Luk Wyns over het laatste seizoen van Crimi Clowns: ‘Ik moet niemand meer uit haar broekje smeken’

© Crimi Clowns
Kristof Dalle Journalist

Luk Wyns, schrijver, regisseur en clown Norry zelve, legt zijn Antwerpse criminele clownsbende te slapen. Maar met het derde en laatste seizoen doet hij nog één keer zeer hard zijn eigen zin. ‘Kletterende machinegeweren, ook plezant, toch?’

Bevreemdend, absurd en een zeer hoog what-the-fuckgehalte. Maar genoeg over de devaluatie van de uitdrukking ‘lik op stuk’ en Lieven Van Gils die John Oliver even van antwoord dacht te kunnen dienen. Voor wie zijn tv-clowns echt geestig en zinloos gewelddadig verkiest, lanceert Q2 op 2 maart het derde seizoen van Crimi Clowns, over clown Norry (Luk Wyns) en zijn gegrimeerde gangsterbende. Het laatste ook, als we Wyns mogen geloven. ‘ Never say never, maar het is gezond om af en toe eens iets anders te doen.’

Is de serie in die drie seizoenen geëvolueerd?

Luk Wyns: Ze is gerijpt. Ik durf te zeggen dat het laatste seizoen beter is dan de vorige twee, wat niet altijd het geval is bij sequels. Na drie seizoenen weet je stilaan wel wat je zoveel mogelijk moet uitspelen. Neem nu de geheugenproblemen van Lou (Manou Kersting): als hij weer eens iets vergeten is, krijgt hij een blik in de ogen die je zoveel mogelijk wil zien. Dus hebben we dit keer nog meer misbruik gemaakt van Lou. Of de geloofwaardige hysterie van Rachel (Veerle De Jonghe): ondertussen weet ik dat ik Veerle regelmatig moet laten huilen.

We hebben niet geturfd, maar er lijkt alvast meer vleselijke omgang in de derde reeks geslopen.

Wyns: Ook dat wordt makkelijker. Vroeger kreeg ik barstende koppijn van een seksscène, dus probeer je die te vermijden. Maar blijkbaar went zelfs dat. Bijkomend voordeel: ondertussen is er zoveel vertrouwen op de set dat ik niemand meer uit het broekje moet smeken. (lacht) Er zit dus meer seks in, en die is ook wat extremer in beeld gebracht, net zoals het geweld. Er komen al eens kletterende machinegeweren aan te pas. Ook plezant, toch?

Luk Wyns over het laatste seizoen van Crimi Clowns: 'Ik moet niemand meer uit haar broekje smeken'

Ging jij het pistoolgeweld net niet uit de weg wegens de ongeloofwaardigheid? Het idee dat iemand een kalasjnikov op zich gericht krijgt en vijf minuten laten weer vrolijk fluitend op straat loopt, vond je nogal vreemd.

Wyns:(grinnikt) Ik heb mezelf wat gegund. Als je je punt gemaakt hebt, mag je je eigen regels gerust weer overtreden.

Grote afwezige dit seizoen: Wesley Tersago. Nu Johnny De Mol alles op zijn Nederlandse carrière als presentator zet, werd hem geadviseerd de clownsschmink en de coke links te laten liggen.

Wyns: Je ziet hem nog opduiken – Wesley werkt in de gevangenis aan zijn ontsnapping -, maar Johnny heeft zijn carrière inderdaad over een andere boeg gegooid. Het siert hem dat hij de tijd heeft genomen dit nog mooi af te werken. Je kunt dat spijtig vinden, maar gelukkig blijkt zijn zus Amber (Silke Becu) nog veel verknipter te zijn. En een mooier wijf, dat ook. (lacht)

Toen je de serie schreef, deed je dat met The Sopranos in het achterhoofd. Welke misdaadreeksen bekijk je nu?

Wyns:(denkt na) De enige reeks die me de afgelopen jaren echt van mijn sokken geblazen heeft, was Peaky Blinders. Een karakter- én plotgedreven kostuumdrama met zowel humor als onverwacht en expliciet geweld, mét Cillian Murphy. Een kerel met een vrouwelijk gezicht en zulke zachte ogen zo’n smeerlap laten spelen? Dat is een casting met ballen.

Kun je The Bridge en aanverwanten verdragen? Droge, bloedserieuze krimi, eigenlijk de antithese van wat jij maakt.

Wyns: Mainstream krimi, zowel Vlaams als Scandinavisch, is zeer plot driven: zuivere whodunit. Ik verkies misdaadreeksen met een twist, personages die onverwacht uit de hoek komen, en inderdaad, ook met humor. Nu goed, ik snap het wel: in ons kleine taalgebied moet je vaak op de grootste gemene deler mikken, of vrede nemen met de niche.

Toen Crimi Clowns in 2012 voor het eerst op tv kwam, was het op zijn minst fris en gedurfd te noemen. Merk je vandaag ergens de invloed van jouw reeks?

Wyns: Dat moet haast wel, maar ik kan er niet meteen de vinger op leggen. Met De familie Backeljau was dat ook niet duidelijk aan te wijzen, maar je zag wel dat de Vlaamse tv achteraf iets backeljauer is geworden. (lacht)

Er zit meer seks in, en die is ook wat extremer in beeld gebracht, net zoals het geweld

Ondertussen focus je op docu’s. Vorig jaar was er Take Us Home, over de wederopstanding van Royal Antwerp FC, momenteel werk je aan een boksdocumentaire.

Wyns: Ik volg Yves Ngabu, tweevoudig Europees kampioen bij de cruisers, en Meriton Karaxha, Belgisch kampioen bij de weltergewichten. Twee pupillen van de iconische coach Renald De Vulder van de Antwerp Boxing Academy, die ook Sugar Jackson trainde.

Dat je als fervente Antwerpsupporter Take Us Home draaide, valt te begrijpen. Maar wat spreekt je zo aan in de bokswereld?

Wyns: De toewijding aan een sport die hun hooguit een paar duizend euro per jaar oplevert. Ngabu mag dan wel tweevoudig Europees kampioen zijn, maar hij moet wel blijven voetballen in eerste provinciale om rond te komen. Bovendien zijn boksers veel fijnere gesprekspartners dan voetballers. Zelfs als een voetballer zes goals maakt, zal hij dat achteraf nog een ‘groepsprestatie’ noemen. Zwanst na nie, hè. Boksers zijn daarentegen net heel expliciet over wat ze willen bereiken. Zeer aimabele figuren ook, die met de glimlach zeggen: ‘Ik heb tonnen respect voor jou, maar ik maak je zo meteen wel kapot. Want ik heb een droom, en jij staat die in de weg.’ Als die bel gaat, zie je hun irissen vernauwen en krijgen ze pure moordzucht in de ogen. Heerlijk om te zien. De Vulder vertelde me ook hoe hij die kerels na hun carrière moet deconditioneren: ‘Anders gaan ze al over de rooie als het belletje op de tram gaat.’ (lacht)

Crimi Clowns

Vanaf vrijdag 2/3 op Q2.

Fout opgemerkt of meer nieuws? Meld het hier

Partner Content