Hoe ik verslingerd raakte aan een Australische kleuterreeks over een pratende blauwe pup
Het is de beste kinderreeks van onze tijd. Het is de Casper en Hobbes van de kleuter-tv. Ryan Gosling is fan. Dus waarom krijg ik mijn kinderen niet zo ver dat ze naar Bluey kijken?
‘En wat vonden jullie ervan?’
‘Mooi’, zegt de oudste.
‘Zullen we er nog eentje kijken dan?’ vraag ik.
‘Mogen we ook Paw Patrol?’
‘Maar willen jullie niet liever Bluey? Jullie vonden het toch mooi.’
‘Ja, maar Paw Patrol is mooier’, zegt de jongste, die altijd de kant van zijn zus kiest. ‘Mogen we Paw Patrol?’
‘Eerst één Bluey en dán een Paw Patrol?’
‘Wij willen Paw Patrol. ’
Passief televisiekijken is een onderschat aspect van het moderne ouderschap. Erbij zitten terwijl je kinderen tv kijken, klinkt als een moment van rust. Dat is het niet. Of beter: dat is het enkel de eerste jaren, wanneer jij de god van de afstandsbediening bent, de kinderen niet beseffen dat er andere opties zijn en niemand protesteert bij Pieter Konijn. Maar dan ontdekken kinderen bij een vriendje dat er ook zoiets als My Little Pony bestaat, krijgen ze van hun oma een boterhammendoos van Paw Patrol en is je televisionele Tuin van Eden verwoest. (Blijkt dat kinderen ook niet hoeven te kunnen lezen om Netflix op te zetten, te navigeren tussen de icoontjes en feilloos Ladybug & Cat Noir te lokaliseren. iPads zijn, samen met Memory, het terrein waar kleuters waarlijk excelleren.) Passief televisiekijken wordt plots een opgave, een nieuwe ouderlijke taak die energie, geduld, volharding en compromis vereist. Zoals iedereen weet die Marshall, Rubble, Chase, Rocky, Zuma en Skye in volgorde kan opnoemen.
Erbij zitten terwijl je kinderen tv kijken, klinkt als een moment van rust. Dat is het niet.
En dus ben ik al een hele zomer bezig aan een persoonlijke queeste: mijn kinderen nudgen in de richting van Bluey, de enige kinderreeks die ik kan meekijken zonder compulsief mijn gsm te checken. Bluey, voor wie niet mee is, is een fenomeen. Het is de ‘beste kinderreeks van onze tijd’, aldus Vulture, en ‘de beste televisieserie ter wereld’, aldus The Guardian. Eén aflevering, Sleepytime, had lange tijd een perfecte score op IMDb, waarmee ze enkel Ozymandias van Breaking Bad naast zich moest dulden. Ryan Gosling, Eva Mendes en hun twee dochters zijn notoire fans, net als Natalie Portman, Rose Byrne en Billy Joel. Bluey is, met andere woorden, die zeldzame reeks die zowel ouders als kinderen leuk vinden. Wat allemaal bijzonder overtuigende argumenten zijn, behalve dan voor een drie- en een zesjarige. Voor een drie- en een zesjarige is het simpel. Bluey is leuk, maar Paw Patrol is leuker. En dus willen ze Paw Patrol. Dat het leven meer is dan een maximalisatie van leukheid, is een les die ze nog moeten leren.
Veel valt er dan niet meer te argumenteren, ze verplíchten om Bluey te kijken voelt een stap te ver. Na twee maanden heb ik de strijd dan ook min of meer opgegeven. Al is dat niet helemaal het einde van Bluey in ons gezin gebleken.
Als de kinderen slapen, kijk ik in mijn eentje.
Het is de persoonlijke tijdcapsule van een Australische vader.
