Ikram Aoulad: ‘Het is goed dat de oude, witte dinosauriërs vandaag met de kak in de broek zitten’
‘Been there, done that, got the T-shirt.’ Drie jaar geleden was Ikram Aoulad vrij zeker dat haar acteercarrière voorbij was. Vandaag glimt ze tegelijkertijd in de prestigereeksen Over water (Eén) en De luizenmoeder (VTM).
‘Supercalifragilisticexpialidocious?’
‘Doe dat nog eens.’
‘Super-cali-fragilistic-expiali-docious. Supercalifr… Zal ik er anders ook even bij tapdansen, Ikram?’
‘Ik krijg dat dus niet uit mijn strot, hè,’ grinnikt Ikram Aoulad. ‘Dat is echt iets zeer wits. Ik blijf het ook vreemd vinden hoe mensen daar nooit over struikelen, maar dan wel lijken te stikken telkens ze mijn naam proberen uit te spreken.’
Geen idee hoe we plots bij Mary Poppins uitgekomen zijn. Maar het zal niet de laatste plotse U-bocht in ons gesprek zijn. Onder Aoulads weelderige krullen houdt zich een nogal associatief brein schuil. Een makkelijk afgeleid brein ook. Een brein dat in een kleine rondvraag bij collega’s ook het vaakst omschreven werd als ‘bruisend’ en ‘ADHD’ met een goedbedoeld vraagteken erachter. ‘Op de set verstoppen ze mijn koffiekop als ik te hard ga’, lacht ze. ‘Als de sfeer goed zit, word ik een soort overgeprikkeld klein kind. Maar geen nood, I’ll tire myself out, na een halfuurtje is dat ook weer voorbij. O, het hagelt. Kijk! … Sorry, waar was ik ook alweer?’
Mijn vrienden weten ondertussen dat ik niet stilletjes van hun feestje weggelopen ben, maar allicht even in de boomhut van hun kinderen zit uit te blazen.
‘Dat bruisen.’
‘Mja, dat lijkt alleen maar zo. Eigenlijk ben ik behoorlijk sociaal gehandicapt. Mijn sensoren staan altijd op 110 procent, maar dat betekent ook dat ik na een week op de set echt wel een paar dagen in mijn eentje door mijn huis moet kunnen spoken. Even weer opladen. Geef toe, mensen kunnen ook gewoon echt vermoeiend zijn. Mijn vrienden weten ondertussen gelukkig dat ze de politie niet moeten bellen als ze me vier dagen niet gezien of gehoord hebben. (lacht) En dat ik niet in alle stilte weggelopen ben van hun feestje, maar waarschijnlijk gewoon een halfuurtje in de boomhut van hun kinderen zit uit te blazen.’
Momenteel is Aoulad zowel te zien als Racha in Over water (Eén), als Aisha in de film De collega’s 2.0 en als Mel in de Vlaamse remake van De luizenmoeder (VTM), moeder van Shanaya en de helft van het in Nederland al iconische duo Mel en Kim. Het tweede seizoen van Over water is ondertussen ook ingeblikt, net als De kraak, een nieuwe dramareeks die vermoedelijk in 2020 op VTM te zien zal zijn. Alles loopt omzeggens gesmeerd voor de vrouw die in 2016 haar acteercarrière eigenlijk al half begraven had. ‘SINcollectief, het theatergezelschap dat ik samen met Nadia Benabdessamad, Fikry El Azzouzi en Junior Mthombeni had opgericht, werd na Reizen Jihad ontbonden en het voelde alsof ik weer van nul moest beginnen. “Bon, dat was het dan?” dacht ik. “Been there, done that, got the T-shirt.” Ondertussen kan ik er weer van leven, maar tot en met de opnames van Over water werkte ik op de dienst schuldvorderingen van een energieleverancier. Om maar te zeggen, ik voel me vandaag echt gezegend.’
#blessed.
