Dieter Coppens: ‘Wij zijn het domste beest op aarde’

© Anneke D’Hollander

In aanloop naar het derde seizoen van Restaurant Misverstand, mag de doorgaans zachtaardige tv-maker van Down the Road en De wonderjaren zich nog eens kwaad maken. Over hoe we met onze natuur omgaan, bijvoorbeeld.

‘Kijk, hier is een hertje gepasseerd! En daar heeft een zwarte specht een hol gehakt!’

Dieter Coppens heeft niet veel tijd. De dag na ons gesprek vertrekt hij naar Azië met acht jongeren die worstelen met hun mentale ­gezondheid, voor de opnames van een nieuw tv-programma dat volgend jaar op VRT 1 zal worden uitgezonden.


En toch heeft hij op zoek naar de juiste lichtinval voor een foto nog oog voor details. In dit bos in Zoersel merkt hij overal sporen van leven op.


‘De natuur zit zo schoon in elkaar’, zegt hij tijdens ons gesprek.


46 is Coppens ondertussen, maar zijn jongensachtige uitstraling is hij nog lang niet kwijt. Het is ook zijn troef op televisie. Down the road, De wonderjaren, Restaurant ­misverstand, dat sinds vorige week opnieuw elke donderdag te zien is op VRT 1: zachtheid is zijn signatuur.

Dieter Coppens: Puur entertainment is niets voor mij. Ik ben nog altijd grafisch vorm­gever, waarvoor ik eigenlijk ben opgeleid. Ik hoef dus niet per se om de zoveel tijd een nieuw ­programma te presenteren. Als ik eraan ­begin, moet ik ­helemaal overtuigd zijn. Het moet dicht bij mijzelf liggen en iets bijdragen aan de maat­schappij. Televisie blijft een sterk ­medium, waarmee je in het beste geval een steentje kunt ­verleggen. Dat wil ik iedere keer opnieuw ­proberen, op een zo toegankelijk ­mogelijke en zachte manier. Over een thema als jong­dementie bijvoorbeeld kun je perfect een ­informatieve documentaire voor Pano ­maken, maar dat is niets voor mij. Door er een humaninterestdraai aan te geven, probeer ik om zo veel mogelijk drempels weg te nemen en het brede publiek naar een onderwerp te lokken.

© Anneke D’Hollander

Als je terugkijkt, wat is dan de rode draad door alle programma’s die je tot nu toe hebt gemaakt?

Coppens: (denkt na) Ik duik graag in de levens van mensen die ik anders nooit zou ont­moeten en luister graag naar hun verhalen. Laat ons alstublieft wat meer luisteren naar elkaar, ook al verschillen we van mening: dat geef ik iedere keer graag mee. Mildheid, verbinding, ­empathie: die waarden zijn voor mij cruciaal.

Maar straks stemt een op de vier Vlamingen wellicht op het Vlaams Belang. Daar kan blijkbaar geen verbindend televisieprogramma tegen op.

Coppens: Dat is zo en dat is zeker frustrerend om te zien. Ik heb al een paar keer gedacht wat ik daar nu mee moet, wat ik er persoonlijk aan zou kunnen veranderen. Ik hoop nog altijd ergens dat het maar ­peilingen zijn, en dat die weleens verkeerd ­kunnen zijn. Maar in de politiek wordt er nu eenmaal gemakkelijk in slogans ­geroepen en de simpele oplossingen die vaak naar voren worden ­geschoven, vinden duidelijk weerklank.

Doet het je soms twijfelen aan de zin van je baan?

Coppens: Nee. Ik heb de mooiste job die er is, vind ik nog altijd. En we ­halen met onze programma’s sowieso ­thema’s aan die nog meer belicht ­moeten ­worden. Naar mensen met down, of met een beperking in het algemeen, wordt nu bijvoorbeeld al op een heel andere manier gekeken dan tien jaar geleden en dat heeft volgens mij toch te maken met een programma als Down the Road. Maar er is inderdaad nog veel werk aan de winkel. Je kunt als televisie­maker een thema op de kaart zetten, maar je kunt helaas niet alle ­politieke problemen oplossen.