Ik ga het niet proberen te ontkennen: Bluey is inderdaad een reeks over een familie pratende, rechtopstaande honden. Blue heelers om precies te zijn, een Australisch ras van veedrijvershonden. Er is Bluey, een blauwe pup met een gezonde dosis verbeelding. Er is haar jongere zusje Bingo, eeuwige sidekick in het universum van haar grotere zus. Bandit is de energieke, speelse papa, een antropomorfe hond waarvan het me na tachtig afleveringen nog niet duidelijk is wat zijn job precies is. (Iets met archeologie, naar het schijnt.) Chilli, de mama, is een zorgzame, geduldige moeder die de mental load draagt en heel veel boeken van Nina Mouton lijkt te hebben gelezen. Het begrip ‘parentale burn-out’ blijkt in het universum van Bluey niet te bestaan.
Bluey is het geesteskind van Joe Brumm, een Australische tekenaar en vader van twee die in 2009 een animatiestudio in Brisbane opstartte met een helder plan: een eigen versie van Peppa Pig maken, een van de weinige hedendaagse kleuterreeksen die ook voor ouders uitstaanbaar is. (Sommige ouders verschillen daarover van mening.) Drie seizoenen en 151 afleveringen leverde hij sindsdien af, telkens zeven minuten lang en opgebouwd rond kleine, huiselijke scènes. De verhaallijnen schrijft Brumm stuk voor stuk zelf, gebaseerd op gesprekken met kinderpsychologen en de fantasiespelletjes die zijn kinderen speelden. ‘Hun spelletjes waren zo raar en bizar’, vertelde hij in 2019 aan een Australische academicus. ‘En de herinneringen eraan gingen verloren in de tijd.’ Behalve een kinderreeks voor jong en oud moest Bluey ook zijn persoonlijke tijdcapsule worden.
Die insteek was meteen duidelijk in aflevering 1, De magische xylofoon, die voor het eerst in 2018 op de Australische tv uitgezonden werd. Bingo, Bluey en Bandit stoten tijdens het spelen in de living op een speelgoedxylofoon waar ze al snel een fantasiespel rond bedenken: slaan ze een noot aan op het instrument, dan kunnen ze elkaar bevriezen. Wat voor Bluey en haar zusje al snel een opportuniteit blijkt om hun bevroren vader zo dwaas mogelijk te schminken.
De toon is opvallend rustig. De muziek en de visuele stijl zijn die van eender welke andere kleuterreeks. Ergens aan het einde wordt een les meegegeven over het belang van speelgoed delen. Maar wat die eerste aflevering van Bluey meteen al van de rest van de kinder-tv onderscheidt, is het scherpzinnige inzicht in de complexe wereld van het fantasiespel. Bluey wéét dat het bevriezen niet echt is. Ze wéét dat haar vader weet dat het niet echt is. Het impliciete pact is dat, zolang niemand het benoemt, die fantasiewereld standhoudt. Ooit gaf mijn dochter mij een tas heksensoep, gemaakt van aarde, confetti, stenen en regenwater, terwijl ze zachtjes in mijn oor fluisterde: ‘Niet echt van drinken, hè. Ik ben aan het spelen.’ Waarna ze naadloos weer in haar fantasierol gleed en vroeg of ik er kikkerpoten in wilde of niet. Bluey is de eerste kinderreeks die dat snápt.
Ooit gaf mijn dochter mij een tas heksensoep, terwijl ze in mijn oor fluisterde: ‘Niet echt van drinken, hè. Ik ben aan het spelen.’ Bluey is de eerste kinderreeks die dat snápt.
