Paul Baeten

‘Mensen met tatoeages zijn zonder uitzondering erg emotioneel’

Paul Baeten Columnist bij Knack Focus

‘Wat ik niet snap, zijn volwassen mensen of koppels die in McDonald’s gaan eten. Niet dronken zijnde. Gewoon, uit vrije wil’, schrijft auteur P.B. Gronda.

Om mijn dochter een plezier te doen ging ik met haar naar een filiaal van de Amerikaanse fastfoodketen McDonald’s. Ik moet zeggen dat de jongen die ons bediende uitzonderlijk vriendelijk was. Ik moet ook zeggen dat de pluspunten daarmee wel opgesomd zijn.

Ik snap dat kinderen het leuk vinden. Ik snap dat moedeloze ouders voor de gemakkelijke appreciatie kiezen en toegeven om naar zo’n plek te gaan. Ik snap dat tieners er graag gaan eten om thuis weg te zijn zonder buiten in de kou te moeten staan of een kapitaal te besteden aan een echt restaurant.

Mensen met tatoeages zijn zonder uitzondering erg emotioneel.

Wat ik niet snap, zijn volwassen mensen of koppels die er gaan eten. Niet dronken zijnde. Gewoon, uit vrije wil.

Er zat zo’n koppel achter mijn tafeltje. Hij ging duidelijk graag naar de krachttraining maar deed daar enkel de oefeningen voor torso en armen. Een fout die veel jongere mannen maken. Ze trainen hun benen en core niet. Bijgevolg zien ze er belachelijk uit, met een kippennekje en twee vogelbeentjes waar dan een soort opgestoken bovenlichaam op balanceert.

Haar heb ik niet echt goed kunnen zien, omdat ze haar gezicht voortdurend spiegelde in haar telefoonscherm, op zoek naar de beste foto van zichzelf en een McCrispy.

Hadden zij dan niets beters te doen dan wat selfies maken, hoor ik je vragen. Natuurlijk wel. Ook van het koppel en het menu moesten foto’s gemaakt. Was het een uitzonderlijke avond? Vierde dit paar de verjaardag van hun eerste kus? Het kan. Mensen met tatoeages zijn zonder uitzondering erg emotioneel. Hij had zichtbaar tatoeages, van haar kan ik dat niet met zekerheid zeggen.

Op het einde van hun maal en na het maken van minstens een honderdtal foto’s van evenveel onvergetelijke momenten tussen die eerste slok cola en de laatste McReflux, gingen zij naar huis.

Hier zat een paar dat heel de tijd gepraat had over wat de beste hoek was om een zakje frieten op een plateau te fotograferen. Hier ging een paar dat elkaar regisseerde alsof Sofia Coppola zelf al wel eens belde als zij op de set stond en het ook niet meer wist.

Ik ervoer langs een baan in Romagnano Sesia hoe de opstand tegen de machines begon.

‘Draai je hoofd wat naar links.’ ‘Hou die cola ’s wat hoger.’

Buiten reed een jongeman voorbij op een hoverboard met een grote bluetoothkoptelefoon op.

Ik voelde me voor het eerst zoals mijn grootouders zich waarschijnlijk gevoeld hebben toen we hen voor het eerst Skype uitlegden. ‘En zij zien ons ook?’ ‘Ja, oma, ja.’

We gaven ons eten aan fabrieken, onze sociale interacties aan telefoons, onze waarde aan banken die ons in ruil een contactless kaartje geven.

De jongen vroeg of alles naar wens was, en zei dat hij het speelgoedje van mijn dochter altijd kon ruilen voor een ander. Dat was niet nodig, maar toch bedankt. En als we nog iets wilden drinken, ging hij het wel even halen, zo moesten we niet langs dat vervelende vieze scherm om iets te bestellen.

Zo ervoer ik in een McDonald’s langs een baan in Romagnano Sesia hoe de opstand tegen de machines begon. Of hoe de kleinste vorm van menselijkheid en anarchie kan voelen als een warm deken in een wereld van lege batterijen en draadloze relaties.

Fout opgemerkt of meer nieuws? Meld het hier

Partner Content