○○○

Het derde seizoen van Restaurant ­misverstand is dit alweer. Deze keer vonden de opnames plaats in ­Brassi Grand Café in Oostende en voor het eerst bleven de acht deelnemers ter plekke slapen, wat volgens Coppens tot een nog veel intensere onderlinge band heeft geleid. Topchef Seppe ­Nobels doet weer mee, net als Geert, Lieve, ­Annick, Fons, Els, Anne, Gie en Jan. Acht onbekende Vlamingen met jongdementie. Want dat is en blijft het opzet van dit programma: dementie voor het 65e levensjaar bespreekbaar maken om zo het maatschappelijke bewustzijn te vergroten en het wetenschappelijke onderzoek aan te wakkeren.

‘Een op de vijf mannen krijgt vroeg of laat met dementie te maken en bij vrouwen is het zelfs een op drie’, zegt Coppens. ‘Terwijl er veel minder onder­zoek naar wordt gevoerd dan naar kanker en de Alzheimer Liga ook een pak minder subsidies krijgt dan Kom op tegen Kanker. Wat lastig is, is dat het zich bij iedereen op een ­andere manier uit – bij de ene in taal, bij de ­andere in ongeremdheid – waardoor het soms moeilijk te herkennen is.’

‘Naar mensen met down wordt op een heel andere manier gekeken dan tien jaar geleden en dat heeft te maken met een programma als Down the Road.’


Vrijblijvend is Coppens’ engagement nooit. Na elk programma blijft hij contact houden met de deel­nemers, soms tot de laatste snik: ­enkele dagen voor ons gesprek ging hij nog een laatste keer op bezoek bij de West-Vlaamse Ingrid, die deelnam aan het tweede seizoen van Restaurant misverstand en daarin openlijk sprak over de impact van jongdementie op haar levenskwaliteit. Op haar 64e kiest ze straks voor euthanasie. ‘Ik denk dat het goed is’, zei ze onlangs.

Coppens: We zien elkaar jammer genoeg nog het vaakst op begrafenissen. Eddy, de beenhouwer uit het tweede seizoen van Restaurant misverstand, is eerst ­gegaan. Marc ook, een maand ­later. En straks dus Ingrid. Al die ­mensen ­hebben tijdens de meest kwetsbare ­periode van hun leven in hun hart laten kijken, het spreekt voor zich dat ik hen allemaal in mijn hart gesloten heb.



○○○

Met de deelnemers van Down the Road had Coppens onlangs dan weer iets te vieren. Hij won een Kastaar in de ­categorie voor beste televisie­programma, vóór De Verhulstjes, Vrede op aarde en De verraders. Met de hele ploeg en alle deelnemers van de voorbije zes seizoenen bouwde hij nadien een feestje.

‘Vroeger kenden de Vlamingen één iemand met down: Yves van Kris & Yves’, zegt hij. ‘Nu kennen ze dertig mensen bij de voornaam en weten ze ook dat zij allemaal een eigen identiteit en eigen verlangens en zorgen hebben. Het maatschappelijke bewustzijn is ­gegroeid, en dat is zalig om te zien. Nog los van de onderlinge vriend­schappen die uit het programma zijn voort­gekomen en de kansen die sommigen nadien gekregen hebben.’


Niettemin kwam er op de ­laatste seizoenen van Down the Road ook ­kritiek. Het programma is niet meer van deze tijd, klonk het. Opvallend was vooral de open brief die komiek ­William Boeva op Facebook postte. ‘Zijn we echt nog op dit punt in ­Vlaanderen?’ vroeg Boeva zich af, naar aanleiding van het VTM-programma Out of ­Office, waarin acteur Bruno Vanden ­Broecke vijf ­mensen met een burn-out ­begeleidde op een zorgboerderij. Over Down the Road schreef hij: ‘Het is niet dat Down the Road ervoor zorgt dat er bijvoorbeeld meer mensen met down­syndroom of een andere beperking aan het werk zijn binnen de VRT.’