‘Het viel me op dat de spelletjes die we speelden vaak als Monty Python aanvoelden’, vertelde Brumm erover aan Vulture. ‘Mijn dochters regisseerden me. Je koopt een kopje thee en je geeft hen het geld, waarna ze het geld terugsmijten en je kopje pakken. Het was zo absurd dat het me deed lachen.’ Zeker in het eerste seizoen staat de vernuftige fantasiewereld van Bluey – en de bereidheid van Bandit om daarin mee te gaan – centraal. In Tapijt-eiland bouwen Bluey en Bingo een onbewoond eiland van een tapijt, waarin kleurstiften eender wat kunnen voorstellen, van bananen tot slangen. In Ziekenhuisje is Bandit een patiënt die een röntgenfoto moet ondergaan, waarna blijkt dat hij een kat in zijn buik heeft die er enkel met een muis uitgehaald kan worden. In Schaduwland bedenkt Bluey een spel waarin ze enkel over schaduw mogen lopen, tot de lucht betrekt en ze vast komen te zitten in een veld. Wanneer een vriendje oppert om de regels aan te passen en toch verder te lopen, zegt Bluey: ‘Je mag niet vals spelen. Anders houdt het geen steek om het spel te spelen.’ Bluey neemt kinderspel heel serieus.
Het is de Casper en Hobbes van de kleuter-tv.
De eerste keer dat ik begreep dat Bluey meer was dan een goed gemaakte reeks voor kleuters, was toen ik Kamperen zag, de 43e aflevering van seizoen 1. Bluey gaat met haar gezin op kampeertrip, waar ze een Frans vriendje maakt, Jean Luc. Ze spreken elkaars taal niet, maar slagen er wel in om samen te spelen. Elke ochtend zoeken ze elkaar op aan het riviertje, elke avond nemen ze afscheid en gaan ze terug naar hun tent. ‘Ik zie je morgen’, zegt Bluey na de zoveelste dag. ‘Non, pas demain matin’, antwoordt Jean Luc met een triestige blik. Bluey begrijpt niet wat hij zegt, maar ontdekt ’s anderendaags wat het betekent als de tent van Jean Lucs ouders verdwenen is.
Dat was sip.
Er schuilt een zekere melancholie onder de kinderwereld van Bluey: het idee dat de idylle niet blijft duren. Dat kinderen niet voor eeuwig kinderen blijven. In die zin lijkt Bluey de spirituele opvolger van Casper en Hobbes, de strip over de ingebeelde avonturen van een jongetje en zijn tijgerknuffel. Wat minstens voor een deel verklaart waarom Bluey bij volwassenen een fenomeen is. Volwassenen met een normále psychosociale ontwikkeling, voor alle duidelijkheid. Het ligt namelijk niet alleen aan mij: het zijn in de eerste plaats de ouders, niet de kinderen, die met Bluey dwepen.
Online is Bluey sinds dat eerste seizoen tot een volwaardig fandom uitgegroeid, waarbij volwassen kijkers elke aflevering dissecteren in fanpodcasts, op fanfora en met fantheorieën. (Chilli heeft een miskraam gehad en de ouders van Judo, Blueys buurmeisje, zouden gescheiden zijn, aldus de populairste onder de theorieën.) Natalie Portman, Eva Mendes en Lin-Manuel Miranda zijn niet enkel grote fans, ze kregen doorheen de jaren ook kleine gaststemmen. Nieuwe afleveringen worden onthaald alsof het seizoensfinales van Stranger Things zijn. (Momenteel wordt er heel hard uitgekeken naar Cricket, ‘de meest ontroerende Bluey-aflevering ooit’, die wel al in Australië verschenen is, maar nog geen internationale release kreeg.) Volwassenen blijken trouwens opvallend emotioneel te worden van Bluey: het internet staat vol met lijstjes van Afleveringen Die Je Het Hardst Doen Wenen.
Die parentale aantrek is ook Joe Brumm, de geestelijke vader, niet ontgaan. Ik ben er nog niet uit of ik het een goede evolutie vind of niet, maar vanaf het tweede seizoen lijkt Bluey nadrukkelijker op de ouders te mikken. In Bouwpakket spelen Bluey en Bingo met het bubbelplastic en de kartonnen dozen van een Ikea-meubel, waarbij ze terloops de evolutie van waterorganisme over dinosaurus tot holbewoner uitbeelden. Regen is een woordeloze, poëtische aflevering waarin Bluey de regen op de oprit probeert in te dammen. Poppen, waarin Bandit met een handpop speelt, eindigt met Bluey die zich afvraagt of ze eigenlijk wel vrije wil heeft terwijl ze door een menselijke hand geanimeerd wordt. Niet meteen het soort verhaallijnen waar kinderen veel aan hebben, maar ze leveren wel prachtige televisie op.
