Bert Haelvoet, de gijzelnemer uit De Dag: ‘Ik ben op mijn plaats gezet door een zestienjarige’

Kristof Dalle Journalist

Hij speelt doorgaans tuig van de richel, gangsters en pooiers, maar Bert Haelvoet is best modest. ‘Mooie foto’s. Maken we van dit interview niet beter een fotokalender?’

Zelfrelativering. Dat is het woord.

Als er al een lijn zit in het gesprek met Bert Haelvoet (40), dan wel zijn constante neiging om zichzelf onderuit te halen of op zijn minst het belang van zijn stiel en eigen prestaties te temperen. Wat hem siert, maar bijzonder grote gaten vallen er toch niet te prikken in het tv- en filmpalmares dat de theateracteur ondertussen in de luwte heeft opgebouwd: van nonkel Koen in De helaasheid der dingen, via hypothesetester in Wat als? tot Guy Vandewiele in Spitsbroers. Toegegeven, 13 geboden flirtte dit najaar op VTM zo hard met de policierclichés dat het een wonder mag heten dat daar geen hashtag van gekomen is, maar ook op zijn inspecteur Roelandt valt weinig af te dingen.

Als ik dacht dat De dag me meer werk zou opleveren, ben ik ondertussen weer een illusie armer.

Ook een unicum: de sms achteraf met de vraag of ik wel iets met dit interview kon aanvangen. ‘De beelden zijn wel mooi, Kristof. Maken we er niet beter een leuke fotokalender van?’

In afwachting van de Haelmanak© kan iedereen die De dag nog niet meepikte via Play vanaf 10 januari terecht op Vier. In de excellente, vanuit verschillende standpunten vertelde fictiereeks van Julie Mahieu en Jonas Geirnaert zijn Haelvoet en Titus De Voogdt de gijzelnemers met dienst.

De dag is een secure serie, waarin elk detail moet kloppen vanuit beide perspectieven. Terwijl jij niets liever schijnt te doen dan aan de haal te gaan met je tekst.

Bert Haelvoet: Als het scenario straf genoeg is, hoef ik niet per se te improviseren. Dan voelt het zelfs als een bevrijding als je je aan je tekst kunt houden. Ik zoek ook graag naar de komische noot, maar daarvoor was ook geen plaats in De dag. In de hele serie zitten hooguit een tweetal laconieke opmerkingen van Jeroen Perceval.

Jonas Geirnaert noemde de gijzelnemers Tommy en Elias zijn favoriete personages. Daar valt veel voor te zeggen.

Haelvoet: Het zijn geen typische gangsters, hè. (denkt na) Julie en Jonas vormden een schrijversduo, maar Jonas hield zich toch vooral bezig met de oneven afleveringen, dus alles wat zich buiten de bank afspeelde. Ik heb het niet opgemerkt toen ik het scenario las, maar toen ik de afgewerkte reeks zag, merkte ik ook dat ik in de ‘vrouwelijke’ helft zat. Enerzijds heb je het eerder mannelijke perspectief van de onderhandelaars buiten de bank, anderzijds de eerder vrouwelijke kant van de gijzelaars.

Mahieu had dan weer een boon voor de jonge gijzelaar Noor Hawal, neergezet door Imani De Caestecker, die eerder in Bevergem te zien was.

Haelvoet: Straffe actrice. Tijdens de opnames was ze amper zestien, maar ik was al bij de eerste repetitie onder de indruk. Je moet weten: ik haat repetities. In heel naakte auditieomstandigheden even wat emotionele scènes inoefenen? Vreselijk. Maar terwijl ik nog wat binnensmonds stond te sakkeren, vloog Imani er gelijk in. (grinnikt) Ik ben daar gewoon op mijn plaats gezet door een zestienjarige. ‘Niet zagen, gewoon doen.’ Ik heb dat dan maar geprobeerd, tot ik regisseurs Gilles Coulier en Dries Vos op de achtergrond hoorde lachen. ‘Laat maar Bert, we zien wel wat het op de set geeft.’ Ik ben echt niet in mijn element op repetities.

Bert Haelvoet, de gijzelnemer uit De Dag: 'Ik ben op mijn plaats gezet door een zestienjarige'
© Jelle Vermeersch

Is dat De Caesteckers jeugdige gebrek aan schroom?

Haelvoet: Je kunt alleen maar hopen dat ze dat kan vasthouden, want dat is een zeer nuttige eigenschap voor een actrice. (denkt na) Ik snap dat die repetities handig zijn om achteraf vlotter te kunnen draaien – voor De helaasheid der dingen oefenden we ook een hele week op café – maar ik heb toch graag een beetje houvast. Een kostuum, een setting, wat attributen. Bij mij is het meer van ‘ik speel het wel op het moment dat het moet’.

