Nog even over het einde van ‘De twaalf’

© © VRT - Thomas Nolf
Geert Zagers
Geert Zagers Journalist bij Knack Focus

‘Toen de gerechtspsychiater vroeg of De assepoestermoord een échte case was, wist ik dat we goed bezig waren.’ Showrunner Roel Mondelaers over de ontknoping van seizoen twee van De twaalf, de beste zondagavondreeks van het jaar.

Opgelet: dit stuk bevat spoilers voor het einde van De Twaalf.

Het was lang geleden dat we op zondagavond, week na week, trouw in de zetel klaarzaten voor een tv-reeks. Het was dan ook lang geleden dat we een misdaadserie te zien hadden gekregen die met zoveel zorg gemaakt was. De kleine verhaallijnen van de juryleden die doorheen de reeks geweven werden, de subtiele relaties tussen de advocaten en hun cliënten of de cliffhangers die telkens een stukje van het mysterie prijsgaven: De twaalf – De assepoestermoord zat uitstekend in elkaar.

Zelfs (spoiler alert!) de finale twist, altijd een heikel punt in whodunits, werkte: het was dan toch niet Julie (Lou Miller) die haar stiefmoeder Marianne vermoord had. Of toch niet helemaal: in de laatste aflevering bleek dat ze gemanipuleerd werd door haar stiefzus Romy (Emma Van Raemdonck), die uiteindelijk haar eigen moeder verstikte. De assepoestermoord was een moedermoord.

‘Ik ben blij dat ik er eindelijk vrijuit over kan praten’, zegt Roel Mondelaers, de showrunner van dit tweede seizoen. Samen met Bert Van Dael, een van de bedenkers van de reeks, kwam hij met de pitch. Met Nele Meirhaeghe schreef hij het scenario. Hij werkte mee aan de casting, de locaties en de montage. Enkel de regie liet hij volledig aan Kaat Beels (Beau Séjour, Tabula rasa). Goed voor vier jaar aan piekeren over het juiste bloedspoor, assisenzaken volgen, advocaten stalken en onopspoorbare vergiftigingspogingen bedenken. Want dat moge duidelijk zijn: er is tijd gekropen in De twaalf.

We hebben op The Staircase gevloekt. Halverwege het scenario beseften we: wij hebben ook een lijk onder aan een trap. En een bloedspatanalist.

© © VRT – Thomas Nolf

Ik had juist gegokt, trouwens.

Roel Mondelaers: Dat het Romy was? Wat gaf het weg?

Dat ze tot de finale het enige personage was dat níét verdacht leek.

Mondelaers: (lacht) Je was niet de enige. De voorbije weken zagen we op de sociale media dat er meer mensen op het juiste spoor zaten. Zeker de ervaren krimikijkers hadden het door. Maar bon, dat is ook niet zo erg. Als je een dader tevoorschijn tovert die niemand verwacht had, voelt de kijker zich zeker bekocht. Het mag geen deus ex machina zijn.

Er was wel een kleine paniek helemaal aan het begin van de montage. Toen we naar de eerste aflevering keken, dachten regisseur Kaat en ik allebei hetzelfde: fuck. Emma Van Raemdonck, de actrice die Romy speelde, had maar enkele shots, maar ze spatte van het scherm. We hadden onderschat hoe fotogeniek Emma is: ze viel veel te veel op voor wat ogenschijnlijk een kleine rol moest zijn. Dat werd ook bevestigd bij de eerste visies: een deel van het testpubliek haalde haar er al in de eerste aflevering uit als dader. Om haar minder verdacht te maken hebben we haar rol in de montage moeten terugschroeven.

Eén ding vroeg ik me wel af: is Romy een realistische dader?

Mondelaers: Ze heeft alleszins een realistisch profiel. We zijn op voorhand met een gerechtspsychiater gaan praten: daaruit bleek dat oudermoord onder meer voorkomt bij narcistische, verwende kinderen die nooit een nee te horen krijgen, steeds meer willen en op een bepaald moment alle respect voor het ouderlijke gezag verliezen. Dat soort profielen kan overgaan tot extreme acties, zoals oudermoord.

Het enige wat ik jammer vind, is dat we die psychologie niet hebben kunnen uitdiepen doorheen de reeks. Tijdens het schrijven hebben we Heavenly Creatures nog eens bekeken, een film van Peter Jackson over de zaak-Parker-Hulme, een waargebeurde case uit de fifties over twee vriendinnen die de moeder van een van de meisjes vermoorden. Daar hadden de makers anderhalf uur om de psychologie en dynamiek van de twee meisjes geloofwaardig uit te leggen. In De twaalf ging dat om evidente redenen niet: het moest een twist halverwege de laatste aflevering zijn. We hebben er wel een aantal keer op gehint dat ze een problematische band met haar ouders had, maar verder konden we niet gaan. De finale was dus misschien wat kort door de bocht, maar het ging gewoonweg niet anders.

Was het voor jullie van in het begin duidelijk wie de moordenaar was?

