Francisco Schuster: ‘Toen ik las: “Biologische ouders niet bekend” heb ik gehuild’
#LikeMe-ster Francisco Schuster besloot om eindelijk de doos te openen die al jaren op zijn slaapkamer stond. In de VRT-reeks Francisco Desir gaat hij op zoek naar zijn biologische ouders.
‘Ik heb het gevoel dat ik een nieuwe fase in mijn leven inga’, zegt Francisco Schuster. Het hoofdstuk van de razend populaire musicalreeks #LikeMe is voorgoed afgesloten en gaat nu over in wat wellicht het persoonlijkste is wat hij ooit in zijn mediacarrière zal aandurven.
Schuster was amper acht maanden toen zijn ouders hem in Haïti adopteerden. ‘Francisco Desir’ kopte het dossier, een achternaam had hij niet – die kreeg hij van zijn adoptievader. Na zijn vertrek uit Port-au-Prince werd Antwerpen zijn haven. In Merksem kreeg zijn droom vorm, dankzij #LikeMe kwam die tot leven. Met costerren als Pommelien Thijs en Camille Dhont entertainde hij kinderen, blies hij Vlaamse klassiekers nieuw leven in en tourde hij Vlaanderen rond.
De overstap naar volwassenenentertainment maakte hij met solomuziek – zijn eerste single heette Alleen – en een passage in Special forces: wie durft wint. Binnenkort acteert hij in Groeien en bloeien, een nieuwe VRT 1-sitcom, en speelt hij de hoofdrol in de musical Hairspray.
Om maar te zeggen dat Francisco Schuster de boel graag draaiende houdt. Tussen het acteren, zingen en drilwerk door kondigde hij een jaar geleden, op de dag van zijn eenentwintigste verjaardag, de zoektocht naar zijn biologische ouders aan bij intimi. Al die tijd stond er op zijn slaapkamer een doos met spullen uit zijn geboorteland Haïti – alles wat zijn adoptieouders hadden verzameld tijdens hun bezoek aan Port-au-Prince.
We zitten in de keuken van Schusters ouderlijke woning. Een verdieping hoger ligt de doos. ‘Ik had ze tot dan nog nooit geopend’, zweert hij. ‘In 2020 heb ik het wel overwogen. Ik had mijn middelbaar afgerond en wilde voor het eerst naar Haïti reizen, mijn roots achterna. Maar de pandemie gooide roet in het eten. Sindsdien was het een kwestie van wachten. En toen achtte ik de tijd rijp.’
Hij had het idee om zijn biologische ouders te zoeken in een gesprek met een vriendin laten vallen in de zomer van 2022. ‘Misschien moet ik mijn traject verfilmen, dacht ik. Misschien hebben ook anderen er iets aan.’ Hij pitchte het idee bij Tim Tielemans, een bevriende jonge regisseur. Ze maakten samen een trailer, vonden een productiehuis en verkochten de pitch aan de openbare omroep.
Het was ontroerend, het rugzakje in mijn handen hebben dat ik bij de eerste ontmoeting met mijn ouders in Port-au-Prince droeg.
Hoe heb je die wens om je biologische ouders te zoeken bij je ouders aangebracht?
Francisco Schuster: Zoals ik ben. Tussen de soep en de patatten dus. (lacht) Ik wist dat mijn ouders veel filmmateriaal uit mijn jeugd hadden. Zo zijn er beelden van mama die mij in Haïti voor het eerst in haar armen houdt. Om de trailer te maken had ik die archiefbeelden nodig. Ik moest het hen dus wel vertellen.
Ze reageerden op dat nieuws zoals ik had verwacht: oprecht enthousiast. Van in het begin hebben ze hun onvoorwaardelijke steun uitgesproken. Ik wist dat ze van dag één achter mij zouden staan, ongeacht de uitkomst van mijn zoektocht. Toen Tim en ik de trailer klaar hadden, heeft mama het filmpje een tijdlang elke avond in haar bed bekeken voor ze ging slapen. Dat is de mooiste reactie die ik mij kon voorstellen.
Wist je van het bestaan van die bewuste doos?
