Tobias Cobbaert

‘Datingapps hebben mijn romantische visie op menselijke connectie verzuurd’

Tobias Cobbaert grasduint in het nieuwste cultureel erfgoed.

‘Wat heb ik te verliezen?’ vroeg ik me af toen ik een paar weken geleden plooide en dan toch eens Bumble installeerde. Ondertussen ken ik het antwoord: mijn romantische en ­misschien ietwat naïeve visie op hoe we als mensen ­connecties met elkaar leggen.

Aanvankelijk leek het allemaal best leuk. Er opende zich een hele wereld aan vrouwen van mijn leeftijd en ik kon met één vingerbeweging beslissen of ik hen interessant en ­aantrekkelijk vond, of niet. Tijdens dode momenten kon ik even de Bumble-app openen en swipen, al dagdromend over de vele ­mensen aan de andere kant van het scherm die ik zou kunnen leren kennen.


Maar het duurde niet snel tot ik er een heel vies gevoel bij kreeg. Er was ­bijna niemand die van mij een like kreeg, en de ­redenen waarom ik ­mensen weg­swipete, ­werden steeds ­opper­vlakkiger. Oh, je ­favoriete hobby’s zijn ­pizza eten en wijn drinken? Dan zal je vast geen persoonlijk­heid hebben. Je bent 26 en Harry Potter is nog steeds je favoriete boek? Je bent in je adolescentie ­blijven hangen. Drie van je vijf foto’s zijn in de fitness ­genomen? Dit gaat nooit werken, ik heb een hekel aan fysieke ­inspanning.


Ik schrok van mezelf, want in het ­echte ­leven ben ik helemaal niet zo. ­Wanneer ik op Bumble iemand zichzelf als een ­‘Swiftie’ zie om­schrijven, denk ik ­meteen ‘oei’ en swipe ik ­verder. ­Compleet ­belachelijk, want ik heb meerdere ­vriendinnen die niet alleen ­gigantische Taylor Swift-fans zijn, maar ook allemaal heel grappig, ­interessant en aangenaam. Ik ga er prat op dat ik mensen niet te snel veroordeel op basis van opper­vlakkige onzin en in ­iedereen een ­potentiële vriend (of meer?) zie tot ze me het tegen­deel ­bewijzen. Waarom ben ik op Bumble dan zo ­bereid om ­iedereen voor piet­luttigheden af te wijzen?

Laat mij nog maar een tijdje vrijgezel blijven.


Het heeft natuurlijk veel te maken met de ­manier waarop dit soort apps ontworpen zijn. Veel informatie om je keuze op te baseren is er nu eenmaal niet. Alleen kan ik niet aan de hand van vijf foto’s en een handvol woorden beslissen of ik ­iemand interessant vind. Ik moet een gesprekje met iemand hebben om aan te voelen of er al dan niet een klik is. Maar die kans krijg je op dating­apps pas nadat je elkaar al naar rechts geswipet hebt. En wanneer je door een eindeloze galerij aan profielen scrolt, is het heel gemakkelijk om iemand die net niet helemaal jouw type is ­gewoon aan de kant te ­schuiven. Waarom zou je immers de in­spanning doen om met hen een gesprek aan te knopen dat misschien nergens op uitdraait, als je gewoon kan ­blijven swipen tot je iemand beter tegenkomt?


Waar ik me misschien nog ongemakkelijker bij voel dan bij mijn eigen swipegedrag, is het idee dat mijn profiel ook op het scherm van honderden gebruikers is ­gepasseerd. Met tientallen van hen zou ik een heel ­gezellige tijd kunnen hebben. Maar dat gaat nooit ­gebeuren omdat ze mijn haar misschien te lang ­vonden, mijn gezicht net niet symmetrisch genoeg of mijn muzieksmaak te raar. En ik kan het hen absoluut niet kwalijk nemen dat ze me daarom naar links swipen, want ik zou exact hetzelfde hebben gedaan. Maar is het niet ongelooflijk deprimerend om onze perceptie van elkaar te reduceren tot zo’n vliegensvlugge vleeskeuring?


Tijdens het schrijven van deze column heb ik de knoop doorgehakt. Nadat ik mijn laatste punt heb gezet, gooi ik Bumble weer van mijn telefoon. Aan deze uitholling van de menselijke zoektocht naar emotionele verbinding wil ik niet bijdragen. Laat mij nog maar een tijdje vrijgezel blijven en genieten van de vele andere mooie dingen die het leven te bieden heeft.


Tenzij er een leuke dame na het lezen van ­deze column iets met me wil gaan drinken, ­natuurlijk.

Fout opgemerkt of meer nieuws? Meld het hier

Partner Content