***

Dat hij het hoopvol vindt om te zien dat De dag met iets meer middelen gemaakt kon worden, zegt Haelvoet terwijl hij aan zijn vaper lurkt. ‘Internationaal gezien maken we fictie voor peanuts, maar De dag kan zich perfect met die series meten. Da’s redelijk fantastisch, eigenlijk. Vergeet niet dat ik rond de eeuwwisseling aan Studio Herman Teirlinck ben afgestudeerd, waar we in de eerste les te horen kregen: ‘Tv-fictie, begin daar vooral niet aan!’ Niet eens zo’n slecht advies. Ik herinner me nog hoe ik net net na mijn studies toch auditie deed voor een gastrol als gangster in Flikken. ‘Sorry, maar wij kunnen niets met u aanvangen, Bert. Uw taal is niet goed genoeg.’ Dat was de tijd dat de hele Vlaamse onderwereld nog eloquent AN sprak, hè.’

Bert Haelvoet, de gijzelnemer uit De Dag: 'Ik ben op mijn plaats gezet door een zestienjarige'
© Jelle Vermeersch

Er zit een lijn in de personages die jij doorgaans neerzet: tuig van de richel, gangsters en pooiers. Personages die vaak het zout op de patatten van een reeks of film zijn, maar het blijft wel typecasting.

Haelvoet: Ik word dus nooit gevraagd om een notaris of een dokter te spelen. Bizar. Zal wel iets met mijn kop te maken hebben, zeker? Al heb ik na De dag wel besloten dat ik stilaan genoeg bivakmutsen heb aangetrokken.

Dit jaar speelde je ook overvaller in Superette Anna van Piet Sonck. Al is het nog niet helemaal duidelijk of die film in de zalen komt.

Haelvoet: Misschien komt die er toch nog, in maart. Dat is vooral het verhaal van een gepassioneerde leraar die met heel weinig geld een film wilde draaien over een hold-up die plaatsvond op de dag dat de Herald of Free Enterprise zonk.

En ja, ik heb het me op die set ook bedacht, met dat wapen in mijn hand: dit ging je toch nooit meer doen, Bert? (grinnikt) Ik heb al gangsterrollen geweigerd, maar ik kan dat ook niet te vaak doen. Ik vind het altijd heel raar als collega’s vertellen hoe ze hun scenario’s ‘heel bewust uitkiezen’ of godbetert over ‘sabbatjaren’ spreken. Natuurlijk kies je geen rommelrollen als je die mogelijkheid hebt, maar weet dan wel dat je in Vlaanderen tot een heel select kransje behoort. Dat is bovendien geen verdienste, het is een luxepositie. Ik reken mezelf tot het gros van de acteurs dat werk nodig heeft en voortdurend half aan het overleven is. Niet dat ik daarover klaag.

In Malta ligt dicht bij de zee een bassin dat voor Game of Thrones gebruikt is. Wij hebben voor Torpedo náást dat bassin gefilmd. Te duur. Typisch voor de Vlaamse creativiteit.

Volgend najaar komt Torpedo van Sven Huybrechts in de zalen. Daarin speel je naast Koen De Bouw en Sven De Ridder een Vlaamse verzetsstrijder die een duikboot en een lading uranium kaapt.

Haelvoet: In Malta ligt een speciaal uitgerust bassin nabij de zee dat zowel in Gladiator, Game of Thrones als Piet Piraat gebruikt is. Wij hebben náást dat bassin gefilmd. (lacht) Te duur. Ik vind dat mooi. Het getuigt van die typische Vlaamse creativiteit. Memorabele opnames ook, zelfs al ben ik bijna blind teruggekeerd. Een ontploffing liep niet helemaal als gepland, en plots had ik een hoop scherven in mijn gezicht. Had ik me niet weggedraaid van de explosie, dan was ik waarschijnlijk een oog kwijtgeraakt. Maar dat is geen goede reclame, zeker?

Bert Haelvoet, de gijzelnemer uit De Dag: 'Ik ben op mijn plaats gezet door een zestienjarige'
© Jelle Vermeersch

Op de een of andere manier klinkt het best wervend.

Haelvoet: In dat geval: op een bepaald moment worden we ook allemaal opgehangen. Met behulp van een harnas uiteraard, al was het weinig hoopgevend dat de stand-ins al flauwgevallen waren tijdens de eerste testen. We hadden ze iets te lang in de brandende zon laten bengelen. (lachje) Fantastische weken, maar er is nogal met accidenten geflirt. Heel anders dan bij De dag. Daar bestond onze strafste stunt erin om elke dag veilig thuis te raken na weken van nachtopnames. Goed voor de reeks wel, er was niemand die nog moest spélen dat hij afgepeigerd was.