Schuster: Ja. Ik wist dat mijn ouders spullen hadden bijgehouden, maar het waren er meer dan verwacht, heel uitgebreid: van brieven die aan mij zijn gericht over adoptiedocumenten tot kledij. Het was ontroerend om het rugzakje in mijn handen te hebben dat ik bij de eerste ontmoeting met mijn ouders in Port-au-Prince droeg. Het was onwezenlijk om de kleren te zien die ik toen droeg. Ik heb geen herinneringen aan mijn tijd in Haïti, maar plots werd alles tastbaar. Ik voelde mij ineens een Haïtiaan. Een trotse Haïtiaan.
Wat antwoordde je als kind wanneer iemand naar je afkomst vroeg?
Schuster: Ik stelde mezelf niet voor als Belg. ‘Ik ben van Häiti,’ zei ik, ‘maar ik ben geadopteerd.’ Dat laatste vertelde ik er altijd automatisch bij. Ik herinner mij nog dat kinderen aan de schoolpoort vroegen: ‘Hoe kunnen dát je ouders zijn? Zij hebben een andere huidskleur.’ Ik was er mij van jongs af van bewust dat ik anders was dan de kinderen rond mij.
Wat maakte dat je je zoektocht hebt laten filmen?
Schuster: Telkens als ik iemand erover vertelde, klonk het: ‘Moedig. En zeker omdat je het publiekelijk doet.’ Ik heb daar nooit zo bij stilgestaan, al ben ik er mij wel van bewust dat ik een platform heb. Daar wil ik gebruik van maken. Toen ik klein was, zag niemand op tv eruit zoals ik. De gedachte dat ik met mijn verhaal mensen kan inspireren, al is het maar een handvol, vond ik waardevol genoeg om dit avontuur aan te gaan. De spiegel die tv nooit voor mij was, hoop ik te kunnen zijn voor anderen.
Het is belangrijk daarbij te vertellen dat Francisco Desir over mij gaat. Het is een persoonlijk verhaal en geen onderzoeksjournalistiek omtrent adoptie. Elke adoptie is immers anders, wat in de reeks ook duidelijk wordt. Ik heb met andere geadopteerde Haïtianen in België gepraat, en onze ervaringen verschillen van elkaar. Ik beschouw mijn adoptie als een positief verhaal – voor mij is het een daad van liefde dat mijn mama mij heeft afgestaan, zodat ik elders een mooiere toekomst zou krijgen – maar ik zal nooit beweren dat mijn verhaal hét adoptieverhaal is.
○○○
Interlandelijke adoptie staat al jaren ter discussie, onder meer vanwege de enorme impact op geadopteerden, op sociaal en psychologisch vlak. En ook al is het vierdelige Francisco Desir ‘eerder mijn coming-of-age, mijn zoektocht naar antwoorden op vragen waar ik mee zit’, de reeks gaat de gevoeligheden rond het thema niet uit de weg. Zo gaat Schuster in gesprek met het adoptiebureau Ray of Hope, onder meer over waarom je niet langer kinderen uit Haïti kunt adopteren. ‘Als het programma tot nieuwe debatten omtrent adoptie leidt, kan ik dat alleen maar als waardevol beschouwen.’
‘Je hoort soms horrorverhalen van mensen die hun biologische ouders zoeken’, zeg je in de reeks. Hoe had jij je gewapend tegen mogelijke teleurstellingen?
Schuster: Niet. Ik had beslist om dit traject te starten, ik was mij ervan bewust dat het lelijk kon uitdraaien of dat bepaalde prangende vragen misschien onbeantwoord bleven. Als je hieraan begint, weet dan dat de kans bestaat dat je klappen moet incasseren.
Op de eerste draaidag kwam ik erachter dat in mijn adoptiedossier stond: ‘Biologische ouders zijn niet bekend.’ Je houdt er rekening mee dat er geen informatie over je adoptie is, maar dat zwart op wit op papier zien staan, sloeg in als een bom. ‘Het stopt hier’, dacht ik. Mijn hart bonsde uit mijn lijf, ik heb de hele avond gehuild om dat nieuws. Het was echt heftig.Ik heb gelukkig de knop snel omgedraaid en mezelf moed ingepraat. Ondanks bepaalde tegenslagen onderweg ben ik altijd positief gebleven. Daar ben ik trots op. Ik stond er bovendien niet alleen voor, wat een geruststellende gedachte is. Mijn familie en vrienden vormen het best denkbare vangnet.
