Ligt het aan ons, of is sommige underground hiphop alsmaar krankzinniger gaan klinken? Een korte gids door de minst verstaanbare rappers van het moment.
Er is wel wat overlap tussen hiphop en punk – al is die niet altijd meteen hoorbaar. Playboi Carti is daar een schoolvoorbeeld van. Op de albumhoes van zijn klassieker, Die Lit (2018), zien we een figuur stagediven boven een moshpit. Wie de muziek in kwestie niet kent, zou in de platenwinkel kunnen denken een punkalbum vast te hebben. Die illusie wordt snel doorbroken wanneer je op play drukt. Geen rammelende gitaren en DIY-drums, maar ronkende bassen, bedwelmende beats en een rapper die klinkt alsof hij permanent aan de codeïne zit. Wat is er uiteindelijk meer punk dan lekker je eigen zin doen?
Carti party
Halverwege de jaren 2010 verklaarden steeds meer mensen dat hiphop het nieuwe punk was – mensen zoals Jack White, in het magazine Clash. Het genre was meer geworden dan een arena waar de scherpste pennen gekruist werden. Voor elke Kendrick Lamar, J. Cole, Pusha T of Freddie Gibbs was er ook een Lil Pump, 6ix9ine, Young Thug of Lil Yachty te vinden. Die tweede groep onderscheidde zich doordat ze hiphop op een compleet andere manier benaderden. Slimme rhymes werden feitelijk overbodig.
Belangrijker was dat de beats hard gingen en dat de vocals absurd klonken. Doordat hun teksten vaak moeilijk of totaal niet te begrijpen waren, werden ze door tegenstanders ook wel ‘mumble rappers’ gedoopt. Liefhebbers van deze nieuwe stroming zagen net veel moois in de chaos en vergeleken hun agressieve aanpak daarom met punkrock: het mag rammelen en lelijk zijn, zolang je er maar op kan headbangen.
Als ze een nieuwe genrenaam uitvinden om je album te kunnen plaatsen, weet je dat je iets invloedrijks hebt gemaakt.
De opvolger van Die Lit verscheen – na meermaals te zijn uitgesteld – zonder aankondiging, online, op 25 december 2020. Wie van de kersttafel meteen wegliep om naar Whole Lotta Red te gaan luisteren, hoorde een album dat eigenhandig bepaalde hoe underground hiphop de komende jaren zou klinken. Alle elementen uit Die Lit bleven aanwezig, maar werden tot nieuwe extremen geduwd.
All the rage
De songs waren korter en krachtiger, de bassen rammelden nog harder, en qua stemgebruik had Carti nog nooit zo bezeten door de duivel geklonken. Een jaar later zou Playboi Carti met Trippie Redd Miss the Rage uitbrengen, een nummer over moshpits. Retroactief werd daar de naam voor het nichegenre ‘rage’ uitgelicht, om te beschrijven wat Whole Lotta Red nu precies was. Als ze een nieuwe genrenaam uitvinden om je album te kunnen plaatsen, weet je dat je iets invloedrijks hebt gemaakt.
Het legde Carti geen windeieren. Hij richtte zijn eigen label, Opium, op, waar rappers als Ken Carson en Destroy Lonely ook onderdak kregen. Sinds 2021 verschenen er al twaalf albums op Opium, die allemaal vooral hun best doen om Whole Lotta Red zo hard mogelijk na te apen.
De grootste rappers in deze niche strijden om elkaar te overtreffen en het drukste album te maken.
Interessanter is hoe rage zich doorheen de rest van het muzieklandschap verspreidt. In de chaos van dat nichegenre vond gen Z namelijk het perfecte geluid om hun mentale landschap klank te geven.
Sign of the times
Er is al veel geschreven over hoe constante overstimulatie via TikTok en andere apps voor steeds kortere aandachtsspannes zorgt. Nummers worden steeds korter en moeten in die tijd steeds meer prikkels toedienen om te blijven boeien. Daar kun je van vinden wat je wilt, maar rage is er een perfecte weerspiegeling van. De jeugd hunkert nu eenmaal naar nummers die klinken alsof je zeven(tien) verschillende tabbladen tegelijk hebt openstaan. En de grootste rappers in deze niche lijken te strijden om elkaar te overtreffen en het drukste album te maken.
Neem bijvoorbeeld Nettspend, die vorig jaar op 17-jarige leeftijd debuteerde met Bad Ass F*cking Kid. Op het internet wordt met argusogen naar Nettspend gekeken, omdat een minderjarige niet hoort te rappen over shots drinken in de club, maar zijn vreemde energie trekt wel de aandacht – net als het feit dat hij Grimes samplet in Skipping Class.
Ook OsamaSon bereikt een steeds groter publiek. Hij is een 21-jarige rapper bij wie de bassen nóg harder afgesteld staan, en voor wie de absurde stemeffecten ook belangrijker zijn dan de verstaanbaarheid van zijn teksten. Al vragen mensen die ouder dan 23 zijn zich vooral af hoe het zo ver is kunnen komen.
Om ter hardst
OsamaSons album Jump Out schopte het tot de Billboard Top 200 en wordt geprezen voor hoeveel gelaagde details en catchy melodieën er in de wanorde te vinden zijn. In een interview met Pitchfork vertelt hij dat zijn ziekteverzekeraar hem nog weigert te coveren als hij blijft stagediven, wat veel zegt over de energie van zijn shows.
Maar de wedstrijd ‘om ter hardst klinken’ wordt voorlopig gewonnen door Che, die in juli met Rest in Bass een van de meest manische albums van het jaar uitbracht. (De openingstrack heet Slam Punk.) En hoe langer de trend blijft duren, hoe meer muziekcritici de waarde van deze waanzin beginnen in te zien.
Dan rest er nog maar één vraag: blijft deze digitale opgehoktheid ook buiten het internet overeind?
OsamaSon Speelt op 17.09 in Kavka Zappa, Antwerpen, kavka.be