Zijn onze strotten van superieure kwaliteit?

© Knack

Knack-recensent Rudy Tambuyser blikt vooruit naar de finale van de Koningin Elisabethwedstrijd voor zang.

In Brussel begint de finale van de Koningin Elisabethwedstrijd, dit jaar voor zang. De beste reden om zich dit jaar met de wedstrijd in te laten? Teresa Berganza.

Vanwaar mijn liefde voor de grootste naoorlogse mezzosopraan, die een masterclass gaf en in de finalejury zetelt? Ze leerde me dat zingen kan klinken als een natuurlijke actie. Ze toonde dat diva’s zonder kapsones bestaan. Ze maakte plausibel dat vocale virtuositeit organisch en noodzakelijk kan aanvoelen. Dat perfectie bestaat.

Ik ben te laat geboren om haar in haar topjaren live te hebben kunnen horen. Een benefietconcert dat ze, al danig op leeftijd, in Brussel gaf, staat echter blijvend in mijn geheugen gegrift. Samen met het cello-octet Conjunto Iberico bracht ze toen Spaans werk, waaronder de Zeven Volksliederen van De Falla. Zelfs bejaard was ze zoveel musicienne en zoveel vrouw in één keer, dat het haast ondraaglijk werd.

Jury

Die persoonlijke sleutelervaring staat in schril contrast met het slechte gevoel dat men de jongste vele jaren zou kunnen krijgen – en bij voorkeur ook krijgt – bij de beslissingen van de jury van de Elisabethwedstrijd. Grote muzikanten die veronachtzaamd worden omdat ze van de foute leraar komen of simpelweg jaloezie wekken, halve machines die winnen door een probate mix van krachttraining, conditionering en ‘diplomatie’ onder bejaarde leraars-juryleden…

Gelukkig is de editie voor zang in verscheidene opzichten anders dan die voor viool of piano. Je kan er ook winnen omdat je de mooiste bent. De finale duurt maar vier dagen – je mag van zangers niet verwachten dat ze even lang als een pianist of violist kunnen presteren. Anders dan bij de viool- en de pianojury, waarvoor je toch behoorlijke adelbrieven als uitvoerder moet kunnen voorleggen, zitten in de zangersjury ook niet-muzikanten.

Bijna volmaakte mix

Jazeker, daartoe moeten ook operadirecteurs gerekend worden. Er is dit jaar geen opgelegd werk. Tenslotte: met vijf Belgen op vierentwintig halvefinalisten is ons land op het aberrante af goed vertegenwoordigd. Het moet zijn dat de opleidingen aan onze conservatoria onvergelijkelijk goed zijn, of onze strotten genetisch gezien van superieure kwaliteit.

Of zou het kunnen dat de tijd voorbij is, waarin grote muzikanten door wedstrijden aan het licht werden gebracht? Wat me op de een of andere manier doet denken aan de Russische sopraan Julia Lezhneva, beschermelinge van Kiri Te Kanawa en leerlinge van Teresa Berganza. Ze heeft net een Rossini-plaat uit bij Naïve, samen met Marc Minkowski. Het zou me sterk verbazen als we straks op de wedstrijd iets vergelijkbaars te horen kregen. De bijna volmaakte mix van schoonheid en evenwicht die Lezhneva zelfs Rossini-sceptici zoals mezelf presenteert, groeit noch gedijt in wedstrijden. Hij verdraagt ze hoogstens.

Rudy Tambuyser

Rudy Tambuyser volgt de Koningin Elisabethwedstrijd voor Knack.be op de voet. Hij brengt over elke wedstrijdavond uitgebreid verslag uit.

Fout opgemerkt of meer nieuws? Meld het hier

Partner Content