Er schuilt een zekere melancholie onder de kinderwereld van Bluey: het idee dat kinderen niet voor eeuwig kinderen blijven.
Dé meest geprezen aflevering van Bluey blijft Slapenstijd, de negende episode van het tweede seizoen, waarin Bingo (met een knipoog naar 2001: A Space Odyssey) droomt dat ze door de kosmos reist. Slapenstijd haalde bij The New York Times de eindejaarslijsten van beste televisie-episodes van 2020. Mijn dochter vond het ‘mooi’. ‘Gewoon mooi?’ ‘Gewoon mooi, ja. Mogen we nu Paw Patrol?’
Misschien hebben mijn kinderen gelijk.
Misschien is Bluey meer een reeks voor mij dan voor hen.
Het is een handboek modern ouderschap.
En dan is er nog een andere reden waarom ik in mijn eentje naar Bluey blijf kijken: Bandit, de meest controversiële vaderfiguur uit het hedendaagse tv-landschap. Toen Joe Brumm een vader voor Bluey bedacht, wilde hij een antwoord bieden op de Daddy Pigs, Fred Flintstones en Homer Simpsons van de animatiegeschiedenis, een lange traditie van hopeloze, stuntelende vaders. Bandit is dat nadrukkelijk níét. Hij valideert de emoties van zijn kinderen. Conflicten lost hij op met eindeloos geduld, nooit met boosheid. Altijd heeft hij energie om in de fantasiespelletjes van zijn kinderen te duiken. Niet omdat hij zelf een kind is, maar omdat hij een voet wil hebben in hun leven. Bandit is een onlinecursus mild ouderschap in de vorm van een blauwe hond.
Ik ben geen Bandit.
Niemand is een Bandit.
Het ding is namelijk: zo prachtig als de fantasiewereld van kinderen is om te aanschouwen, zo moeilijk is het om erin te participeren. Krijgen je kinderen je nog eens zo ver dat je meedoet met Mega Mindy, dan blijkt hun spel al snel een kwestie van ondergaan. ‘Neehee, de knuffel is niet de boef. De robot is de boef.’ ‘Neehee, je mag hem nog niet vangen. Hij moet eerst de toverdrank drinken. En mag ik een emmer water voor de toverdrank? En glitter?’ Een gemiddeld fantasiespel blijkt ook gemiddeld één minuut te duren, waarna ze het opnieuw en opnieuw en opnieuw willen spelen. Tot je jezelf, helemaal murw, hoort zeggen: ‘Papa moet beginnen te koken.’
Bandit, Australisch vader van het jaar in 2019 in de categorie hond (geen grap), zegt dat nooit. Wordt hij aangetikt met een magische asperge, dan blijkt er een briljante walrus in hem te schuilen. Hij heeft het geduld om niet één, niet twee, maar zes imaginaire hamburgers op te eten. Zijn innerlijke piraat is ongeëvenaard. Nooit zit hij zijn gsm te checken in de speeltuin. Eén keer zien we hem uitgeteld in de zetel liggen. Eén keer.
Behalve bewondering wekt Bandit dan ook vooral irritatie op. Als in: Bandit blijkt gehaat te worden door een substantieel percentage van de jonge ouders. Wat een sterke emotie is om jegens een fictieve hond te voelen. Maar dat is wat gecumuleerd slaaptekort met iemand doet: sterke emoties teweegbrengen.
