De knipogen naar seksisme in ‘Chantal’ liggen er iets te dik op, maar de absurditeit maakt veel goed
Programma - Chantal
Wanneer en waar uitgezonden - Zondag 11/9, Eén, 21.00, en op VRT Max
Bij gebrek aan dameskleedkamer mag ze zich omkleden op de wc. Wanneer de burgemeester haar voorstelt als de nieuwe chef van het wijkcommissariaat van Loveringem, blaast inspecteur Cloedt – alias ‘de sheriff’ – beledigd dat ze ‘toch geen vent is’. Als hij aan de toog van stamcafé De Miserie nog wat verder moppert over de mens zonder klokkenspel die nu boven hem komt te staan, suggereert cafébaas Musa – alias ‘Muze’ – dat ze toch ook kwaliteiten moet hebben? Ja, twee, grijnst de inspecteur, en hij grijpt met twee handen naar zijn borstkas.
Chantal mag dan wel volgens de begingeneriek ‘een soort politiereeks’ zijn, dat betekent niet dat de scenarioschrijvers die Mathias Sercu rond zich verzamelde niets maatschappelijks te vertellen hebben. Als je hoofdpersonage een vrouw is, dan kan je het maar beter over de plaats van die vrouw in de wereld hebben, niet? En Chantal mag nog zo strijdvaardig op de binnenkant van de wc-deur in datzelfde café de ‘is’ in ‘it is a man’s world’ veranderen in ‘was’, haar komst verstoort de gezapige duidelijkheid waarin dit dorp gedijt, een waarin mannen en vrouwen hun plaats kennen en waar van andere identiteiten amper sprake is. Of toch niet openlijk.
Als je hoofdpersonage een vrouw is, dan kan je het maar beter over de plaats van die vrouw in de wereld hebben, niet?
Uit Eigen kweek, waarvan Chantal een spin-off is, weten we al dat ‘mevrouw de flik’ die Maaike Cafmeyer met de juiste dosis onderkoeling neerzet, zich niet snel laat afschepen. Snoeven, jammeren, bulderen of blazen zijn niet haar manier van werken. Ze is van het peuterende type. Ze wacht geduldig haar moment af om iemand op zijn plaats te zetten, maakt op gezette tijd handig gebruik van de onderschatting die haar te beurt valt en kiest eerder voor het subtiele verzet dan voor de luidruchtige weerstand. Dat we niet ook nog een hashtag ‘#MeTooLoveringem’ kunnen gebruiken, is haar afgemeten reactie op de sheriff die meent dat hij haar wel even een tong kan draaien.
Om maar te zeggen: zeker tijdens de eerste aflevering smeerden de scenarioschrijvers hun drang om het ook over seksisme te hebben er net iets te vingerdik op. Met een stel minder getalenteerde acteurs had het hele gedoe rond ‘de vrouw die baas wordt’ en het gehijg daarover aan de toog even potsierlijk kunnen zijn als het gepraat in de Tafel van vier. Maar in deze reeks zitten mensen met talent. Naast Cafmeyer is Dries Heyneman virtuoos als Cloedt, een man die het stille verdriet om de vele tegenslagen in zijn leven wegmoffelt onder de slappe stoerheid van een cowboyhoed. Hij moet zijn leven wel zo ernstig nemen, anders blijft er nog weinig over. Want wie kan hij zijn, als hij niet de sheriff van Loveringem is?
Voor Chantal liggen de kaarten anders. Zij kwam naar Loveringem om er zo snel mogelijk weer te vertrekken. Haar plan is om in de rust van het ingedommelde dorp de tijd te nemen om te studeren voor haar examen om commissaris te worden. Alleen blijkt dat dorp in de polders rond Veurne misdadiger dan gedacht. Na een dode hond en een verkoold lijk, blijkt er ook nog een dode bruid in een diepvries te liggen.
De knipogen naar seksisme mogen dan net iets te vettig zijn, de heerlijke, absurde laag die over de hele reeks hangt, maakt veel goed. De kroegbaas die plat op zijn buik voor de auto van Chantal gaat liggen om te verhinderen dat ze wegrijdt, de inspecteur die met een cowboyhoed op rondloopt, broer en zus Louage die de wekker om drie uur ‘s nachts zetten om hun buren te treiteren. Ik kan enkel hopen dat de serie nog absurder wordt – het is er de ideale setting en cast voor – en dat het seksisme zonder toeters en bellen laat zien zoals het is: een realiteit waarin de vernedering telkens weer goed bedoeld is.
Fout opgemerkt of meer nieuws? Meld het hier