Ikram Aoulad: Echt #blessed, ja. #blessingsonblessings zelfs. (lacht) Vooral omdat ik het op mijn manier heb kunnen doen. Gestaag, maar met een heel duidelijke richting.
Er zijn uitzonderingen te bedenken, maar je lijkt er opmerkelijk goed in geslaagd om de grootste castingclichés te vermijden. Niet per se een evidentie voor een – opnieuw – beginnende actrice.
Aoulad: Dat is ook de voornaamste reden waarom ik doe wat ik doe: ik wil de beeldvorming bijstellen. Als kind van migrantenouders en als kind uit een gezin van acht ben ik zowat grootgebracht door de televisie. Meteen ook de enige acteeropleiding die ik ooit gehad heb. In het zeldzame geval dat er toen toch iemand van kleur opdook in een tv-reeks, was dat zonder uitzondering een ongenuanceerd cliché.
Dus weiger jij de clichérollen principieel?
Aoulad: De eendimensionale rollen? Zeker. Vandaag toch. Het gebeurt echt regelmatig dat ik een script lees en denk: Sorry jongens, maar dit is gênant anno 2019. Maar mijn allereerste tv-rolletje, in Witse, was één grote stinkende berg clichés. ( lachje) In mijn twee afleveringen passeerden zowel machomoslims, hoofddoeken, vrouwenbesnijdenis als maagdenvliesherstellingen de revue. Alles waaraan ik dus nooit wilde meewerken. Ik heb daar geen spijt van, je moet nu eenmaal ergens beginnen, maar ik zou het vandaag nooit meer aannemen. Of het moest zijn dat ik verregaande inspraak krijg in het scenario.
Nu goed, ik heb geen gezin, dat maakt het allemaal toch net iets makkelijker om principieel te zijn. Als je eenmaal kinderen hebt, lijkt me dat net iets minder evident. ‘Sorry jongens, deze maand krijgen jullie enkel boterhammen met choco. Mama werkt aan de beeldvorming van Marokkaanse vrouwen in de media.’
Lukt dat, inspraak afdwingen in een scenario?
Aoulad: Af en toe. Voor De bunker (VTM) hadden ze me bijvoorbeeld de rol aangeboden van een lesbische moslima die door de staatsveiligheid gechanteerd werd om haar eigen familie, verdacht van terrorisme, te bespioneren. Gebaseerd op een wraakroepend voorval uit 2009, toen een jonge, Antwerpse moslima door een would-be-imam gemarteld werd om de lesbische duivel uit haar te drijven. Met de dood tot gevolg. Mijn personage zou dat ook allemaal moeten doorstaan. Het was allemaal net iets te veel voor mij, het liet weinig aan de verbeelding over en alle mannen waren eendimensionale, fanatieke machomoslims. Ik weigerde beleefd, maar ze bleven aandringen omdat ze niet meteen iemand anders vonden. Wat ik interpreteerde als ’tiens, ik heb misschien wel een drupje macht?’ (lachje) In samenspraak hebben we toen het een en ander aangepast. Zo wilde ik dat je de interne strijd van haar vader kon zien, die dat exorcisme ook alleen maar liet uitvoeren onder druk van de gemeenschap.
Voor alle duidelijkheid: ik heb er geen probleem mee om een cliché te spelen. We zijn allemaal walking, talking clichés – zie mij hier zitten met mijn muntthee – maar dat mag enige diepgang en nuance niet uitsluiten.
In De collega’s 2.0 wil Ben Segers een auto stelen en vraagt hij aan jou hoe jouw broers dat precies doen. Wat later klinkt het ‘dimmen, hè, miss halal’. Is dat niet eerder de Vlaamse onderbuik kietelen dan nuancering aanbrengen?
Aoulad: Twee seconden later noem ik hem een racistisch zwijn. Zolang mijn personage correct mag reageren op een situatie die helaas uit het leven gegrepen is, zie ik daar weinig graten in. Eén recensent van De collega’s 2.0 had het over ‘het cliché van de kwade allochtoon’. (droog) Mkay. Ik zag een ambitieuze, feministische directiesecretaresse van Marokkaanse origine die niet met zich laat sollen, maar blijkbaar was ik dus gewoon een ‘kwade allochtoon’ aan het spelen.
