Tobias Cobbaert

‘Als je profielfoto op Facebook een kiekje van je huisdier is, dan ga ik ervan uit dat je een gore racist bent’

Tobias Cobbaert schrijft wekelijks over wat hem wakker houdt. Of net niet.

Als je profielfoto op Facebook een kiekje van je huisdier is, dan ga ik ervan uit dat je een gore racist bent.

Ik weet het, dat lijkt een onredelijk state­ment bedoeld om tegen de schenen te ­schoppen. Maar ik zweer dat die stelling ­gebaseerd is op jaren van empirisch onderzoek.


Ik ben lid van heel wat Facebookgroepen waarin vijftigplussers allemaal leuke ­plaatjes met elkaar delen. Het leeuwendeel van die afbeeldingen is best aandoenlijk. ­Kitscherige collages die je een fijne werkdag wensen, ­triestige konijntjes die het verschrikkelijke nieuws ­delen dat het morgen maandag is, Bugs Bunny die je een fijne nachtrust wenst… Mijn nieuwsoverzicht staat er vol van, en ik vind het hart­verwarmend.


Maar af en toe ­verschijnt er een donkere wolk ­boven mijn plaatjesparadijs. ­Wanneer ­leden van die groepen zich aan humor wagen, loopt het vaak mis. Om te beginnen zijn er de klassieke boomer­moppen die in feite neerkomen op vrouwen­haat. Mannen die al dertig jaar vastzitten in een huwelijk met een vrouw die een eigen wil heeft en niet klakkeloos doet wat haar opgelegd wordt, je kent het wel.


Nog venijniger wordt het wanneer de humor niet over vrouwen, maar over mensen van andere origine gaat. ­Tussen mijn plaatjes van lieve diertjes, glimlachende zonnen en ­dampende koffiemokken verschijnt plots een cartoon die in onverbloemde termen oproept om alle Marokkanen het land uit te zetten, of een post van iemand die fantaseert over het lekprikken van bootjes vol vluchtelingen.

Tussen de plaatjes van lieve diertjes, verschijnt plots een cartoon die oproept om 
alle Marokkanen het land uit 
te zetten.


Vreemd genoeg worden die ­politiek incorrecte plaatjes maar al te vaak gedeeld door mensen die een foto van hun hond als profielfoto hebben ingesteld en die zichzelf in hun bio ‘een gigantische dierenvriend’ noemen.


Het omgekeerde is ook al waar gebleken: wanneer ik zie dat een kat een onschuldige ­afbeelding deelt, tref ik in negen van de tien ­gevallen de goorste, meest racistische bagger aan op de profielpagina van het huisdier in kwestie.


Eerst stak ik het op toeval, maar nu ik al de helft van mijn leven op Facebook zit, is het simpelweg té vaak voorgekomen om dat nog te geloven. Het heeft me aan het denken gezet. Hoe kan iemand die beweert zo’n oneindige liefde voor dieren te hebben geen fractie van diezelfde liefde voelen ­jegens de medemens van andere origine?


Hoe langer ik erover ­nadenk, hoe minder vreemd ik het verband vind. Dierenliefde is gemakkelijk. Geef een hond dagelijks eten en ga er regelmatig mee ­wandelen, en dat beest zal je automatisch graag zien. Ik wil niet beweren dat je met een viervoeter geen affectieve band kunt opbouwen, maar de complexiteit die menselijke relaties zo boeiend en vervullend maakt, is compleet afwezig.


Om te begrijpen waarom vluchtelingen naar hier komen, moet je bereid zijn je in te leven in hun situatie. Wie harmonisch wil samen­leven met mensen die een andere culturele achtergrond hebben, moet willen inzien dat hun eigen westerse gedachtegoed niet het enige of het beste is. Kortom: in een maatschappij die steeds multi­cultureler wordt, heb je empatisch vermogen ­nodig om niet te verbitteren.


Volgens mij heeft elke mens liefde in zich die hij aan iets of iemand kwijt moet. Maar als je inlevingsvermogen niet ­voldoende ­geëvolueerd is om begrip te tonen voor ­complexe, menselijke wezens, dan kun je overcompenseren door je hele leven te wijden aan een hond die je nooit zal tegenspreken.

Fout opgemerkt of meer nieuws? Meld het hier

Partner Content