Kort na de brief, en de bijbehorende commotie in de pers, gingen Boeva en Coppens samen eten. ‘We hadden een goed gesprek en het was snel duidelijk dat we eigenlijk hetzelfde willen’, zegt Coppens daar nu over. ‘Allebei willen we zo veel mogelijk inclusiviteit. Alleen zijn er grenzen aan wat mogelijk is. Kan iemand met down elke dag het journaal presenteren? Dat wordt heel moeilijk. Net zoals ik dat niet zou kunnen, en jij waarschijnlijk ook niet. Daarin moeten we eerlijk zijn. Iemand met een ­mentale beperking zal misschien ook niet een kritisch politiek interview met pakweg Bart De Wever kunnen afnemen, dat vereist een ander talent.’

Het dogma ‘je kunt alles worden, als je er maar in gelooft en voldoende je best doet’ is nochtans de heersende moraal.

Coppens: Terwijl dat natuurlijk onzin is. We hebben allemaal onze ­talenten, maar ook onze beperkingen. En die moet je ook niet níét willen zien. We trekken het woord ‘inclusie’ soms te ver door, heb ik het gevoel. En de ­verantwoordelijkheid moet ook niet alleen bij het individu, maar bij de hele samenleving gelegd worden. Dat ­besef zijn we precies verloren.

Komt er nog een zevende seizoen van Down The Road?

Coppens: Dat is nog niet beslist, maar ik hoop van wel. Het programma blijft de kijker inspireren door de echtheid en de schoonheid van de mensen die meedoen, zeker weten.



○○○

De eerste keer dat televisiekijkend Vlaanderen met Coppens kennis­maakte, was toen hij met zijn neef ­Mathias van de Zuid- naar de Noordpool lifte. De poolreizigers was de titel van dat programma, het was 2004 en VTM 2 heette nog Kanaal Twee.

Ondertussen zijn lifters een uit­gestorven ras en is de ‘angst-­industrie’ er niet kleiner op geworden. Ook ­Coppens ziet het niet graag ­gebeuren. ‘Via onze telefoon worden we ­constant, bijna live, bericht over alle miserie waar ook ter wereld’, zegt hij. ­‘Uiteraard worden veel mensen daar angstig van. En angst doet ­consumeren, heb ik me laten vertellen. Dat zal ook wel meespelen, zeker? En mag ik toch ook even zeggen dat de media hierin ook een rol spelen? Veel koppen, zeker op de sites en sociale media, zijn misleidend en dienen alleen maar als clickbait om de adverteerders tevreden te stellen. Als je het hele artikel niet leest, maar enkel de kop, ben je vaak verkeerd ­geïnformeerd. Daarom ben ik zo voorzichtig in interviews, want ik heb het al aan den lijve mogen ondervinden, zoals toen met William Boeva. In de weken erna mocht ik het vaak horen: “Amai, tussen u en de William zit het er precies boenk op?” Dat is ambetant, vind ik. En dat gaat zo met alles.’

© Anneke D’Hollander


Maar hoe dan ook blijft Coppens de media trouw en bewierookt hij ook de mobiliserende, emanciperende kracht van televisie. Zoals bij Alles in de strijd, het VRT 1-programma waarin hij vorig jaar samen met onder anderen Niels Destadsbader, Bart Peeters en Guga Baúl uit de kleren ging om het taboe rond kanker bij mannen te doorbreken.


De show komt volgende week ­terug: deze keer vragen acht bekende vrouwen, onder wie Fien Germijns, ­Tine Embrechts, Marleen Merckx en Sarah Vandeursen, middels een stripact aandacht voor de impact van borstkanker op lijf en leven.


De slotshow wordt op zaterdag 30 maart uitgezonden op VRT 1. ‘Nog altijd krijg ik berichten van mensen die ons bedanken, omdat hun vader dankzij ons programma op controle is geweest en nog op tijd kon worden behandeld’, zegt Coppens. ‘Al wordt maar één iemand gered, dan heeft zo’n programma enorm veel zin.’