Mijn allereerste tv-rolletje, in Witse, was één grote stinkende berg clichés. Ik heb daar geen spijt van, maar ik zou dat vandaag nooit meer aannemen.
Wat maak jij van de ‘die met die oogjes’-opmerkingen van Juf Els over een Aziatisch kind in De luizenmoeder? Of over de gekleurde vader die een vergadering binnenvalt en als de poetshulp weggezet wordt?
Aoulad: Wie dat al erg vond, kan de Sinterklaasaflevering maar beter helemaal links laten liggen. (lacht) Uiteraard is dat op het randje, maar zo ontstaat er op zijn minst wel ruimte voor een gesprek. En je mag de etter in de maatschappij gerust ook eens laten zien. In Nederland heeft de reeks een hoop opiniestukken losgeweekt, maar De luizenmoeder houdt ons gewoon een spiegel voor: kijk er vooral eens lang en goed in, en laat ons er dan in de echte wereld aan werken. In plaats van opiniestukken te schrijven.
Er is in Nederland ook wat ophef ontstaan over het tweede seizoen van De luizenmoeder. Dat wordt binnenkort uitgezonden, en daarin zal een zeer klassiek moslimkoppel zijn intrede doen. De reacties schipperen nu al tussen onverbloemd racisme en de bedenking ‘waarom moet dit in een Nederlandse reeks? Dit gaat toch niet over ons?’ Dat is toch een vreemde reactie? Ik heb vroeger meer eenhoorns dan moslima’s op tv gezien, maar hoewel een wit personage misschien niet op mij leek, kon ik daar wel door geraakt worden. Little House on the Prairie? Ik wás Laura Ingalls (de dochter van het gezin in deze Amerikaanse reeks uit de seventies, nvdr.). Dat is net de kracht van televisie. Maar blijkbaar werkt dat niet in de omgekeerde richting. Geef een ploetermoeder een hoofddoek en plots is de ploetermoeder niet meer relatable.
Je zit ook in een vrij unieke positie: de poule van Vlaamse thirtysomethingactrices met een Marokkaanse achtergrond is eerder klein.
Aoulad: Tof hè, zo’n monopolie. (lacht) Nee, ik voel me bij momenten vooral heel eenzaam: ik mis wat lotgenoten in deze stiel. De stap naar de toneelschool is helaas nog steeds geen vanzelfsprekende keuze in de Marokkaanse gemeenschap. Maar wie kleur wil casten, heeft wel wat opties: denk aan Aïcha Cissé, Aminata Demba, Sachli Gholamalizad en sinds kort ook Nora Dari uit wtFOCK. Maar iedereen zoekt momenteel zowat zijn eigen weg.
In Over water speel je Rasha Talhaoui, een agente, maar die had net zo goed Sofie kunnen heten. Hoopvolle evolutie.
Aoulad: Initieel heette ze ook gewoon Annemie, denk ik. Heel mooi hoe Tom Lenaerts en Paul Baeten Gronda toch even over de usual suspects heen hebben gekeken. We zijn eindelijk op het punt dat regisseurs steeds vaker bewust kleur casten in ‘gewone’ rollen. Dat een Tom ook gewoon zwart kan zijn. Of een Kim half-Marokkaans. En geef toe, een Antwerpse agente met Marokkaanse roots is nu ook niet bepaald sciencefiction.
Het omgekeerde gebeurt vreemd genoeg ook. De dag is ontegensprekelijk een topreeks, maar…
Aoulad:(knikt hevig) Onderhandelaar Ibrahim wordt plots gespeeld door Lukas De Wolf, ja. Ik had daar precies ook eerder een Rashif verwacht en geen Lukas. Heel raar dat daar helemaal geen reactie op gekomen is, want dat verschilt toch maar weinig van de whitewashing met Matteo Simoni in Patser?