***

‘Te veel weten over iets kan ook een hinderpaal zijn.’ Haelvoet grijnst wanneer ik opmerk hoe hij onwetendheid doorheen zijn carrière schijnbaar heeft omgebogen tot een gave. Iets positiefs. Van het zeer relaxte toegangsexamen voor Studio Herman Teirlinck – ‘Wist ik veel wie de gerenommeerde juryleden waren’ -, via een finaleplek op het Leids Cabaret Festival – ‘Je kunt niet zenuwachtig zijn als je nog nooit van de cabaretiers in de zaal hebt gehoord’ – tot het Franse toneelstuk waarin hij zijn vriendin leerde kennen – ‘Ik sprak voordien echt geen woord Frans.’

Een heel interessante manier om in het leven te staan.

Haelvoet: Voor alle duidelijkheid: ik denk dat het vandaag meer zelfrelativering dan onwetendheid is. Ik doe mijn werk met hart en ziel, maar de wereld draait gewoon voort, of ik nu een bankovervaller speel of niet. Ik heb er nooit aan getwijfeld dat dat precies is wat ik moet doen, maar ik ben geen dokter, hè. Ik word niet eens gevraagd om er een te spelen. Een interview als dit dwingt je weleens om achteruit te kijken, maar anders zou ik het niet eens doen. Alles komt zoals het komt.

Bert Haelvoet, prille veertiger en perfect gelukkig met zijn carrière?

Haelvoet: Zo simpel is het nu ook weer niet. Het gaat nooit snel genoeg. En het is nooit voldoende. Zo werd ik afgelopen zomer gepolst voor een reeks, die ze nu aan het draaien zijn. Zonder mij. Spijtig, want ik ben de komende zomer nog vrij. Ik neem aan dat iedereen in mijn sector De dag intussen al gezien heeft, dus als ik al dacht dat die reeks me nieuw werk zou opleveren, ben ik ondertussen weer een illusie armer. Je kunt ook maar een bepaald aantal rollen spelen. Misschien zijn de mensen me stilaan beu gezien? ‘Laten we eens een andere kerel met een gangsterkop zoeken.’

Bert Haelvoet, de gijzelnemer uit De Dag: 'Ik ben op mijn plaats gezet door een zestienjarige'
© Jelle Vermeersch

Je zou ook kunnen redeneren dat je net nog heel veel kanten te tonen hebt, naast het betere bivakmutsenwerk.

Haelvoet: Ook waar. We zien wel. Dit is nu eenmaal mijn leven. Een leven in halve onzekerheid en dito armoede, maar in totale vrijheid. Of toch ongeveer. Zelfs die permanente staat van vrijheid heeft een prijs: af en toe moet je weleens iets tegen je zin doen.

Wat was het laatste project dat je tegen je zin hebt gedaan?

Haelvoet: Het mooie aan het menselijke brein is dat dat de eerste dingen zijn die je vergeet. (denkt na) We zeggen elkaar ondertussen weer gedag, maar ik ben eens na zes dagen weggelopen uit De pijnders, een theaterproductie van Arne Sierens. Ik voelde me daar niet op mijn plaats. Arne vroeg dingen van me die radicaal indruisten tegen alles wat ik dacht en denk over acteren. Ik moest meteen op de kale vloer een personage creëren, aan de hand van een foto. Zoals reeds gezegd: niet mijn manier van spelen. Bovendien had ik Titus De Voogdt en Robrecht Vanden Thoren net een onwaarschijnlijk sterke improvisatie zien brengen, waarop Arne zei: ‘Titus, het is blijkbaar je dagje niet. Je vond je stem niet helemaal.’ (droog) Ik dacht: oké, Arne is gek geworden, want dat was van het strafste dat ik al gezien had. Laat staan dat ik nog beter kon doen.

Als iemand me al gevormd heeft, dan is het wel Louis de Funès.

Niet jouw soort theater?

Haelvoet: Ik zíé het heel graag, maar toen Arne me zei dat we zes maanden zouden repeteren, had ik meteen moeten weglopen.

Klopt jouw hart niet gewoon het hardst voor comedy?

Haelvoet:(knikt) Als iemand me al gevormd heeft, dan is het wel Louis de Funès. Na de jongste voorstelling van Bert of Roy, mijn project met Roy Aernouts, zei iemand me dat mijn energie hem deed denken aan De Funès. Mooi compliment.

Niet iedereen zou dat zo’n compliment vinden.

Haelvoet: Vreemd, hè? Ik ben met die films grootgebracht en heb ze allemaal minstens vijf keer gezien, maar in intellectuele kringen moet je nu eenmaal neerkijken op De Funès. Zelfs de Fransen hebben een heel rare relatie met hem. Al lijkt dat stilaan te keren. Michel Houellebecq heeft hem onlangs nog een komisch genie genoemd. Als je maar lang genoeg wacht, wordt alles cult.

