
‘Gelukkig Gescheiden’ met Steven Van Herreweghe: ‘De Vlaming luistert nog altijd niet genoeg’
Een standoff tussen twee exen met redenen om elkaar te haten, en die dat toch niet doen: het leek Steven Van Herreweghe een prima uitgangspunt voor een nieuw televisieprogramma. ‘We laten het niet ontaarden, zoals Jerry Springer indertijd.’
Diep moest Van Herreweghe niet graven voor de premisse van Gelukkig gescheiden, zijn nieuwe spelprogramma. Krap vier jaar geleden zetten hij en de moeder van zijn kinderen een punt achter hun relatie. ‘Dat was afschuwelijk, het ergste moment in mijn leven.’ Zo omschrijft Van Herreweghe de breuk. Hij is zonet komen binnenwandelen in een bijdetijdse koffiebar waar je naast doppio’ s ook manchetknopen kunt krijgen. Terwijl de espressomachine blaast en zucht, werpt Van Herreweghe licht op zijn geestestoestand na de scheiding: ‘Er waren dagen dat ik niet uit mijn bed wilde komen. Het was aardedonker, ik geloofde niet meer in een licht aan het einde van de tunnel.’ Gaandeweg lukte het hem om de breuk een plaats te geven, maar daar kwam therapie aan te pas: ‘Geen medicamenten, daar ben ik bang voor. Ik heb gepraat, gepraat en gepraat. Met professionals, maar ook met vrienden. Tot ze mijn gezaag beu waren.’ (lacht)
‘Ik heb gepraat, gepraat en gepraat, ook met vrienden. Tot ze mijn gezaag beu waren.’
Steven Van Herreweghe: En dan, ongeveer drie jaar na de scheiding, was er plots het besef dat er zich opnieuw een leven voor mij uitstrekte dat misschien zo slecht nog niet was. Dat was het gevolg van de manier waarop Katrien en ik de zaken hebben aangepakt nadat de ergste emoties waren geluwd. Als je loslaat en elkaar veel gunt, kun je goed overeenkomen met je ex. Ik wilde tonen dat met een paar simpele ingrepen –je ego opzijzetten helpt – nieuw geluk mogelijk is. Ik merkte dat er in mijn omgeving veel clichés circuleren over gescheiden ouders. Dat geluk na een scheiding voltooid verleden tijd is, of dat er altijd een dader en een slachtoffer zijn. Dat de kinderen sowieso de dupe zijn. Maar het ergste waren de meewarige reacties als ik zei dat het wel goed met me ging – “Jaja, het zal wel”. Ik hoed me voor cafépsychologie, maar ik denk dat die mensen hun angsten op mij projecteerden: “Wat als degene die mij nu nog graag ziet, mij de rug toekeert?” Dat is voor veel mensen een ondraaglijke gedachte.’
Een straaltje hoop laten schijnen en vastgeroeste misvattingen uit de weg ruimen: de kiemen van Gelukkig gescheiden waren gelegd. Omdat Van Herreweghe van nature geen documentairemaker is, is uit die kiemen een spel gegroeid.
Van Herreweghe: Als ik nu eens een arena creëer, redeneerde ik, waar exen tegenover elkaar komen te staan, mét hun nieuwe partners en onder het toeziend oog van de kinderen? Niet om het te laten ontaarden, zoals bij Jerry Springer indertijd: als je als ex-partners binnen de veilige krijtlijnen van een spel de confrontatie aangaat, kan dat in het beste geval tot verbinding leiden.
Een nobel streven, voorzeker, maar dreigen een geinig format en een spervuur aan witzen de lelijke waarheid niet te verhullen? 10 tot 15 procent van alle echtscheidingen eindigt in een vechtscheiding, die de levens van alle betrokkenen blijvend bepaalt.
Van Herreweghe: Goeie vraag. Het gevaar bestaat inderdaad dat wij alleen de uitzonderingen tonen, en dat veel mensen na een scheiding heel lang in de pijn baden. Maar anderzijds: als wij tonen dat exen die goed overeenkomen ook eerst door heel wat shit zijn gegaan, kan dat toch leerrijk en troostend zijn voor andere mensen?
Een treffend voorbeeld vormen de twee ex-partners in de eerste aflevering. Zij gaan elk jaar samen op vakantie, mét hun nieuwe partners en de kinderen.
Van Herreweghe: Dat was ooit anders: de mama had de nieuwe vriendin van de papa een tijd als ‘trut’ in haar contactenlijst staan (lacht). Van ‘trut’ naar ‘samen op reis’ is niet het doorsnee verhaal, maar het begin is wel heel herkenbaar: een van de partners die verliefd wordt op iemand anders en een einde maakt aan de relatie. Deel twee – de vakanties – is een uitzonderlijke illustratie van hoe dat tweede leven eruit kan zien en dat je een hele weg kunt afleggen. Opnieuw: hoop.
