Wat analoge fotografie en snaren van darmen volgens contrabassist Nils Vermeulen gemeen hebben

© Geert Vandepoele

‘De klankmogelijkheden van barokke darmsnaren zijn razend interessant voor hedendaagse muzikanten’, zegt Nils Vermeulen. De vegetariër offert zichzelf op en maakt snaren van lammerdarmen in het belang van de zoektocht naar vergeten, akoestische contrabasklanken.

Contrabassist Nils Vermeulen speelt bij een hele reeks bands, trios en ensembles. Onder andere Kabas en Jukwaa. Hij is ook bekend als bassist van Uma Chine, een van Humo’s Rock Rally finalisten in 2020. Daarnaast voert Vermeulen al enige tijd onderzoek naar alle akoestische klankmogelijkheden van de contrabas aan het KASK & Conservatorium in Gent. Vrijdag 28 april bracht hij zijn debuut solo-contrabasplaat Variations uit. ‘Eindelijk. Het voelt als een mijlpaal die ik heb bereikt.’

Hoe pas je jouw onderzoek toe op je muziek?

Tijdens een jazzopleiding leer je het belang van improvisatie. Voor mij is improviseren een manier waarop ieder bandlid even componist kan zijn. Zo kan je op bepaalde momenten jouw functie binnen de band doorgeven of overstijgen. Als componist wil je tijdens het spelen een bepaalde melodie of klank toevoegen, maar die melodie klinkt eerder percussief, of als een viool of fluit. Niet als een contrabas. Dan moet je zoeken hoe je die klank toch met een contrabas kan creëren.

Daar ga ik met deze plaat naar opzoek. Hoe kan ik mijn instrument laten klinken als een fluit, een theremin, een synthesizer? En dat volledig akoestisch. Daar hou ik van. Het is een andere muziekbeleving dan de tegenwoordig alsmaar zwaardere en diepere versterkte bassen.

Je wilt andere instrumenten imiteren?

Nee. Het zijn eerder conceptuele klanken en ideeën. Het nummer Of me is zowel een zelfreflectie als een knipoog naar de noot ‘mi’. Drie minuten lang speel ik de mi. In die monotone omgeving wordt elk detail uitvergroot en begin je van alles te horen. Je begint te merken dat ritme zit in de afwisseling tussen technisch goede en slechte boogstreken.

In het nummer On integration, geïnspireerd op Meditations on integration van Charles Mingus, gebeurt iets gelijkaardig. Ik speel de noot sol afwisselend op twee verschillende manieren. Aanvankelijk klinken ze dissonant, maar eigenlijk complementeren ze elkaar. Ik beschouw het als een sociaal experiment. Mensen zijn allemaal hetzelfde en tegelijkertijd compleet anders. Sommige mensen botsen en moeten vervolgens niets van elkaar weten. Anderen beginnen na een tijd te resoneren en zullen elkaar versterken.

Contrabassistlegende Charles Mingus is jouw grote voorbeeld. Waarom was hij zo inspirerend?

Op zijn bas was hij virtuoos, zonder virtuositeit na te streven. Hij beheerste onder andere een duimtechniek waarmee hij twee stemmen tegelijkertijd kon spelen op één contrabas. Toch is het vooral zijn compositorische denkwijze die me aanspreekt. ‘Wat heeft de compositie nodig en hoe kan ik dat faciliteren?’, redeneerde hij. In Meditations on integration is het bijvoorbeeld super mooi hoe hij in de plaats van basklanken, ervoor kiest om hoge tonen te spelen naast Eric Dolphy’s dwarsfluitmelodie.

In jouw eigen zoektocht naar andere contrabasklanken experimenteer je met darmsnaren. Bovendien maak je ze zelf. Wat is een darmsnaar en hoe maak je die?

Simpel: het is een snaar gemaakt van lammerdarmen. In de vleesindustrie maken ze daarmee worsten. Eerst moet ik er het zout afspoelen, want ze worden gepekeld bewaard. Dan knoop ik er een aantal samen, bij de laatste waren het er achttien. Vervolgens kan ik ze opdraaien in een zelfgemaakt kader en moet ik wachten tot het vocht eruit gaat.

© Charlotte Lybaert

Toonhoogte is afhankelijk van massa en spanning. Daarom is het zoeken en spelen met dikte en flexibiliteit. Achteraf kan je eventueel nog schuren, oliën en lakken.

Dat lijkt geen werkje voor vegetariërs.

En toch ben ik een vegetariër. (Lacht) Het darmenaspect is niet altijd even plezant. Toch zie ik de schoonheid van het product en vind ik het super tof om op een andere manier, deze manier, klank te kunnen vormen. Bovendien hou ik van de onvoorspelbaarheid van de natuur. Elke snaar is anders.

Kan je de klank van een darmsnaar beschrijven?

Darmsnaren klinken korrelig. Je kan ze enigszins vergelijken met analoge fotografie. In een analoge foto zit ook een zekere korrel, die van fototoestel tot fototoestel verschilt. Een analoog toestel is moeilijker handelbaar, het heeft een eigen wil. Moderne snaren koop je in een pakje en zijn voor iedereen hetzelfde.