Wat zegt die strijdvaardigheid over jou?
Schuster: Ik heb doorheen het jaar verschillende Haïtianen ontmoet en bij elk gesprek kwam die eigenschap naar boven. ‘Je weet toch dat wij een sterk volk zijn?’ zei iemand. In Brussel sprak ik een oude Haïtiaan die mij vertelde: ‘Wij stammen af van slaven. Wij weten wat afzien is, wij weten wat teleurstelling is. Maar wij rechtten altijd de rug en gaan door. Dat zit ook in jou.’ Dat was een ontroerend moment. Ik ben misschien niet in Haïti opgegroeid, maar ik weet nu zeker dat ik een Haïtiaan ben.
De spiegel die tv nooit voor mij was, hoop ik te kunnen zijn voor anderen.
Toen #LikeMe een gigantisch succes werd, hielp een therapeut je te plaatsen wat je op zo’n jonge leeftijd overkwam. Hebben zorgverleners je ook hier bijgestaan?
Schuster: Ik ben begeleid door mijn psycholoog en het adoptiebureau checkte voortdurend hoe het mij ging. Hun deur stond altijd open. Het was een heftig jaar, een emotionele rollercoaster. Het is gewoon belangrijk om erover te kunnen praten. En het doet ook deugd om eens goed te huilen. Dat is soms nodig.
Het was een enorm druk jaar. Het viel niet altijd even goed te managen. Als je de ene dag slecht nieuws ontvangt en de dag erop op een filmset verwacht wordt… Dat laat zijn sporen na. Maar als ik dit parcours ten volle wilde beleven, moest ik genoeg rustpunten inplannen te midden van alle hectiek. Je kunt niet met al je gevoelens blijven zitten. Die moeten eruit. Het gaf mij rust in mijn hoofd om te weten dat ik op gezette tijden een afspraak met mijn psycholoog had. Dat was heel belangrijk voor mij.Mijn manager heeft een psycholoog gevonden met een adoptieachtergrond. Dat was geen vereiste voor mij, maar het vergemakkelijkt de zaken wel. Als je een thema als adoptie aanraakt en je therapeut geen achtergrond daarin heeft, ben je tijdens je uitleg voortdurend aan het denken of je uitleg helder genoeg is. Bij mijn therapeut kan ik gewoon vrijuit praten. Ik blijf haar zien, ook nu de opnames gedaan zijn.
Je trad op met #LikeMe, had de opnames van de nieuwe sitcom Groeien en bloeien, deed mee met Special forces en de VTM GO-format Drop Off. Hoe viel dat allemaal te combineren?
Schuster: Niet. (lacht) De week nadat ik te weten was gekomen dat mijn adoptiedossier leeg is, had ik de opnames van Special forces. Dat is de reden waarom ik daarin zo diep zat. Toen ze mij voor de camera vroegen wie Francisco is, stortte ik in. Als je je biologische ouders niet kent, kun je dan op die vraag antwoorden?
Ik heb mij vaak alleen gevoeld, maar ik laat dat niet aan mijn hart komen.
Ik ken je als de man met de eeuwige glimlach, maar Aaron Blommaert, je beste vriend, zegt: ‘Als je dieper graaft, ontdek je dat er een stukje van zijn identiteit ontbreekt.’
Schuster: Het publiek ziet mij als iemand die 24/7 goedlachs is – ik kies er zelf voor vooral die positieve kant te tonen – maar mijn dichte vrienden weten dat ik soms met mijn identiteit worstel. Afgelopen zomer, tijdens de opnames van Groeien en bloeien, bevond ik mij in een emotioneel zware periode. Zoals ik daarnet zei, het is confronterend om de ene dag een klap te incasseren, en de dag erop op set te doen alsof er niets is gebeurd. Plots was het een hele uitdaging om in een personage te kruipen. Mijn emoties schoten voortdurend alle kanten uit. Mijn hoofd en lichaam waren in de war.
Teleurstellingen maken deel uit van het traject, maar je hebt ook antwoorden gekregen op vragen waar je al langer mee zit. Welke talenten kun je niet aan je adoptieouders linken?