Vooral omdat zijn achtergrond niet relevant was voor de plotontwikkeling. Noem je onderhandelaar dan gewoon Kevin.
Aoulad: Akkoord. Nu goed, ze hebben met Zouzou Ben Chikha en Nabil Mallat wel kleur gecast. En ik apprecieerde het moment waarop Ibrahim zich aan de telefoon met de gijzelnemers voorstelt als Bram. ‘Want zoals er mannen zijn die niet naar een vrouw willen luisteren, zijn er ongetwijfeld ook mannen die niet naar een Ibrahim willen luisteren’, legt hij dat achteraf uit. Met die ene zin werd voor mij veel goedgemaakt, want daar tonen ze dat ze de gevoeligheid wel in de vingers hebben. In de theaterwereld is het nog altijd geen evidentie, maar ik heb het idee dat de tv- en filmsector zichzelf vandaag wel in vraag durft stellen.
Patrick Duynslaegher, aftredend directeur van Film Fest Gent, zag onlangs in Knack nochtans een soort ‘democratisch revisionisme’ opduiken in de hele cultuursector. Hij bedacht zich dat hij ‘gelukkig nog homo’ was, want anders voldeed hij helemaal aan het leidinggevend profiel dat vandaag overal afgeserveerd wordt.
Aoulad: (grinnikt) Het is goed dat de oude, witte dinosauriërs vandaag met de kak in de broek zitten. Ze hebben lang genoeg vrijwel exclusief hun zeg mogen doen. Het is even aan ons nu. Aan vrouwen van eender welke achtergrond, de lgbt-gemeenschap, de jongeren die nu brossen voor de bossen. Basically aan iedereen die al die tijd genegeerd is geweest.
Ik snap dat sommigen nerveus worden van die shift en zich niet meer helemaal zeker weten over hun eigen positie, maar dat is gezond. Dat is evolutie. En niemand wil iets afnemen van een ander: we vragen gewoon ook een beetje ruimte.
Is SINcollectief destijds ontstaan vanuit die frustratie?
Aoulad: Niet vanuit frustratie, eerder vanuit een noodzaak. Omdat we voelden dat de verhalen en de rollen waar we zelf naar op zoek waren simpelweg niet bestonden. En omdat we de opmerking van theaterhuizen – ‘die jongeren van jullie zijn niet geïnteresseerd in theater’ – een beetje beu waren. ‘En als ze met de klas komen, zetten ze de boel op stelten.’ Oké, maar wat schotel je hen ook voor?
For the record, Dood van een handelsreiziger is voor geen enkele puber, ongeacht zijn achtergrond, een luchtig en toegankelijk opstapje naar theater.
Aoulad: Ons eerste stuk heette H&G (Grimmiger), een bewerking van Hans & Grietje, maar dan in de grootstad. Met hangjongeren. De heks werd een dealer. Het peperkoeken huisje een kraakpand. En ik een heel fel Grietje. We raakten ongezonde thuissituaties aan, familiaal geweld, drugsmisbruik, een gebrek aan toekomstperspectieven… En dan komt er plots een beer van een puber, die al drie keer het vijfde middelbaar heeft overgedaan, na de voorstelling op je af: ‘Merci. ‘k Versta da. Da gaat over mij.’ Zulke jongeren krijg je inderdaad niet stil met Dood van een handelsreiziger, en dat kun je hen echt niet kwalijk nemen.
Ik snap dat mijn vader de man die op mijn achtste naar mij spuugde en ‘Vuile makak’ riep op de Meir niet naar de keel vloog.