Joe Brumm, verveeld met het schuldgevoel dat zijn personage de volwassen kijkers bezorgde, leverde uiteindelijk een respons in aflevering 93. In Inktvisje krijgt Bluey haar vriendinnetje Chloe over de vloer. Ze spelen een eigen versie van overlopertje, waarbij ze voorbij Bandit moet raken, die met bungelende armen, een dwaze blik en volle overtuiging een octopus speelt. Maar dan, wanneer Chloe opgehaald wordt, switcht de aflevering plots van perspectief. We volgen Chloe, die thuis met haar vader inktvisje probeert te spelen. Het is niet hetzelfde. Chloes vader voelt zich ongemakkelijk, snapt de verzonnen regels niet en onderbreekt om de haverklap het spel om op Wikipedia te verifiëren of het octopussen dan wel octopi is. Een triest einde lijkt in de maak, tot vader en dochter samen een compromis vinden: een nieuwe versie van inktvisje, gebaseerd op een meer feitelijke basis. Voor de aflevering erop zit, zien we hoe Chloe het nieuwe spel bij Bluey introduceert op hun volgende woensdagnamiddag. Bluey vindt de nieuwe versie leuker.
Niet elke vader hoeft Bandit te zijn. Bandit is een streven.
Van sommige afleveringen van Bluey heb ik de indruk dat ze speciaal voor mij geschreven zijn.
Bluey
De eerste 140 afleveringen zijn te zien op Disney+.
De vijf beste Bluey-afleveringen voor volwassenen
Bij wijze van introductie.
Slapenstijd
seizoen 2, aflevering 9
Was lange tijd de best gereviewde tv-aflevering op IMDb aller tijden (tot fans van de manga Attack of Titan de score van Slapenstijd artificieel omlaag haalden). De inspiratie vond Joe Brumm in de eindeloze bedwissels die zich elke nacht in zijn gezin voltrokken. Het leverde een droomepisode op waarin Bingo een verbazend ontroerende ruimtereis langs de planeten maakt, om uiteindelijk bij de zon aan te komen. (We zullen niet spoilen wie of wat de zon symboliseert.) ‘Een toekomstige test om te verifiëren wie een replicant is’, aldus The Guardian.
Regen
seizoen 3, aflevering 18
Een woordeloos animatiemeesterwerkje waarin Bluey het regenwater op de oprit probeert in te dammen. Eerst met een voet. Dan met twee voeten. Vervolgens met een dweil. En finaal met de hulp van haar mama. Een toonbeeld ook van een van de grote sterktes van Bluey: het laat je de afleveringen aanvullen met je eigen herinneringen.
Inktvisje
seizoen 2, aflevering 46
Zeven minuten die me meer geleerd hebben over vaderschap dan Haalbaar ouderschap, Mild ouderschap, Eindeloos ouderschap en Niet aan kind en gezin verklappen samen. (Babywedstrijd, met Chilli in de hoofdrol, doet min of meer hetzelfde met moederschap.)
Kamperen
seizoen 1, aflevering 43
Het verhaal van Bluey die op kampeertrip een Frans vriendje maakt en de tijd van haar leven heeft, om vervolgens te ontdekken dat kampeertrips niet voor eeuwig duren. Waar The Wonder Years zes seizoenen voor nodig had, deed Bluey in één aflevering.
Tapijt-eiland
seizoen 2, aflevering 10
Een aflevering waarin Bluey doet waar Bluey goed in is: kinderspel ernstig nemen. Bluey en Bingo maken een onbewoond eiland van een tapijt, waarna ze hun vader overtuigen om mee te spelen. De twist: om van het eiland te raken moet Bandit zich de regels van het spel eigen maken. Bizar weetje: de aflevering is deels geïnspireerd door de oorlogsfilm The Thin Red Line, waarmee Tapijt-eiland de eerste en enige kleuter-tv voor Terrence Malick-fans moet zijn.
Fout opgemerkt of meer nieuws? Meld het hier