Schuster: Dansen. (lacht) Ik ben dankzij het programma in aanraking gekomen met een Haïtiaanse dansstijl. Tussen dansende Haïtianen staan was een openbaring. ‘Amai, dáárom dans ik zo graag’, dacht ik. Ik heb mij op een dansvloer nooit eerder zo thuis gevoeld als toen.
Verder koppel ik verschillende stukjes van mijn persoonlijkheid nu aan Haïti. Ik heb het afgelopen jaar mensen ontmoet die bijna een kopie van mij zijn. Ze hadden dezelfde glimlach, dezelfde uitbundigheid. Hoe vaak heb ik niet gedacht: ‘Amai, dat ben ik precies’? Hier ben ik de luide, in een groep Haïtianen ben ik zelfs een van de stillere. (lacht hard) Het was gewoon fijn om mij niet alleen te voelen.
Je eerste solosingle heette Alleen. Het nummer gaat naar verluidt over afgewezen worden op de dansvloer. Zit er ook een diepere betekenis achter?
Schuster: Het gaat inderdaad over meer. Ik heb mij vaak alleen gevoeld, maar ik laat dat niet aan mijn hart komen. Ik ben een plantrekker, ik probeer alles om te zetten in iets positiefs.
Als kind, maar ook nu nog soms, voel ik mij gewoon anders dan de rest. Als je de enige of een van de weinigen in een ruimte bent met een andere huidskleur, bekruipt je weleens een gevoel van eenzaamheid. Hoe kan het ook anders wanneer je jezelf niet herkent in een klasruimte, op televisie…
Heb je je huidskleur ooit vervloekt?
Schuster: Goh. (denkt na) Ik heb natuurlijk te maken gehad met racisme. Maar mijn mama benadrukt al mijn hele leven dat mijn huidskleur en kroeshaar uniek zijn. ‘Je haar is je kroon’, zegt ze altijd. Ze wist dat ik kwetsende reacties kreeg, maar zij is mij altijd blijven ophemelen. Ik vind dat heel schoon van haar.
Op de lagere school vormden de kinderen een rijtje om beurtelings aan mijn haar te voelen. Als ik iets als ‘bananenmoes’ naar het hoofd gesmeten kreeg, ging ik daarin mee. Ik was een pleaser, met racistische moppen lachen was mijn copingmechanisme. ‘Als ik meedoe, is het snel voorbij. Als ik ertegen inga, wordt het gedoe’, dacht ik. Bij thuiskomst voelde ik mij beledigd en triest, maar liever dat dan drama te veroorzaken.Wanneer iemand mij nu naroept, zeg ik iets terug. Ik ga de confrontatie nu wél aan. Ik laat niet langer over mij heen lopen.
○○○
Francisco Schuster is niet meer dezelfde als vóór Francisco Desir. ‘Ik heb niet op alles een antwoord gevonden, maar ik ben tot belangrijke inzichten gekomen’, klinkt het opgelucht. ‘Ik ben benieuwd hoe ik over tien jaar op dit programma ga terugkijken. Misschien denk ik dan: “Dat was wel héél persoonlijk, misschien had ik de zoektocht niet openbaar moeten maken.”’
Maar dat zijn zorgen voor later. Nu is hij er meer dan overtuigd van dat Francisco Desir nut heeft. ‘Toen ik uit de kast kwam, bracht dat veel teweeg bij mijn fans. Door bepaalde dingen te delen voelen sommige mensen zich niet alleen op de wereld. Daar is het mij om te doen: mensen tonen ze dat niet alleen zijn.’
Francisco Desir Schuster
Jarig op 29 januari.
Geboren in 2002 in Port-au-Prince, Haïti.
Als baby van 8 maanden geadopteerd door een koppel uit Merksem.
Speelde Yemi in musicalreeks #LikeMe.
Maakt onder zijn eigen naam Nederlandstalige muziek.
Nam deel aan onder meer Special forces: wie durft wint en Drop Off, en is binnenkort te zien in de sitcom Groeien en bloeien (VRT 1).
Gaat in Francisco Desir op zoek naar zijn biologische ouders.
Francisco Desir
Van maandag 12.02 tot donderdag 15.02 elke dag een aflevering op VRT 1 en vanaf maandag 12.02 integraal op VRT Max.
Fout opgemerkt of meer nieuws? Meld het hier