Mondelaers: Ja. Dat was het vertrekpunt van het scenario: we wisten wie het had gedaan, wat het motief van de dader was en hoe de moord was gepleegd. Voor dit tweede seizoen wilden we een rechtszaak waarin een vader en een dochter het tegen elkaar opnamen. We hebben er lang ons hoofd over gebroken wat die case dan zou kunnen zijn. Tot een wetsdokter me vertelde wat de meest complexe moorden zijn om te detecteren: een trapval, verstikking en vergiftiging. Blijkbaar zijn dat de cases waarin het voor een wetsdokter het moeilijkst is om een sluitende these te formuleren. Uiteindelijk zijn ze alle drie in het scenario beland.

Het uitgangspunt deed wat denken aan The Staircase, een docureeks over een vrouw die dood onder aan een trap wordt aangetroffen. Was dat ook een inspiratiebron?

Mondelaers: Nee. Meer zelfs: we hebben op The Staircase gevloekt. Halverwege het scenario beseften coscenariste Nele en ik ineens: wacht eens, wij hebben ook een lijk onder aan een trap. En een bloedspatanalist. Het is een eeuwig probleem in whodunitland: altijd is er wel een soortgelijke moord als de jouwe.

We hadden eigenlijk geen rechtstreekse voorbeelden voor De twaalf. Geen fictiereeksen of films, maar ook geen echte rechtszaken. Bijna alle inspiratie voor het scenario is voortgekomen uit onze research.

In de laatste aftiteling bedanken jullie 44 mensen voor hun inbreng, onder wie Sven Mary, Jef Vermassen, Christine Mussche, Walter Van Steenbrugge, Walter Damen en Ine Wymeersch.

Mondelaers: We zijn nogal ver gegaan in onze research, ja. (lacht) We moesten dan ook van nul beginnen. Toen ik gevraagd werd voor seizoen twee, had ik nog nooit een assisenproces gezien. Ik kende de procedures niet. Ik kende de mindset van een advocaat niet. Dus zijn we begonnen met drie assisenzaken te volgen en met heel veel mensen uit de juridische wereld te praten.

Zeker Michel Jordens, Antwerps oud-assisenvoorzitter, en Sven Mary zijn op dat vlak van goudwaarde geweest: ik kan hen niet genoeg bedanken voor hun inbreng. Ik denk dat we met Mary alleen al een keer of zes hebben samengezeten, telkens een paar uur, om over onze case te praten. Daarnaast hebben we hem nog talloze keren gemaild en gebeld om dingen af te checken. En mijnheer Jordens heeft al onze shootingscripts nagelezen, om er zeker van te zijn dat we nergens juridisch in de fout gingen.

Heeft dat dan ook rechtstreekse impact op het scenario?

Mondelaers: Ja. Het pleidooi van Frank in de laatste aflevering hebben we bijvoorbeeld uitgebreid met Sven afgecheckt. Zo ingaan tegen het mandaat van je cliënt, dat is not done als advocaat. Het is een professionele fout waar je als advocaat niet makkelijk van herstelt, vertelde hij. Daaruit is het idee ontstaan van een onverschrokken advocaat die in de eerste aflevering nog een vader opzet tegen zijn dochter, maar finaal zijn eigen carrière opoffert uit wroeging.

Wetsdokters, gerechtspsychiaters, onderzoeksrechters, bloedspatanalisten, slachtofferhulp, de pijnkliniek: met zowat elke beroepsgroep die in de serie aan bod komt, zijn we gaan praten. Neem nu de flashback in de laatste aflevering, waarin Julie van de politie te horen krijgt dat haar stiefmoeder overleden is. Dat is een fragment van enkele seconden, maar daarvoor hebben we wel met dienst Slachtofferhulp gebeld om te weten hoe zo’n slechtnieuwsmelding precies gebeurt.

Het viel op dat de agent zonder omwegen zegt dat haar stiefmoeder overleden is. Om de een of andere reden dacht ik dat dat met meer voorzichtigheid werd aangepakt.

Mondelaers: Ze zijn voorzichtig, hoor, maar wel to the point. De mensen van Slachtofferhulp waren zelf blij dat het voor een keer juist getoond werd.

Voor de duidelijkheid: niet elk detail in De twaalf klopt. Daarvoor diende al die research ook niet. Voor ons was het in de eerste plaats een vorm van inspiratie. Als de politie komt om de laptop van Kobe in beslag te nemen, kun je die procedure en dialogen als scenarist helemaal zelf verzinnen. Alleen baseer je de actie dan wellicht op iets wat je ooit in een andere misdaadserie hebt gezien en loop je het risico om met een generische scène te eindigen. Of je pakt de telefoon, belt naar de Computer Crime Unit en komt met een scène die je niet vanachter je laptop kunt bedenken. Onze research was vaak gewoon een manier om de clichés van het genre te vermijden.

Voor de duidelijkheid: niet elk detail in De twaalf klopt. Onze research diende vaak gewoon om de clichés van het genre te vermijden.

Hoe lang hebben jullie aan het scenario gewerkt?

