen vooral op wat Michael haar opdroeg te doen: tandjes op elkaar en doorbijten. Al zegt zij er wel ‘sorry’ bij.
In een serie over een kraamafdeling draven natuurlijk noodgedwongen een rist zwangere en bevallende vrouwen op, maar de makers – Van Kooten vertaalde het scenario van de Deense serie Dag & nat naar de Nederlandse situatie – slagen erin te variëren in wie er moet bevallen en hoe die bevallingen verlopen. Zo is er het oprecht aangrijpende verhaal van het koppel dat na zo veel ivf-pogingen eindelijk zwanger raakt, maar na zes maanden een dood kind op de wereld moet zetten. En er is de rol van Koen De Bouw. Met een duistere blik en een verbeten trek rond de mond speelt hij de anesthesist Jacob. Hij zet ruggenprikken, maar foetert op al die vrouwen die niet een beetje pijn kunnen lijden. Boven liggen kankerpatiënten en mensen wier ledematen geamputeerd worden, foetert hij tegen zijn assistent, en hier willen ze een ruggenprik bij een zweempje pijn.
Jacob heeft het niet zo voor sociale vaardigheden. Het liefst wil hij dat zijn soortgenoten hun mond houden, maar ik vermoed dat we later in de reeks nog wel te weten zullen komen wie zo hard op zijn hart trapte dat hij het diep onder zijn middenrif wegstopte. Ja, Dag & nacht is een ziekenhuisreeks, met alle bijbehorende clichés, maar de acteurs spelen goed, maatschappelijke thema’s worden niet geschuwd en de dialogen zijn even strak als het werkritme van de gemiddelde verpleegkundige.
Fout opgemerkt of meer nieuws? Meld het hier