Voor troost moet je bij Arlo Parks zijn: ‘Ik wil je een beetje opgelucht doen voelen’
Arlo Parks is een artiest om te koesteren. Op haar nieuwe album My Soft Machine bezingt ze uw en haar kleine kantjes.
Haar allereerste wapenfeit heette Super Sad Generation, maar de spreekbuis daarvan wil Arlo Parks niet zijn. Wat ze wél ambieert, is empathie en troost bieden door haar eigen kwetsbaarheid als doodnormaal onderwerp te hanteren in openhartige liedjes, zonder het er te dik op te leggen. In 2021 brak ze door met haar debuut-lp Collapsed in Sunbeams, geschreven op haar slaapkamer tijdens de eenzaamheid van de lockdowns. Met een vederlichte stem en een al even affectief indiepop- en triphopgeluid vatte de Engelse jongedame de zenuwinzinkingen, angsten en wrijvingen met seksuele identiteit die wel meer gen Z-twintigers met een slechte nachtrust opzadelt.
De woorden vinden voor iets waaronder een ander misschien al jaren gebukt gaat… Ik wil je een beetje opgelucht doen voelen.
En ze kreeg er fanatieke fans als Billie Eilish en Phoebe Bridgers mee. Voor Eilish heeft ze vorig jaar als support gespeeld, Bridgers nodigde haar in de zomer op het podium van Glastonbury uit om Graceland Too mee te zingen. Haar nieuwe, tweede plaat My Soft Machine – met een featuring van Bridgers in de nieuwe single Pegasus – is de weerslag van 2022, een turbulent jaar voor Parks. Het was het jaar waarin ze van Londen naar LA verhuisde en dol liefdesgeluk vond bij de blauwharige Amerikaanse punkrapster Ashnikko. Maar ook het jaar waarin ze er al tourend onderdoor ging – in september zegde ze een reeks Amerikaanse concerten af – en ze zich het leed van met drugs klooiende of rouwende vrienden aantrok.
Gemeenschapszin is alles voor haar op My Soft Machine. De tweede zin van de plaat luidt: ‘Almost everyone that I love has been abused and I am included.’ In het liedje Impurities zingt Parks dat je kleine kantjes mag omarmen en littekens tonen.
Daar uitleg bij geven is wat anders. Journalisten krijgen duidelijke consignes: geen persoonlijke vragen over haar mentale gezondheid, seksualiteit of raciale kwesties. Een gezagsdrager van het management zal meeluisteren.
Op het uur van afspraak worden we begroet door twee zwarte Zoom-schermen: ‘Yes, this is audio only.’ Het zou een interview met een ondergedoken spijtoptant van de maffia kunnen zijn. Tot Arlo Parks opgewekt verraadt dat ze zich sinds een paar uur in New York bevindt. ‘De zon schijnt, ik voel me goed en we doen Jimmy Fallon morgen. Allemaal opwindende dingen.’
Waarom ben je vorig jaar rond deze tijd naar LA verhuisd?
Arlo Parks: Ik snakte naar een nieuw avontuur. Ik had zo goed als mijn hele leven in Londen gewoond. Ik wilde nieuwe perspectieven. Heel veel van mijn favoriete platen bleken in LA te zijn opgenomen: alles van Frank Ocean, Flower Boy en Call Me If You Get Lost van Tyler, the Creator, Blue van Joni Mitchell, The Downward Spiral van Nine Inch Nails… Ook de Californische natuur – de bergen, de woestijn en de oceaan – trok mij aan. Heel die open cultuur. Het is een epicentrum van literatuur, film en muziek. Die rijkdom was onweerstaanbaar.
Californië laat zich met onbezorgde doelloosheid associëren. ‘Out on my skateboard/ The night is just humming’, zoals Pavement het ooit verwoordde.
Parks: Ik ken dat nummer niet. Wel mooi gezegd.
Wat betekent skaten voor jou?
Parks: Het sluit perfect aan bij de vergetelheid van tienerjaren: zwerven door de stad met je vrienden, alles tintelt van potentieel maar je voelt je tegelijkertijd verloren. Ik hou van skaten, fietsen en wandelen. Zeker wanneer ik op tournee ben. Ik volg mijn neus en verdwaal, observeer mensen en beland in boekenwinkels.
De omstandigheden waarin je je eerste en tweede plaat hebt gemaakt, konden niet sterker van elkaar verschillen.
