De goede luim van Luk Alloo in de eerste aflevering van het nieuwe Vtm-programma ‘Alloo in de Gevangenis’ was soms overdreven, maar zijn complexloze aanpak werkte wel.
Elke woensdag, vtm ***
‘Hoe raak je binnen in Leuven-Centraal? Door aan te bellen natuurlijk!’ Zo begon Luk Alloo aan zijn nieuwe documentairereeks Alloo in de Gevangenis, waarin hij negen weken lang een paar dozijn gedetineerden portretteert. In realiteit heeft de maker heel lang aan de mouwen van de juiste mensen moeten trekken om een jaar in Leuven-Centraal te mogen rondlopen, maar de inleiding was typerend voor de stijl van Alloo: ongedwongen en een beetje gekunsteld, met een branie die nu eens aan Jambers en dan weer aan Hallo Televisie deed denken.
Van bij zijn binnenkomst in de gevangenis deed Alloo zich tegenover de gevangenen voor als ‘een van hen’: hij sprak ze meteen aan met de voornaam, legde een arm om hun schouder of maakte, als iemand vroeg of hij iets wou drinken, grapjes over het alcoholverbod in het gebouw. Je zat te wachten tot hij van onder zijn jekker een blootblaadje zou halen dat hij mee naar binnen had gesmokkeld voor een van de mannen.
De goede luim van Alloo was soms overdreven, net als zijn drang om in beeld te komen, maar de complexloze aanpak werkte wel. Door het vertrouwen van de gedetineerden te winnen, slaagde de reportagemaker erin om hun verdedigingsschild naar beneden te halen en kon hij meteen ’to the point’ komen. Een van de eerste vragen die hij stelde, was wat de mannen in kwestie gedaan hadden om hun trip richting Leuven te verdienen. En diegenen die probeerden hun zaak te verschonen, konden op weinig begrip rekenen: een 73-jarige bankovervaller die zei dat er bij zijn daden tenminste nooit slachtoffers waren gevallen, wees Alloo erop dat de bankbedienden of klanten die bedreigd waren daar ongetwijfeld wel een trauma aan overgehouden hebben.
Sommige figuren waren iets te duidelijk geselecteerd op hun kleurrijke verhalen, zoals de ex-prostitué die in de gevangenis getrouwd was of de jongeman die al vier jaar achter de tralies zat maar dat nog altijd niet verteld had aan zijn familie. Nu ja, aangezien die kerel, veroordeeld wegens drugs-, wapen- en mensenhandel, erop stond niet als crimineel te worden omschreven maar als ‘illegale businessman’ had hij zijn realiteitszin wellicht achtergelaten aan de gevangenispoort.
Vaak slaagde Alloo er echter wel in om door te dringen tot de gedetineerden en een menselijk verhaal naar boven te halen. Beste voorbeeld was de jonge zanger van metalgroep 107, die een roofoverval had gepleegd en vrijuit praatte over hoe stom hij was geweest.
Eigenlijk ging Alloo maar een keer echt de mist in: helemaal op het einde, toen hij langsging bij een vader en zoon die op enkele tientallen meters van elkaar een erg lange straf uit moesten zitten. Daar liet hij na door te vragen over de reden voor hun opsluiting – een roofmoord op een bejaarde vrouw – waardoor het emogehalte van het verhaal te veel in de verf werd gezet en te weinig duidelijk werd hoe verknipt de relatie tussen de twee wel moet zijn. Maar los daarvan was de eerste aflevering van Alloo in de Gevangenis fris en boeiend.
Stefaan Werbrouck
Fout opgemerkt of meer nieuws? Meld het hier