Wie Gelukkig gescheiden wil winnen, moet bewijzen alle betrokkenen uit de twee nieuw samengestelde gezinnen door en door te kennen. Daartoe interviewde Van Herreweghe moeders, vaders, kinderen en plusouders de kleren van het lijf. Zo leren we dat tieners cruciale stappen in het leven, pakweg een ontmaagding, aan hun ouders communiceren met patisserie. Maar heeft Van Herreweghe ook fundamentele lessen getrokken, over wat maakt dat de liefde al dan niet blijft duren?
‘De verhalen die ik hoorde waren heel herkenbaar: de donkerte, de worsteling… Ik werd elke keer opnieuw in mijn eigen verdriet gezogen.’
Van Herreweghe: Ik heb vooral onthouden dat de Vlaming nog altijd niet genoeg luistert. En dat veel mensen –ik blader verder in het grote clichéboek – zich storten op wat volgens de maatschappij een goed leven is. Huis bouwen, kinderen kopen. Onderweg verliezen veel mensen zichzelf, en ook elkaar. Ze houden lang vast aan de huwelijkse geloften, maar hoe kwaad mogen de kwade dagen worden? (denkt na) Eigenlijk waren de verhalen die ik hoorde heel herkenbaar: de donkerte, de worsteling… Ik werd elke keer opnieuw in mijn eigen verdriet gezogen. Ik dacht dat ik erdoor was, maar ik ben ’s avonds vaak naar huis gereden met een loodzwaar gemoed.
Zie je het jezelf doen: op vakantie gaan met je ex en haar nieuwe man?
Van Herreweghe: Met Flip Kowlier? Als er een tolk meegaat: heel graag (lacht). Wij vieren de verjaardagen van de kinderen en de lentefeesten samen, Flip en ik drinken geregeld een koffie. Als de kinderen ooit zeggen dat ze naar Las Vegas willen met iedereen erbij, zie ik dat zeker gebeuren.
Heb je nooit de minste splinter van wrok of afkeer gekoesterd?
Van Herreweghe: De acute fase is afschuwelijk, dat zei ik al, de demonen nemen het dan over. Als je ex een tijdje later vertelt dat er iemand nieuw is, is dat ook weer een heel moeilijk moment.
Op dit moment is er geen wederhelft in het leven van Van Herreweghe. Het had gekund, zegt hij, maar hij heeft tijd nodig gehad om – waarschuwing: moderne uitdrukking – ‘dichter bij zichzelf te komen’. Hij heeft de snelweg van het escapisme verkend, maar van dwangmatig uitgaan werd hij ongelukkig.
Van Herreweghe: Daten vind ik sowieso moeilijk. Ik ben erg verlegen, en in het digitale tijdperk is daten helemaal een geforceerde bedoening. Ik heb een tijdje op de datingapp Bumble gezeten. Daar beslissen de vrouwen. Er werd veel beslist, daar niet van, maar na een tijdje dacht ik toch: ‘Waar ben ik mee bezig?’
Een relatie op de rails houden vergt een olympische inspanning, suggereer ik. Is bekendheid geen bezwarende omstandigheid die alles nog complexer maakt?
Van Herreweghe: Goeie vraag. (denkt na) Ik kan me zelfs niet meer herinneren hoe het was toen de aandacht er níét was. Wat wel zo is: wanneer je iemand leert kennen, heeft iedereen recht op een wit blad papier, en de ontdekkingstocht die volgt, is heel tof. Maar bij mij is dat wit blad altijd al voor een stuk ingevuld, omdat mensen denken mij te kennen. Ik heb dat aanvaard. Aanvaarding en dankbaarheid zijn de sleutel voor een gelukkig leven, en dat is exact wat ik ben beginnen te doen toen de donkerte nog in mij huisde.
Op relationeel en emotioneel vlak heeft Van Herreweghe enkele tropenjaren doorstaan, maar professioneel ging het hem de hele tijd voor de wind. Hij maakte de voorbije jaren sier met De jaren 80 voor tieners, en een vervolg daarop over de jaren 90. Er komt nu ook een derde deel, over de jaren 00. Ik wil weten hoe hij denkt over de vaststelling die Thomas Vanderveken twee weken geleden deed in dit blad: dat twee van de drie VRT-schermgezichten die hun exclusiviteitscontract zijn kwijtgespeeld, witte mannen van boven de veertig zijn.
