Recensie ‘Salamander’: Weinig subtiel

Er zitten sterke momenten in de nieuwe misdaadserie Salamander op Eén, maar ze zijn te zeldzaam om de tekortkomingen te verdoezelen.

Salamander

Elke zondag, één **

‘Je bent in een heel gevaarlijke stront getrapt’, zei commissaris Martin Colla halverwege de tweede aflevering van Salamander tegen Paul Gerardi, de inspecteur die zich in de misdaadserie heeft vastgebeten in de mysterieuze kraak van 66 bankkluizen. Een beetje overbodig, want een klein kind had tegen dan wel al door hoe gevaarlijk die stront is: Gerardi had eigenlijk nauwelijks meer gedaan dan te trachten wat informatie te verzamelen over de overval of hij werd al op non-actief gezet en geschaduwd door de staatsveiligheid. Bovendien waren twee personen die meer afwisten van de kraak ondertussen al om het leven gebracht, de een vlak voor de ogen van de inspecteur en de ander terwijl hij met hem aan het bellen was.

Salamander begon met een lange, ingetogen scène waarin uitgebreid werd getoond hoe een team professionele overvallers via een riolering binnendrong in een privébank en daar 66 kluizen leegroofde. Het was een trage en sterke opener, waarin met een minimum aan dialogen en actie een maximum aan sfeer en intrige werd gecreëerd.

Spijtig genoeg vormde veel van wat erna kwam het spiegelbeeld van die eerste tien minuten: net zoals de eigenaars van de gekraakte kluizen meteen de grote middelen inzetten om Gerardi tegen te houden, gooien de makers van Salamander alles in de strijd om de serie vaart te geven. En soms kan het niet snel genoeg gaan: bij de start van de tweede aflevering kregen geheim agenten bijvoorbeeld nog de opdracht om vrouw en dochter van Gerardi zeker niet te betrekken bij de zaak, maar vijf minuten later drongen de twee al binnen in ’s mans huis om hen te bedreigen.

Subtiel kun je Salamander dus niet noemen, ook al omdat de penseelstreken waarmee de personages worden neergezet soms bijzonder dik zijn. De ‘corrupte politiebaas’ is ondertussen een cliché zo groot als het Justitiepaleis, maar de procureur-generaal die door Jo De Meyere wordt neergezet, leunt bij momenten tegen de parodie aan. Bovendien mangelt het de reeks hier en daar aan geloofwaardigheid. Dat je iemand omver rijdt en laat uitschijnen dat het een ongeluk was, daar kunnen we inkomen. Dat je een man wurgt en doet alsof hij zelfmoord heeft gepleegd, tot daar aan toe. Maar dat je een bankdirecteur die zichzelf op kantoor door het hoofd heeft geschoten naar huis brengt, in zijn bad legt en dan met de medewerking van zijn huisdokterén zijn moeder zegt dat hij aan een hartaanval gestorven is, dat is toch echt rekenen op de goedgelovigheid van heel veel mensen – en van de tv-kijkers.

Er zitten af en toe wel erg sterke momenten in de reeks – zoals de uitwisseling tussen het brein achter de kraak en de juwelenhandelaar in de eerste aflevering – maar ze zijn te weinig talrijk om te overtuigen, of om de even duidelijke tekortkomingen in Salamander te verdoezelen.

Stefaan Werbrouck

Fout opgemerkt of meer nieuws? Meld het hier

Partner Content