Een darmsnaar, daarentegen, kan soms beter klinken op een andere toonhoogte dan die waarop je een contrabas klassiek stemt. Dan stem ik bijvoorbeeld mijn sol-snaar op een fa-kruis of een la. Technisch kan ik nog steeds contrabas spelen, maar het is alsof bij een piano de toetsen plots door elkaar zouden liggen. Dingen die ik altijd doe, krijgen ineens een andere klank, een ander interval, een ander akkoord.

Bach schreef zijn cellosuites voor een cello, klassiek gestemd in kwinten. Moest de cello in kwarten gestemd staan, was de suite technisch heel lastig om te spelen en had Bach ze waarschijnlijk nooit geschreven. Daarom is het vanuit een compositorische oogpunt super interessant en waardevol om snaren hun eigen stemming te laten dicteren. Je schrijft composities die je anders nooit zou schrijven.

Hoe lang gaat een darmsnaar mee?

Op mijn ‘experimenteerbaske’ zitten nu al een jaar lang twee darmsnaren. Ze hebben al heftige free jazz optredens doorstaan. Ik heb er gigantisch hard aan zitten trekken en slappen, maar ze klinken nog altijd heel erg goed. (Tokkelt op de snaren) Dus op het eerste zicht lijken ze duurzaam.

Daarnaast ben ik trouwens ook bogen beginnen te maken. Moderne bogen zijn ontwikkeld voor moderne snaren. Ze zijn verzwaard en concaaf. Darmsnaren zijn in vergelijking heel licht, daardoor klinken ze super helder. (Strijkt met een bijzondere boog op de snaren) Mijn boogprototype is daarop afgestemd. Ze is lichter en heeft een bolle, een convexe vorm.

Heb je jouw zelfgemaakte darmsnaren gebruikt voor de opname van je nieuwe album?

Nee. Daarvoor zijn ze nog niet kwalitatief genoeg. De snaren die ik gebruik zijn van Gerold Genssler, een Berlijnse snaarmaker. Die klinken al redelijk korrelig.

De  moderne snaar, ondertussen al honderd jaar oud, werd voornamelijk ontwikkeld voor virtuositeit. Op een metalen snaar kan je een hoge spanning zetten waardoor je heel snel kan spelen, maar dat gaat ten koste van muzikaliteit. Je verliest variatie. Met dat idee ontwikkelde Genssler metalen snaren met, net zoals darmsnaren, een lage spanning. Waarmee je die muzikaliteit opnieuw uit je contrabas kan halen.

Met andere woorden: je wil een stap terugzetten in de evolutie van de snaar?”

Ik geloof niet in een lineair verloop van de geschiedenis of in ‘The idea of progress’. Het is absurd om te doen alsof alles wat ouder is daarom primitiever is; dat we telkens zouden moeten verder bouwen met als toekomstig doel ‘het meest gesofisticeerde’ te bereiken. Socioloog Hermut Rosa kan het beter uitleggen. (Lacht)

Ik zie de geschiedenis als één grote pot waar je uit kan putten. Darmsnaren zijn niet voorbehouden om enkel barokke muziek mee te spelen. Net zoals je met een analoog fototoestel geen historisch correcte foto’s gaat trekken. Het lijkt een raar idee, maar dat is wat er in de muziekwereld gebeurt. Terwijl het net interessant is om iemand die met een digitale camera is opgegroeid te introduceren aan een analoog toestel. De hedendaagse fotograaf zal er op een andere manier naar kijken, ermee spelen en er misschien een nieuw verhaal mee vertellen.

Je eerste concert van Variations zal plaatsvinden tussen de verhalende kunstwerken in het SMAK in Gent. Heb je er zin in?

Ja. Het is fantastisch dat ik daar mag spelen. De ruimte is er een met veel reverb. Hierdoor zal de muziek anders klinken dan in de Opera van Gent, waar de plaat werd opgenomen. Het wordt een variatie op Variations. (Lacht)

Daarbij laat ik mij graag door kunst inspireren. De cover van mijn LP werd ontworpen door kunstenares Shervin/e Sheikh Rezaei. Ze tekende ooit een plattegrond van een tempel zo goed als uit de losse pols. Dat beeld vond ik ongelofelijk intrigerend. Het symboliseert exact wat ik doe. Enerzijds is het heel mathematisch, net zoals mijn onderzoek. Anderzijds is het een uniek kunstwerk, er is maar één blauwdruk zoals deze.

Voor de cover van mijn plaat maakte Shervin/e tekeningen gebaseerd op mijn muziek. Het originele werk zal te zien zijn in het SMAK In de toekomst hoop ik nog met haar te kunnen samenwerken.

Nils Vermeulen zal variaties van zijn plaat Variations live brengen op donderdag 4 mei in het SMAK in Gent en op 21 mei in Messe Divagation in Brussel.

Fout opgemerkt of meer nieuws? Meld het hier

Partner Content