‘Blind Gekocht’ en de vloek van de reality-tv

© National
Geert Zagers
Geert Zagers Journalist bij Knack Focus

Blind gekocht heeft een probleem in zijn vijfde seizoen: de kandidaten weten waar ze aan meedoen.

‘We gaan iets doen wat we nog nooit gedaan hebben.’ ‘Zo met de mensen hun gevoelens spelen.’ ‘Ik ben duidelijk geweest dat ik al mijn wensen wilde schrappen, maar dat ik niet met de gft door het huis wilde.’ Inzake teasers en trailers was Blind gekocht in zijn vijfde seizoen onovertroffen. ‘Volgende week: ze wil geen Japandi meer’: het moet de beste cliffhanger zijn die dit voorjaar op de Vlaamse televisie te zien was.

En toch is dit het eerste seizoen waarin duidelijk is dat Blind gekocht een probleem heeft. Voor het eerst zijn er kandidaten op niet zo elegante wijze uit het programma gezet. Voor het eerst zagen we Jani Kazaltzis met zijn ogen rollen en Bart Appeltans het zichtbaar beu worden. Voor het eerst waren er deelnemers die je de volledig verbouwde woning gewoon niet gunde, omdat ze niet eens dankbaar leken. Béa Vandendael, de onvermoeibare vastgoedexpert, was na het vorige seizoen al gestopt met een dreigende burn-out: dit seizoen werd helemaal duidelijk waarom. De kandidaten in Blind gekocht willen te veel.

En dan krijg je een koppel dat zijn huis in Tervuren wil ruilen voor hetzelfde huis in Tervuren, maar dan mét loods. (Húúr dan een loods.)

Misschien ligt het aan de vastgoedcrisis van drie jaar geleden, de verbouwcrisis van twee jaar geleden of de rentecrisis van een jaar geleden. De huizenmarkt is er sinds corona alleen maar harder op geworden. Maar er lijkt ook iets anders mee te spelen: de vloek van de zelfbewuste kandidaat. Een probleem waar alle guilty pleasure-reality-tv vroeg of laat mee kampt – en niet zelden aan ten onder gaat. Het is de reden waarom Komen eten zijn knullige charme verloor. Het is waarom Temptation Island overgenomen werd door influencers met een Instagram-agenda. Kandidaten kijken namelijk ook tv. Na een jaar of drie weten ze waar ze in zullen terechtkomen en beginnen ze zich daarop in te stellen. Waarna het format net de oorspronkelijkheid verliest waarvoor je in de eerste plaats bent beginnen te kijken. Goede reality-tv draait om de illusie dat je échte mensen te zien krijgt.

In het geval van Blind gekocht wil dat zeggen dat de afschrikfactor uit het eerste seizoen al lang niet meer werkt. De kandidaten aarzelen niet om een blanco cheque uit te schrijven voor een huis dat ze niet te zien krijgen: na vier seizoenen weten ze dat het toch goedkomt. Ze beseffen dat de makers hen zullen vragen om water bij de wijn te doen, dus zetten ze op voorhand al hoog in. (Zeg niet dat je in Antwerpen, Deurne of Mortsel wilt wonen. Zeg dat het Antwerpen moet zijn. Anders eindig je in Mortsel.) En hier en daar zie je dat er enig financieel opportunisme begint op te spelen. Blind gekocht heeft weinig subtiele sponsors voor ramen, badkamers, keukens, energiesystemen, elektrische laadpalen en Japanse wc’s, waarmee het de facto het lucratiefste prijzenprogramma van Vlaanderen is geworden.

Na vier seizoenen lijdt Blind gekocht onder zijn eigen verwezenlijkingen. De les die het de kijker al vier seizoenen wil leren, is dat instapklare droomhuizen niet bestaan en een woning kopen om compromissen en realiteitszin vraagt, zelfs met een budget van een miljoen euro. De les die de kijker heeft onthouden, is dat je voor 65.000 euro een totaalrenovatie kunt hebben. En dan krijg je in je vijfde seizoen een koppel dat zijn huis in Tervuren wil ruilen voor hetzelfde huis in Tervuren, maar dan mét loods. (Húúr dan een loods.) Of een moeder en dochter die een kangoeroeherenhuis willen. Een b&b erbij lijkt hen wel leuk. Aanvankelijk in Brugge, Gent of Kortrijk. Dan enkel nog in Brugge, op wandelafstand van het station. Eerst zeker in Japandi-stijl. Dan toch liever niet in Japandi-stijl. En vervolgens terloops suggereren om de nieuwe keuken achteraan in het huis naar de straatkant te verplaatsen.

Vrij zeker dat Netwerk Architecten Vlaanderen witheet werd bij die passage.

Het moet zijn dat Blind gekocht de onrealistische verwachtingen zelf ook beu was. Bij momenten leek het alsof er kandidaten voor de leeuwen werden gegooid, puur om dat punt te maken. (Waarom selecteer je anders een koppel met een lijst van veertig eisen, waaronder vier slaapkamers, twee badkamers, een dressing, dubbele douchekoppen, een bloemenweide, fruitbomen, een loods en een container in de tuin met bureau en dj-booth?) Het moet gezegd: slechte reality leverde dat niet op. De makers weten ondertussen ook dat de combinatie van gft-gerelateerde kandidateneisen en zuchtende vastgoedexperts een bijzonder krachtige motor is.

Alleen is dat ook een valkuil. Al sinds het begin draaide Blind gekocht om een specifieke, glasheldere formule: hate-watching met een happy end. Aalternaars die niet in Lotenhulle wilden wonen of Bruggelingen die maar niet leken te snappen waarom ze geen passiefhuis voor 330.000 euro vonden: de kandidaten waren geselecteerd om kijkers die wél al eens verbouwd hadden te jennen. (De ware verbouwervaring is mínder moodboards en wishlists en méér passief-agressieve berichten naar je aannemer sturen over de teleurstellende afwerking van de epoxyvoeg in de badkamertegels.) Maar immer wachtte er een warm einde, waarin de kandidaten oprecht dankbaar bleken met hun nieuwe huis en hun finoven – en jij als kijker blij was voor hen. De sterkte van Blind gekocht was altijd die balans. Het zou spijtig zijn als de makers dat vergeten.

Met Huizenjagers, Ons huis/nieuw huis en Huis gemaakt alléén redden we het niet.

Blind gekocht

Elke donderdag om 21u00, Play4.

Fout opgemerkt of meer nieuws? Meld het hier

Partner Content