Van Herreweghe: De VRT moet een voortrekkersrol spelen in de zoektocht naar zoveel mogelijk diversiteit. Als er een nieuwe koers wordt gekozen, varen sommigen daar wel bij, anderen vallen uit de boot. Dat de witte veertiger zich aangesproken voelt, snap ik, maar ik maak me geen zorgen. Ik ga ervan uit dat je altijd wel een weg vindt als je relevante televisie maakt.
In 2018 maakte de VRT nog triomfantelijk bekend dat Steven Van Herreweghe een driejarig exclusiviteitscontract had getekend. Intussen communiceert de publieke omroep met meer schroom over contractuele kwesties. Van Herreweghe ook, wanneer ik vraag of hij nog altijd exclusief verbonden is aan de VRT.
Van Herreweghe: Als je het niet erg vindt, praat ik daar liever niet over: dat is tussen de opdrachtgever en mij. Ik werk al sinds 1997 voor de omroep, en ik denk dat ik op die bijna dertig jaar elk type contract heb gehad dat daar in de schuif ligt. Het is altijd wat zoeken. Soms vloeken zij, soms vloek ik. Maar we geraken er altijd uit. Mensen vragen mij de laatste tijd wel vaker wat ik ga doen als het televisiewerk ophoudt. Omdat ik mezelf heb verplicht om de realiteit te omarmen, ben ik daarover beginnen na te denken. Maar dat was geen heilzame oefening: ik liep verloren in een mentaal doolhof. Nu denk ik gewoon: geen idee, we zien wel.
Terwijl we nog een café americano laten aanrukken, stuur ik het gesprek in de richting van een laatste thema: de bewustzijnsvernauwing waar netmanagers aan lijken te lijden, en de schijnbare onwil om nog risico’s te nemen. Stoot dat verschraalde aanbod Van Herreweghe niet tegen de borst?
Van Herreweghe: Dat heeft te maken met slinkende budgetten. Televisie is al lang niet meer het enige kanaal dat entertainment aanbiedt. Als de middelen schaarser worden, kan je op twee manieren reageren. Vasthouden aan wat je kent, of zoeken naar nieuwe manieren om relevant te worden.
De zenders kiezen voor de eerste optie, blijkens de lawine aan programma’s waarin BV’s hun opwachting maken op zeilboten, achter fornuizen of tegen bergwanden.
‘Waarom moeten BV’s de Kilimanjaro beklimmen, om dan op tv te zeggen: ik mis mijn kinderen?’
Van Herreweghe: Ik sta er ook van te kijken dat er zo’n grote aantrekkingskracht uitgaat van bekende mensen die zodanig gefrustreerd raken dat ze in hun ziel laten kijken. Ik moedig het aan dat mensen in hun ziel laten kijken, maar is dat niet prettiger onder vrienden, met een kop koffie erbij? Waarom moet je de Kilimanjaro beklimmen, je kinderen drie weken missen, om dan op tv te zeggen: ik mis mijn kinderen?
Mag het allemaal niet weer wat gedurfder, en minder vanzelfsprekend?
Van Herreweghe: Ik vind dat je in alles wat je maakt verder moet mikken dan de evidentie. Als je terugkijkt naar de programma’s die in het verleden ophef maakten, dan vertrokken die altijd van een spannende premisse. Bij Het huis van wantrouwen was dat: chaos en onvoorspelbaarheid. Bekende mensen zeiden dingen die tot dan ongehoord waren. Marc Uytterhoeven was geniaal in het exploiteren van de trucs en technieken van het medium. Hij en Carl Huybrechts zochten de grenzen op in godbetert Sportweekend. Elke maandag kregen die mannen onder hun kloten: ‘Wat heb je nu weer gedaan?’ En de volgende zondag deden ze het opníéuw. Nu zouden figuren als Huybrechts en Uytterhoeven van het scherm geweerd worden door de formatpolitie.
De deur van de koffiebar zwaait open, fotografe Anneke verschijnt op het appel voor de fotoshoot. Terwijl Van Herreweghe afscheid neemt en wegbeent, waaieren de gedachten uit: Carl Huybrechts die in de clinch gaat met de formatpolitie, zou dat geen geweldig televisieformat zijn?
Gelukkig gescheiden
Vanaf 20.02 elke donderdag om 20.50 uur op VRT 1 en VRT Max.
Steven Van Herreweghe
Geboren in 1977 in Gent.
Speelt van 1994 tot 1997 bij jeugdtheater Bronks.
Opent in 1997 als eerste wrapper Ketnet.
Wint in 2007 het vijfde seizoen van De slimste mens.
Presenteert sinds 2017 spel- en panelprogramma’s bij de publieke omroep.
Fout opgemerkt of meer nieuws? Meld het hier