Bert of Roy bestaat ondertussen twintig jaar. Is dat meer dan een hobbyproject voor jou?

Haelvoet: Bert of Roy is onbekend, klein, maar me zeer dierbaar. Alleen al omdat dat het enige project is waarin ik zelf verantwoordelijkheid draag en niet alleen uitvoerend acteur ben.

Sketch 2, dat jullie vorige maand brachten, was pas jullie derde voorstelling in die twintig jaar.

Haelvoet: Stilaan willen we toch een niveau en een versnelling hoger spelen. En die twintig jaar is vooral een grap, omdat je met een jubileum net iets vlotter een stuk in de Gazet van Antwerpen forceert. (lacht) Al klopt het wel, want Roy en ik hebben elkaar in 1998 leren kennen in Studio Herman Teirlinck. Hij studeerde kleinkunst, ik toneel, en we sleepten ons samen doorheen vage lessen, zoals ruimtelijk bewustzijn. We begonnen ook heel snel samen dingen te maken. Dat bleek een pak leuker dan de opdrachten in de opleiding.

Bert Haelvoet, de gijzelnemer uit De Dag: 'Ik ben op mijn plaats gezet door een zestienjarige'
© Jelle Vermeersch

Niet veel later schopten jullie het tot in de finale van het Leids Cabaret Festival. Die jullie hoegenaamd niet wilden winnen, want dan moest er door Nederland getoerd worden. Wat is zo de beste manier om een optreden te saboteren?

Haelvoet: Alle finalisten moesten sowieso mee op tournee. (droog) We hebben de organisatie gewoon laten weten dat we dat niet zouden doen. We hadden ons ook enkel maar ingeschreven om een paar keer samen te kunnen spelen.

Bert of Roy werd, zeker in die tijd, omschreven als ‘absurdistische improvisatie’, woorden die soms gewoon gebruikt worden om creatieve luiheid te maskeren. ‘Ik heb niets voorbereid, maar ik zeg gekke dingen en kijk, er staat een opgezette struisvogel met een bolhoed op het podium.’

Haelvoet:(lacht) Dat was en is Bert en Roy alvast niet. Wij doen niet eens aan impro, het ziet er alleen uit alsof we alles ter plekke uit onze mouw schudden. Zet dat gerust in de kop, want we krijgen weleens verzoeken om als improduo bedrijfsevents op te leuken.

Jullie vertrekken telkens vanuit een zeer dunne premisse. In Sketch 2 is dat ‘man vergeet sjaal op café in Parijs’.

Haelvoet: Echt gebeurd, hè. In Sketch 1 was het ‘man komt fiets kopen’. Meer hebben we niet nodig om er een gesprek van een uur rond te verzinnen. Iets niet, onze allereerste voorstelling, zat ergens tussen Wachten op Godot en Gaston en Leo. En dat bedoel ik zeer positief.

Tot slot nog heel even iets aftoetsen: volgens jouw IMDb-profiel behoort boogschieten tot jouw talenten?

Haelvoet: Ik heb jaren intensief aan boogschieten op de staande wip gedaan met Stan-collega Damiaan De Schrijver en kunstenaar Fred Bervoets. Een uitstervende volkssport, maar wel heel charmant. De gloriedagen, toen notarissen en dokters aan boogschieten deden, liggen ver achter ons. De dagen toen er pakweg een auto op de wip stond. Kun je je dat voorstellen?

Niets aan die zin houdt steek voor mij.

Haelvoet: Alle notabelen namen deel, en wie de hoofdvogel afschoot, kreeg een auto. Het blijft een fantastische sport, maar ik doe het tegenwoordig hooguit nog een paar keer per jaar.

Ook dat lijkt een constante: om de zoveel jaar verander je van passie. Van jiujitsu tot wielrennen, van snooker tot staande wip.

Haelvoet: Ultimate frisbee, lang gedaan. Basket. Kungfu. Voetbal. Ik ben nogal makkelijk te triggeren. Tegenwoordig boks ik. VTM had me gevraagd voor Boxing Stars. Dat zag ik wel zitten, maar ik had er blijkbaar te lang over nagedacht en ondertussen hadden ze genoeg kampende BV’s gevonden. ‘Oké, maar dan begin ik toch gewoon zélf te boksen?’ Veel meer heb ik niet nodig.

Naar verluidt zoekt Vier op dit moment een nieuwe lichting voor Dancing with the Stars.

Haelvoet: Ik ben er vrij zeker van dat ze me daar niet voor zullen bellen. Daar zou echt niemand beter van worden. (lacht)

De dag

Vanaf donderdag 10/1, Vier.

Bert Haelvoet, de gijzelnemer uit De Dag: 'Ik ben op mijn plaats gezet door een zestienjarige'
© Jelle Vermeersch

Fout opgemerkt of meer nieuws? Meld het hier

Partner Content