Parks: Collapsed in Sunbeams is geboren in mijn kleine Londense cocon. De wereld was door de pandemie helemaal tot stilstand gekomen. Daarom grasduinde ik in die liedjes vooral door herinneringen. Toen die plaat uitkwam, ben ik direct meegesleurd in een wervelwind van reizen, media-aandacht en mensen ontmoeten. Mijn leven is compleet veranderd en uiteraard heeft dat zijn weerslag op wat ik schrijf. Maar net doordat er deze keer zoveel ogen op mij gericht waren, ben ik toch weer in mijn schulp gekropen. Wat dat betreft, ben ik een gewoontedier. (lachje) Schrijven is een solitaire bezigheid. Ik verzamel woorden, zinsneden, leesnotities en verhalen die ik tussendoor schrijf. Met dat ruwe materiaal ga ik aan de slag. Taal staat in het middelpunt van wat ik doe. Ik ben veeleer een schrijfster en verhalenvertelster dan een muzikante of zangeres.
Wat die wervelwind betreft: je bent niet de enige artiest die recent onder de werkdruk is bezweken. Ook Justin Bieber, Shawn Mendes en Stromae trokken er om gezondheidsredenen tijdelijk de stekker uit.
Parks: Soms weet je niet waar je grenzen liggen tot je er keihard tegenaan botst. Dat beschouw ik als het grootste voordeel aan die hele situatie. Je denkt altijd dat je nóg een beetje kunt doorduwen, want je wilt iedereen tevreden stellen. Ik weet nu beter wat mij naar ongezonde omstandigheden drijft en wat er mij weer uit kan halen. Elke dag op tournee een halfuur met een vriend bellen bijvoorbeeld. Kunnen gaan joggen. Een galerie binnenstappen.
De titel My Soft Machine heb je afgeleid uit een film van Joanna Hogg, The Souvenir (2019). Elk mens, elke geest die als een ‘zachte machine’ ervaringen verwerkt, creëert zo zijn eigen realiteit, stelt iemand daarin.
Parks: Ik vond dat een mooie manier om te zeggen dat we allemaal door een subjectieve lens naar het leven kijken. Herinneringen zijn onbetrouwbaar. Soms probeer ik mezelf van iets te overtuigen of iets te verfraaien, of praat ik over iets wat nooit is gebeurd.
Je zingt onverholen dat je mensen maar moeilijk in vertrouwen neemt, of over hoe broos je bent.
Parks: In liedjes kun je dingen kwijt waar je het zelfs met je vrienden niet over hebt, omdat je dat niet wilt of kunt. Schrijven blijft een manier om kwesties waarover ik tob te ontsleutelen. Dat verandert niet naarmate meer mensen naar die liedjes luisteren. Welk nut heeft het om een filter tussen mezelf en mijn werk te schuiven? Dat zou oneerlijk en ijdel zijn. Ik pleit voor waarheid en moed. Schrijven over gaan winkelen zou ik nooit kunnen. (lacht)
Paradoxaal genoeg ben je voor je fans wel een rots in de branding. Wat gaat er door je heen als je pakweg duizend Japanners je hoogstpersoonlijke teksten hoort meezingen?
Parks: Hoe surreëel en bijzonder dat is. Voor ik op het Fuji-festival moest optreden, was ik nog nooit in Japan geweest. Toch blijken mensen die een heel ander leven op een heel andere plek leiden gehecht te zijn aan wat ik op mijn achttiende in mijn Londense slaapkamer heb neergekrabbeld. Daarom breng ik mijn muziek effectief uit in plaats van die voor mezelf op mijn computer te bewaren. Ik wil je een beetje opgelucht doen voelen. Omdat muziek voor mij ook altijd een steun is geweest. Dat koester ik. Niets anders in mijn leven heeft dat effect. De woorden vinden voor iets waaronder een ander misschien al jaren gebukt gaat… Soms kan een song een droevig mens een hart onder de riem steken. Of een gevoel van vrolijkheid versterken en zo een zalige herinnering aan een mooi moment scheppen. Troost kan zich in ontelbare vormen manifesteren.
Welke artiesten hebben jou getoond dat zo’n openhartchirurgie en plein public kan werken?