Coppens weet waarover hij het heeft. Enkele jaren geleden werd zijn vrouw behandeld voor baarmoederhalskanker. Deed het hem anders kijken naar werk en leven? ‘Heel even’, zegt hij. ‘Dan neem je je voor om het voortaan helemaal anders aan te pakken en te genieten van elke dag. En twee maanden later zit je weer de hele dag in een videocall. (lacht)’

○○○

Het is nochtans in de bossen dat Coppens opgroeide. Zijn moeder was psycholoog, zijn vader huisarts. Met zijn broers hing hij rond in het groen van Zoersel, bevrijdde hij vogels uit de vallen van vogelvangers en droomde hij van een leven als bioloog.

Het liep anders. Maar het ware leven ervaart hij nog ­altijd buiten, in de openlucht. Hij plantte een eigen bos en schreef met Boslof een ode aan de natuur, die als een call to action kan ­worden gelezen.

‘We hebben allemaal onze talenten, maar ook onze beperkingen. En die moet je ook niet níét willen zien. We trekken het woord “inclusie” soms te ver door.’


‘We zijn onze ­connectie met de natuur verloren’, zegt Coppens. ‘Wij zijn ons eigen nest zo hard aan het ­bevuilen dat het straks niet meer bewoon­baar is. Wat er nu alle­maal gebeurt met de boeren­protesten: het doet me pijn. Natuurlijk zijn er ook veel ­boeren die in harmonie met de ­natuur ­proberen te werken en ik ­besef ook wel dat veel land­bouwers soms ­tegen wil en dank in een ­bepaalde richting ­geduwd ­worden. Maar over het algemeen is landbouw wel een van de ­grootste ­bedreigingen voor het ­milieu, en dat moeten we durven te zeggen. Met al dat gelobby, dat er onder meer voor zorgt dat glyfosaat toch nog altijd gebruikt kan worden… Insecten, ­bestuivers, akker­vogels: allemaal weg. Bodem­leven: helemaal dood. Met natuur heeft dat niet veel meer te maken. Het moet ­dringend anders, want op deze manier kan het niet meer verder.’


Na een korte ­aarzeling: ‘Maar dit moet je wel ­genuanceerd opschrijven, of ik krijg weer miserie.’

‘Ik heb niet het aura van Dieter Coppens, van wie je een zekere deugdzaamheid verwacht’, zei Otto-Jan Ham onlangs in Humo. Het is goed om je je stem eens wat te horen verheffen.

Coppens: Ja, maar ik ­probeer dat toch op een zo mild mogelijke manier te doen. Ik wil niemand tegen de borst stuiten, dat helpt toch niet. En ik wil ook niet als ‘verzuurde gast’ weggezet worden. Maar misschien zal er in mijn volgende boek wel wat meer vuur zitten, want ik kan me dus echt wel kwaad maken, zeker over dit thema. De natuur zit zo slim in elkaar en wij maken onze biotoop gewoon kapot. Wij mensen zijn echt wel het domste beest op aarde.

Dat is een mooie kop voor boven dit gesprek. Schuilt er een misantroop in de altijd zachtaardige Dieter Coppens?

Coppens: (lacht) Zeker niet. Ik geloof nog altijd in de goedheid van iedere mens. Maar de machten die spelen, en hoe de mensheid in zijn geheel omgaat met deze planeet: daarin zijn we toch serieus aan het falen.

Tot slot: staat je gravelfiets al op punt na deze lange, lange winter?

Coppens: Nog niet, maar als ik terug ben uit Azië, is dat het eerste dat ik zal doen. Ik snak ernaar om weer wat ­ritjes te kunnen maken in het bos.

Restaurant misverstand

Vanaf 14.03 op VRT1.

Dieter Coppens

Is 46 jaar.


Woont in Zoersel, met zijn vrouw en hun drie kinderen.


Studeerde af als grafisch vormgever en runt met een vriend de uitgeverij Stratier.


Debuteerde op tv in De poolreizigers.


Was onder meer te zien in Down the Road, Restaurant misverstand en De wonderjaren.


Loopt en fietst veel, zij het vooral in de zomer en uitsluitend in het groen.

Fout opgemerkt of meer nieuws? Meld het hier

Partner Content