De kracht van eigen kweek: waarom we verknocht zijn aan fictie uit eigen streek
De Vlaming kiest nog altijd graag voor fictie vanonder de kerktoren, maakt Telenet zich sterk met nieuwe cijfers in de hand. Maar of dat goed is voor de Vlaamse klassieke tv-zenders? Niet noodzakelijk.
‘Er heeft meer dan 600.000 man gekeken naar Bevergem. Ik was ook onder de indruk, ik wist niet dat er 600.000 West-Vlamingen met een tv-toestel waren’, grapte comedian Xander De Rycke twee jaar geleden in zijn tv- en filmconference Houdt Het Voor Bekeken. ‘Plus, een West-Vlaams gezin is altijd talrijker omdat er een paar boerderijdieren de living binnenwandelen.’
In die moppen zit meer waarheid dan je zou denken, volgens Telenet dan toch. Het telecombedrijf analyseerde het kijkgedrag van haar ruim 1,5 miljoen klanten en stelde voor enkele Vlaamse films en reeksen met een sterke lokale verankering vast dat ze effectief beter scoren in hun bakermat. Zo is Eigen Kweek het populairst in West-Vlaanderen, scoort de Rocco Granata-biopic Marina vooral in Limburg en is Blokken het meest geliefd in de gemeenten rond Tienen, de woonplaats van presentator Ben Crabbé.
Ook de mensen achter de schermen van programma’s kunnen invloed hebben op waar ze het meest bekeken worden. Zo is De dag, de reeks van Jonas Geirnaert en Julie Mahieu, het meest opgevraagd in de centrumsteden en in Gentse randgemeenten zoals Lovendegem en Wachtebeke, de woonplaats van Geirnaert. Volgens Telenet bestaat er zelfs zoiets als het Erik Van Looy-effect: zowel zijn films (Loft, De zaak Alzheimer) als zijn quiz De slimste mens ter wereld vinden het meeste fans in het Antwerpse.
Tekst gaat verder onder de afbeeldingen.
‘Eerder wetenschappelijk onderzoek heeft al aangetoond dat kijkers een grote affiniteit tonen met series en films uit hun eigen culturele omgeving. In de wetenschap spreekt men dan van cultural proximity’, zegt Joke Bauwens, mediasocioloog aan de vakgroep Communicatiewetenschappen van de Vrije Universiteit Brussel. ‘Hoe dichter bij huis, zowel qua taal en locatie, hoe meer de Vlaming zich betrokken voelt. Daarom passen tv-makers aangekochte formats van bijvoorbeeld realityprogramma’s meestal nog een beetje aan de lokale context aan.’
Van Noorwegen tot Frankrijk
Telenet focust in zijn onderzoek uitsluitend op Vlaamse programma’s, met uitzondering van de Duitse soap Sturm der Liebe, die vooral in Oost-Limburg, tegen de grens met Duitsland, populair blijkt te zijn. Maar de vraag is of die liefde voor couleur locale overeind blijft in een geglobaliseerd tv-landschap.
Op het eerste gezicht spelen mastodonten à la Netflix de kleine, lokale spelers gemakkelijk van de markt met reeksen die wereldwijd worden gewaardeerd als Stranger Things en House of Cards. Bauwens nuanceert dat verhaal van David en Goliath. ‘Het klopt dat content uit de Angelsaksische wereld de laatste decennia een steeds groter deel van onze kijktijd is gaan innemen, maar de kijker apprecieert nog steeds zijn lokale programma’s, om verschillende redenen’, analyseert ze. ‘Ze zien locaties opduiken waar ze al eens zijn geweest, horen hun moedertaal of herkennen zich in de personages.’
Maar Netflix lijkt op dat gevoel in te spelen en pompt overal ter wereld geld in series en films, van eigen makelij of in samenwerking met plaatselijke partners. Narcos is daar het bekendste voorbeeld van, maar ook Lillyhammer (Noorwegen) en Marseille (Frankrijk) zijn geslaagde cases. Ook de eerste Nederlandse original staat op stapel.
Iedereen zijn exotische reeks
De streaming-gigant voldoet met andere woorden graag aan de investeringsplicht die steeds meer landen – en sinds kort ook de Europese Unie – haar opleggen. ‘Dat Netflix voluit voor lokale content kiest, heeft deels te maken met cultural proximity, maar dat is niet het hele verhaal’, vertelt Tim Smits, directeur van het Instituut voor Mediastudies (KU Leuven). ‘Narcos is er niet uitsluitend gekomen voor Spaanstalige Netflix-abonnees, wel omdat het bedrijf ervan uitging dat die reeks ook daarbuiten veel abonnees zou aanspreken.’ Een ander goed voorbeeld is Azië: daar leverde de intensieve samenwerking met plaatselijke partners onder meer Okja op, een film die vorig jaar mocht meedingen naar de Gouden Palm in Cannes.
Smits schetst verschillende golven van ‘exotische’ fictie. ‘Eerst waren er de Scandinavische politiereeksen, zoals The Killing, dan de zuiderse series zoals Narcos. Nu lijkt Belgische fictie in trek, de Belgian noir zoals The Guardian schrijft. Maar als Netflix reeksen van bij ons koopt of een Nederlandstalige serie zou maken, is dat niet alleen bedoeld om abonees in de Lage Landen aan boord te houden.’
‘Dat is een van de verklaringen waarom Netflix enkel op abonnementsgelden kan functioneren: het maakt en koopt veel verschillende reeksen, toegespitst op verschillende markten, en heeft zodoende een reeks voor iedereen.’
Aan die medaille is een keerzijde, zegt Smits, voor de ‘gewone’ tv-zenders. ‘Met lokaal nieuws en reeksen in de eigen taal kunnen klassieke zenders zeker nog een meerwaarde bieden, maar daarvoor hebben de meeste, in tegenstelling tot Netflix, wel advertentie-inkomsten nodig. Zoals we weten, zijn die dalende, en dan is de vraag hoe leefbaar dat model is. Fictie en nieuwsuitzendingen maken voor een kleine markt is nu eenmaal duur.’
Fout opgemerkt of meer nieuws? Meld het hier