Mondelaers: Achttien maanden. Voltijds, ja. Dat klinkt lang, maar dat is het niet. Achttien maanden was eigenlijk het minimum: het was heel intens om het script in die tijd rond te krijgen.

Het probleem is dat we als Belgische scenaristen alles zelf moeten doen. In de VS hebben ze daar specifieke researchers voor. Ik zag een MasterClass met Shonda Rhimes waarin ze uitlegde hoe ze Grey’s Anatomy heeft geschreven. Zij schreef zelf alleen de de menselijke plotlijnen: ze duidde aan in het scenario waar er medische dialogen of verhaallijnen moesten komen, waarna de assistenten die gaten vullen. Wij moeten hier in een andere realiteit werken.

Ik hoorde dat je zelfs een opleiding bloedspatanalyse hebt gevolgd.

Mondelaers: Een opleiding is veel gezegd, maar ik ben het wel één dag gaan volgen, ja. Daar was ook een goede reden voor. Zoals je gezien hebt: het bloedspoor speelde een cruciale rol in de reeks. Voor het parket moest dat het bewijs zijn dat er niet één, maar twee daders waren. Maar tegelijk moest het bloedspoor klein genoeg zijn dat de advocaten van de tegenpartij die these plausibel konden ontkrachten. Dat is een heel complex bloedspoor om uit je duim te zuigen. (lacht) We hebben Steve Delporte, een bloedspatanalist bij de federale politie, uiteindelijk zo vaak gebeld dat hij zei: kom anders eens een dag meevolgen. Dus heb ik, samen met een hoop criminologen in opleiding, een dag les gehad aan het UZ in Jette. Héél veel uit geleerd. Dat hij zijn testen om praktische redenen met zijn eigen bloed moet uitvoeren, bijvoorbeeld. (lacht)

© © VRT – Thomas Nolf & Eyeworks

Dat bloedspoor zegt trouwens veel over hoe het scenario tot stand is gekomen. Eerst belden we naar de bloedspatanalist of dat spoor hypothetisch gesproken ook van een bloedneus zou kunnen zijn. Dat kon. Dan hingen we aan de lijn met de wetsdokter, die zei dat je bij een hoofdwonde veel meer bloed zou verwachten. ‘Tenzij het slachtoffer pakweg lange haren heeft of een wollen trui draagt: dat zou een deel van het bloed kunnen absorberen.’ Waarna we weer naar de bloedspatanalist belden: ‘Lange haren en een dikke trui, kan dat voor jou?’ Veel verhalen zijn uit dat soort over-en-weer-getelefoneer ontstaan.

In de reeks werd enkele keren benadrukt dat Julie ‘benedengemiddeld intelligent’ is. Was dat iets dat ook uit jullie research kwam?

Mondelaers: Ja. Toen we onze zaak aftoetsten bij de gerechtspsychiater, sprak ze over het specifieke profiel dat Julie moest hebben om zo lang iemand te kunnen beschermen: weinig begaafd, een afhankelijke persoonlijkheidsstructuur, heeft andere mensen nodig als een prothese. De dialoog in de reeks is bijna letterlijk uit dat telefoongesprek met de gerechtspsychiater voortgekomen. Na die feedback hebben we het personage van Lou Miller ook herdacht. We zijn teruggegaan naar het scenario en hebben haar hele korte zinnen gegeven. Wat ook nog eens heel goed bleek te werken. Je merkt in de eerste afleveringen dat er iets raars is aan Julie, maar je kunt er de vinger niet op leggen, waardoor ze een heel onberekenbaar personage wordt.

Grappig wel: na dat gesprek vroeg de gerechtspsychiater of De assepoestermoord een waargebeurde case was. Ze vond het straf dat we het verzonnen hadden, want het zou perfect kunnen. Dat moet het grootste compliment zijn dat we voor de reeks gekregen hebben.

Je zou dat ook een beetje verontrustend kunnen vinden.

Mondelaers: In welke zin?

Je hebt nu wel héél veel kennis over moorden verzameld.

Mondelaers: (lacht) Dat valt nog wel mee. Maar het is wel zo dat ik ondertussen vrij goed weet hoe het gerechtelijke apparaat in ons land functioneert.

Nu, je kunt daar ook te ver in gaan, heb ik gemerkt. Bij de laatste assisenzaak die we volgden, waren Nele en ik tijdens de pauze aan het bespreken waarom de advocaat van de beschuldigde dít niet had gedaan en waarom hij dát niet had geprobeerd. Niet dat we ons betere advocaten vonden, maar we beseften wel: misschien is het tijd geworden om onze research af te ronden. (lacht)

De twaalf

Beide seizoenen staan nog integraal op VRT Max.

Roel Mondelaers

Beroep scenarist en regisseur.

Leeftijd 46.

Bekend als showrunner van De twaalf – De assepoestermoord, dat afgelopen zondag zijn ontknoping kende.

Regisseerde Plan Bart, Unité 42, De bunker.

Schreef aan Welp en Beau Séjour 2.

Fout opgemerkt of meer nieuws? Meld het hier

Partner Content