Met zijn reisprogramma wil Conan O’Brien u werkelijk niets bijbrengen

Beeld uit Conan O’Brien Must Go

Het tweede seizoen van Conan O’Briens reisprogramma Conan O’Brien Must Go is net zo gek als het eerste. Wat reisprogramma’s van de legendarische Late Night-presentator kunnen leren.

Hij neemt het genre op de korrel

Elke aflevering van Conan O’Brien Must Go begint op dezelfde manier. Met een reeks indrukwekkende vista’s van kale gletsjers en ruwe bergkammen op de achtergrond, bezingt Werner Herzog de schoonheid van onze aarde. ‘Deze planeet tart ons beperkte vermogen om haar te beschrijven’, zegt hij. ‘Om de overweldigende grootsheid van deze planeet echt te begrijpen, moet je haar soms bevuilen. Aanschouw de bevuiler.’ Vervolgens krijgt u beelden te zien van O’ Brien die tegen kinderen schreeuwt, kwijlt en aan iemands gezicht likt.

De inhoud op deze pagina wordt momenteel geblokkeerd om jouw cookie-keuzes te respecteren. Klik hier om jouw cookie-voorkeuren aan te passen en de inhoud te bekijken.
Je kan jouw keuzes op elk moment wijzigen door onderaan de site op "Cookie-instellingen" te klikken."

Dat hoeft niet te verbazen. O’Brien, intussen 62, heeft van het ontleden en het voor schut zetten van tv-formats – liefst zo luid en absurd mogelijk – zijn carrière gemaakt. Dat deed hij eerst zestien jaar lang als Late Night-presentator en recenter ook als Oscar-host en podcasthost van Conan O’Brien Needs a Friend, de spin-off van zijn podcast Conan O’ Brien Needs a Fan. Conan O’ Brien Must Go is de semigeïmproviseerde versie van die podcast, vermomd als een antireisshow. Na een eerste, met een Emmy-bekroond seizoen waarin hij onder meer Argentinië en Ierland bezoekt, trekt O’Brien nu naar Spanje, Nieuw-Zeeland en Oostenrijk, vergezeld door fans van zijn podcast, locals en respectievelijk Javier Bardem (No Country for Old Men), regisseur Taika Waititi (Jojo Rabbit) en Jordan Schlansky, zijn producent. Niet om de wereld te verkennen, maar om hen te terroriseren met zijn volstrekt idiote gedrag.

Hij geeft toe dat het over hem gaat

Op een zeer beknopte uitstap naar Liechtenstein na, leert u elke aflevering O’Brien beter kennen dan het land waar hij heen reist. In Oostenrijk grijpt de komiek víér keer de kans om met rare stemmetjes te zingen in het openbaar. Een keer als Judi Dench in Tirol, een keer met een Irakese jodelende vluchteling, een keer in een metalband en een keer bij het Weense knapenkoor met een onnodig hoge falsetto. In Spanje bezoekt hij een dubbing-studio zodat hij Vin Diesels oneliner uit Furious 7, ‘the street always wins’, mag inspreken. En in Nieuw-Zeeland maakt hij een tussenstop bij een levensgrote donut alleen maar om de kijker eraan te herinneringen dat hij ooit voor The Simpsons schreef. ‘Mijn narcisme is een zwart gat’, zegt hij. In een genre dat wordt gedomineerd door presentatoren die zogenaamd onzelfzuchtig zendtijd geven aan de lokale bevolking maar toch vooral de geluidsband vullen met al te aanwezige ‘wauw’’s, is O’ Brien tenminste eerlijk.

Hij weet dat hij niet welkom is

Bij veel reisprogramma’s kunt u zich afvragen of de bevolking wel iets heeft aan die schreeuwerige cameraploegen. In aanloop van het tweede seizoen gaf O’Brien aan Variety toe dat het een vreemd moment is om als Amerikaan de wereld rond te reizen. ‘Ik ben al lang gepassioneerd voor reizen en nu Amerika geliefder is dan ooit, kijk ik er erg naar uit om zijn ambassadeur te zijn’, vertelt hij. ‘In het slechtste geval kunnen mensen hun agressie op mij botvieren’. Bij wijze van voorbeeld begint het tweede seizoen met de oprichting van een toeristisch informatiepunt in Madrid, waar O’Brien een bewoner in gebrekkig Spaans het restaurant El Rey de Burger aanraadt en vervolgens ‘U-S-A’ scandeert naar een Amerikaan die hem net zo luidruchtig had begroet. Geen enkele keer leidt zijn gedrag tot confrontaties: O’Brien trapt nooit naar beneden, maar lacht vooral met zichzelf.

Hij stelt zijn gasten op hun ongemak

De gemiddelde reisshow probeert het de gasten zo comfortabel mogelijk te maken in de hoop dat ze iets waarachtigs onthullen over hun mysterieuze leven ter plekke. Conan O’Brien Must Go doet dat niet. O’Brien teert op chaos en ongemak. Zo houdt de olijfboer Aquilina Heros in Pastrana zich met moeite staande wanneer O’Brien hem een bezoek brengt met Schlansky, die onophoudelijk irrelevante feiten spuwt over olijven en Heros zowaar overbodig maakt. Waarop O’Brien hem alsnog bij de conversatie betrekt door te vragen wat er zou gebeuren als hij tien flessen olijfolie zou leegdrinken (‘You go poopie’, klinkt het) en vervolgens een waanzinnig nummer slash slampoetry-gedicht over olijven brengt, gezongen drum- en gitaarsolo’s incluis. Heros krijgt geen enkele adempauze. Het levert uitstekende tv op.

Hij zet de plaksnor vakkundig in

O’Brien is uiterst gedreven in de re-enactment – onterecht een onontgonnen terrein voor de reisshow. De komiek is misschien wel op zijn best als reisgids met een plaksnor. Een willekeurige selectie: Conan O’Brien met een plaksnor als Conan O’Brien, zijn Nieuw-Zeelandse naamgenoot en een lokaal gemeenraadslid. Conan O’Brien met een plaksnor als Don Quichot, wiens waanideeën de vorm aannemen van een ‘podcastsponsor’ die ‘het na drie weken voor bekeken houdt omdat het geen match is’. En Conan O’Brien met een plaksnor als Sigmund Freud in Wenen, die uiteindelijk zelf op de therapiebank belandt en een minutenlange monoloog houdt over hoe Eva Longoria in haar reisshow enkel dure wijn drinkt en Stanley Tucci ieder gerecht ‘een explosie van geluk in zijn mond’ noemt, terwijl hij daar maar ligt weg te kwijnen met zijn slecht gelijmde gezichtsbeharing.

‘De komiek is misschien wel op zijn best als reisgids met een plaksnor.’

Veel zult u dus niet bijleren van zijn maffe excursies, behalve dit: ook op zijn 62e behoort Conan O’Brien tot de groten der comedy.

Conan O’Brien Must Go – seizoen 2

Vanaf 09.05 op HBO Max.

Fout opgemerkt of meer nieuws? Meld het hier

Partner Content