Parks: Qua singer-songwriters denk ik meteen aan Sufjan Stevens, John Martyn, Nick Drake, Elliott Smith, Joni Mitchell of Joan Armatrading. Iets moderner: Adrianne Lenker van Big Thief, zeker haar solowerk. En Phoebe Bridgers natuurlijk, die een vriendin is geworden en meezingt in mijn song Pegasus. Ik denk dat al die artiesten met een zekere angst de release van een nieuwe plaat tegemoet hebben gezien: ‘Heb ik te veel van mezelf gedeeld?’ Maar dat is net de reden waarom ik zo van hun werk hou: omdat ze nóóít te veel hebben gedeeld. Het was in veel opzichten altijd exact wat ik nodig had. Ik kan niet meteen artiesten of kunstenaars noemen van wie ik dacht: dat hadden ze beter voor zichzelf gehouden.
Flitst het wel eens door je hoofd wat wereldbekende lieden zoals Billie Eilish of Lorde, met wie je intussen hebt mogen optreden, van je songs vinden?
Parks: Tuurlijk. Zeker omdat ik hun werk zo hoog aansla. Dat gemeenschapsgevoel onder artiesten vind ik heel belangrijk. Ik ben blij dat ik anderen om advies kan vragen, dat we muziek kunnen uitwisselen.
Je brengt ook verbondenheid over door in je songs idolen te vernoemen: Thom Yorke, Robert Smith en Sylvia Plath op Collapsed in Sunbeams, en op de nieuwe plaat Juliette Binoche, Enya en Deftones. Het treffendst doe je dat in Devotion: ‘You make me feel free/ Ripping it out of me like Kim Deal.’
Parks: Er gaat iets heel krachtigs uit van Kim Deal en The Breeders. Zelfs als ik haar bas zie spelen in YouTube-video’s overweldigt ze me, brengt ze in mij een enorme ontlading teweeg. Alsof mijn hart leegstroomt. Ik koppel dat aan het idee van tot over je oren verliefd zijn, jezelf overgeven aan iemand op wie je volledig kunt steunen. Kim Deal heeft ook met mentale problemen gekampt en dat sijpelde door in haar muziek. Ik voel me met haar verwant.
Dat ‘rippen’ uit zich in datzelfde nummer trouwens in een fameuze shoegazegitaarstorm.
Parks: (lacht) Ik wilde niet terugvallen op het geluid van mijn eerste plaat maar dingen doen waarvoor ik vroeger het lef niet had. Samen met vrienden losgaan op een elektrische gitaar in een anonieme studio in downtown LA, doen alsof we een garagebandje zijn: heerlijk. Voor die specifieke partij in Devotion had ik een klank in gedachten: Digital Bath en Knife Prty van Deftones gemengd met Who Sees You of Only Shallow van My Bloody Valentine. Ik wilde iets bitterzoets creëren, iets euforisch en smachtends en energieks. Op Collapsed in Sunbeams waren er geen momenten waarop ik alles losliet. Alles leek perfect onder controle en zorgvuldig geformuleerd. Deze keer mocht het wild en slordig. Ik denk dat die song live mensen een schop onder de kont zal geven. (lacht)
‘Wonder if the world might make sense when we’ve got three kids and our thirties end’, vraag je je af in Puppy. Waar hoop je vlak voor je veertigste te staan?
Parks: Ik hoop dat ik nog altijd iets creatiefs zal doen. Ik wil nog zo veel mogelijkheden verkennen: songs voor anderen of scenario’s schrijven, de muziek van films of series superviseren, workshops voor kinderen geven, dichten, samenwerken, reizen… I just wanna be out in the world.
My Soft Machine
Uit op 26.05 bij Transgressive.
Arlo Parks
Staat op Primavera Sound in Barcelona (03.06) en op Best Kept Secret (11.06).
Win duotickets voor de showcase van Arlo Parks op 19.06 in Brussel. Alle info: knack.be/arloparks
Arlo Parks
Geboren op 9 augustus 2000 in Hammersmith, Londen als Anaïs Oluwatoyin Estelle Marinho.
Debuteert met de ep Super Sad Generation (2019).
Wint met haar eerste lp Collapsed in Sunbeams (2021) de Mercury Prize.
Treedt gedurende 2022 op als voorprogramma van Harry Styles, Billie Eilish en Clairo.
Woont sinds een jaar in LA.
Fout opgemerkt of meer nieuws? Meld het hier