‘James Cooke toont in “Leef!” de mens achter zijn personage. Dat blijkt een aangenaam persoon te zijn’
Wat is erger dan terminaal ziek zijn? Terminaal ziek zijn en James Cooke op je dak krijgen. Het is een voor de hand liggende grap. Want James Cooke als het typetje James Cooke aan je sterfbed scoort niet onmiddellijk hoog op de lijst met laatste wensen van de palliatieve mens. De energieniveaus van hyperactiviteit en afscheid liggen nogal ver uit elkaar.
Maar kijk, in Leef! haalt Cooke de mens achter zijn eigen personage uit de kast en dat blijkt een aangenaam persoon te zijn. Weg is de permanente staat van uitbundigheid. Opgelost in het niets is de drang tot zelfpromotie. De mens Cooke beheerst de kunst om in het decor te verdwijnen wanneer het moet. En in deze reeks is dat vaak nodig.
Cooke trekt enkele dagen op met mensen op de rand van de dood om hun nog heel even de tijd van hun leven te bezorgen. Hij ontpopt zich als zorgzame en meelevende ceremoniemeester van het laatste feest voor de begrafenis. Hij gaat op bezoek bij ouders, vrienden, zussen en knutselt natuurlijk een van de laatste, onvervulde verlangens op de bucketlist van de mens die zal sterven in elkaar. Cooke gebruikt daarbij zijn aangeboren naïviteit om de vragen te stellen die anderen wegduwen. Een Vlaming heeft al eens nood aan een ontstopper van vastgeklonterde emoties en Cooke is de perfecte ontstopper.
‘Pak ze eens goed vast’, suggereert hij voorzichtig aan Dimitri, Dimi voor de vrienden, wanneer die hem vertelt dat hij zijn vrienden zal missen. Zachtjes duwt hij hem terug naar de loods waar ze net buitengingen en waar de vrienden achterbleven. Dimi pakt ze eens goed vast en snikt dat hij zich altijd zo moet inhouden, waarop de mannen samen huilen. Alleen een homo krijgt een groep autofanaten zo ver.
Voor Dimi was de rally zijn leven. Zes jaar geleden kreeg hij de diagnose acute lymfatische leukemie. De beenmergtransplantatie mislukte, nu lijdt hij helse pijnen, zijn lichaam is zo gezwollen dat het buitenaards aanvoelt en hij heeft gekozen voor euthanasie. Als de pijn ondraaglijk wordt, biedt de dood een uitweg. Hij vindt het een opluchtende gedachte. ‘Ik ben mezelf niet meer’, zegt hij geregeld. Alles waar hij van genoot is onmogelijk geworden. Met de auto rijden, goed gas geven, het kan en het mag niet meer. Naast zijn kist wil hij twee rallywagens. Cooke trekt verwonderd de wenkbrauwen op. ‘Het geluid van een optrekkende auto of goede seks. Wat kies je?’ Dimi zwijgt. ‘Is dat zo’n moeilijke keuze?’ ‘Ik durf niet antwoorden.’ En hij lacht. Bijna uitbundig.
James Cooke haalt de mens achter zijn eigen personage uit de kast. Dat blijkt een aangenaam persoon te zijn.
Omdat het televisie is, moet men ook scoren. Cooke regelt een rallyrit met Freddy Loix. Bij iedere aanwezige stromen de tranen. Het is het moment van de grote emoties. Maar het mooiste moment is een ander, een dat volgens mij Cooke als mens het meest typeert. Hij laat Dimi stiekem zijn naam schrijven aan de binnenkant van de stuurcabine van een vrachtwagen die nog gemonteerd moet worden. Het was het werk dat Dimi deed voor hij ziek werd. Nu heeft hij zichzelf erin vereeuwigd. ‘Zo rijd je voor altijd de wereld rond.’
Als het programma daar gestopt was, dan was het straffe televisie geweest. Nu is het vooral als tijdsdocument voor nabestaanden een onvervangbare hoogvlieger, maar is het als tv-programma te lang uitgesponnen. Alles moet verteld en getoond worden. Het weerzien met de familie en vrienden na de dood van Dimi, gevolgd door een nabespreking van de film van het te korte leven van Dimi. Of ze het mooi vonden, wil Cooke ten overvloede weten. Of Dimi ervan genoten zou hebben. En dan komen er nog meer tranen, natuurlijk. Waar had ik dat eerder gezien? En toen wist ik het weer. Enkele jaren geleden. Op Eén. Afscheid heette het toen en Karine Claassen was de Cooke van dienst.
Maandag 22/2, 20.35, Play 4 **
Fout opgemerkt of meer nieuws? Meld het hier