Met een cabrio door Borgerhout cruisen om met een megafoon mannen te catcallen (‘ Ey, gij hèt schoon ogen. Naar waar gade gij?’) De oprichting van B.O.M.B. – Blèft Oat Mijn Broek – een zelfhulpgroep voor ontredderde mannen die zich belaagd voelen door geëmancipeerde moslima’s ‘die niet eens hun ogen meer neerslaan’. Een bodybuilder een XL-boormachine laten demonstreren tot de innuendo-emmer helemaal overloopt. Het Maximiliaanpark als een soort hipsterfestival neerzetten, pedalerend in de modder en – vooral – veel tragikomische momenten. Of rond het Offerfeest een enquête organiseren voor een tijdelijk slachthuis op de Antwerpse kaaien (‘We zoeken ook nog vrijwilligers, mevrouw. Hoe staat u tegenover schapen?’).
Doodzonde dat Keltoum Belorf, Abbie Boutkabout en Ikram Aoulad hun gelegenheidscollectief De Fatima’s een aantal jaren geleden hebben ontbonden, want de YouTube-filmpjes die nog circuleren, blijven tot op vandaag zeer geestig. ‘We wilden vooral eens goed rammelen met het heersende beeld over moslima’s’, zegt Aoulad. ‘Alsof wij geen humor zouden hebben, geen zelfrelativering en nooit kritisch over onszelf zouden nadenken. Misschien halen we De Fatima’s ooit nog opnieuw uit de kast, maar voorlopig hebben we het allemaal te druk.’
Comedy – zeker de droge variant – lijkt je zeer goed te liggen.
Aoulad: Comedy is altijd mijn ontsnappingsroute geweest. Ik was een nogal donker kind. Een eenzaat ook. Comedy gaf me lucht. ‘Alles lijkt misschien wel eng en donker daarbuiten, Ikram, maar kijk, er kan nog altijd gelachen worden.’
Hoe donker kan een kind zijn?
Aoulad: Ik was een eenzaat. En bloedserieus. Je hoort me niet zeggen dat ik als oudste van acht kinderen geen jeugd gehad heb, maar met alle pampershifts en verantwoordelijkheden kreeg ik toch ook niet bepaald de kans om ongegeneerd jong te zijn. En laat ons ook niet vergeten dat migratie gewoon een dramatische kant heeft. En ik ben er heilig van overtuigd dat ouders bepaalde trauma’s kunnen doorgeven aan hun kinderen. Ik weet in welke lastige en pijnlijke omstandigheden mijn ouders naar België gekomen zijn, weliswaar omdat ik het uit mijn ooms en tantes gepeuterd heb toen ik twintig was. Als ik mijn moeder daarnaar vraag, wordt dat tot op vandaag afgeblokt met ‘Laat ons het daar niet over hebben, alles is nu toch oké?’
De generatie van jouw ouders wilde vooral onder de radar vliegen.
Aoulad:(knikt) Vooral geen ophef veroorzaken. Ik snap dat mijn vader de man die op mijn achtste naar mij spuugde en ‘Vuile makak’ riep toen we over de Meir liepen niet naar de keel vloog maar mij gewoon wegtrok en zachtjes probeerde te sussen. Iedereen van mijn generatie heeft zulke verhalen, iedereen was getuige van de offers die zij hebben gebracht. Geen wonder dat wij vandaag zo mondig zijn. Wij willen gewoon gehoord worden, wat ons ook zal lukken. Want laat ons wel wezen, alle minderheden samen, van welke kleur of geaardheid dan ook, zijn al lang geen minderheid meer.
Over water
Elke zondag op één.
De luizenmoeder
Elke woensdag op VTM.
Ikram Aoulad
Geboren in 1982 in Antwerpen als Ikram Aoulad L’Ahcen.
Richt samen met Fikry El Azzouzi SINcollectief op (Reizen Jihad, Wachten op Gorro).
Rammelt met alle clichés over moslima’s als een derde van De Fatima’s.
Speelt in films als De behandeling (2014), Het tweede gelaat (2017) en De collega’s 2.0 (2018).
Acteert ook in De 16, Generatie B, Vermist, Cordon, De luizenmoeder en Over water.
Fout opgemerkt of meer nieuws? Meld het hier