Van Brockhampton tot Roedel: waarom rappers het zo graag in groep doen
In Limburg hebben ze Goeie Jongens, in Antwerpen hebben ze Roedel en sinds kort ook Abattoir Anvers, een groep creatievelingen rond Glints. Het hiphopcollectief wint weer aan belang, ook internationaal. Maar hoe komt dat?
Hiphop drijft van oudsher op collectieven, denk maar aan de Wu-Tang Clan en recenter Odd Future, Brockhampton en Asap Mob (gestileerd als A$AP Mob), de crew rond Asap Rocky. Ook op Belgisch grondgebied duiken er samenwerkingen op die succes oogsten. Goeie Jongens, bijvoorbeeld. Wat begon als een eenmalig optreden om het twintigjarige jubileum van de Genkse hiphop te vieren, resulteerde in een debuutshow met drieduizend toeschouwers, een uitnodiging van Pukkelpop en een volledig uitverkochte Muziekodroom. In totaal zijn ze met zo’n vijftiental rappers, waaronder zowel de founding fathers van de Genkse rap als het nieuw ontsproten talent dat de stad te bieden heeft.
‘Sinds Goeie Jongens worden we echt serieus genomen. Niet alleen binnen de regio maar ook ver daarbuiten. Mensen herkennen het logo op onze t-shirts en zo merken we dat we op de radar zijn beland,’ vertelt Goeie Jongen Alberto Mazzoni, die ook bekend staat als Zio Io. Eind jaren 90 stond Mazzoni mee aan de wieg van de Genkse rap en sindsdien houdt hij zich steevast bezig met het grootbrengen van die boreling. ‘Toen Don Luca en ik hiermee startten, was er niets in Genk. Ik heb me lange tijd zorgen gemaakt of er opvolging zou zijn. Mooi om te zien dat die er nu is,’ vertelt Mazzoni.
Je kan jouw keuzes op elk moment wijzigen door onderaan de site op "Cookie-instellingen" te klikken."
Dat de Goeie Jongens op zo’n succes mogen rekenen, heeft volgens Mazzoni deels te maken met wat er momenteel in de rest van ons land gebeurt. ‘Belgische hiphop begint heel sterk te worden. De achterstand op Nederland is kleiner geworden. Sterker nog, er wordt zelfs naar België gekeken door alle dingen die hier momenteel gebeuren.’
Hetzelfde geluid in Antwerpen bij de heren van Roedel. Hoewel het vijftal met onder anderen Mitxelena en Luie Louis in de rangen, zichzelf meer als een groep ziet dan een collectief, is het wel een perfect voorbeeld van hoe rappers die ook solo muziek maken samen meer slagkracht hebben. De wilde honden uit Borgerhamptown – hun woord – brachten onlangs hun tweede album 247 uit en maakten daarvoor al de podia van onder meer Fire Is Gold en We Are Open onveilig.
Mazzoni vergelijkt de aanstekelijkheid van het hiphopcollectief met dat van een succesvol voetbalteam. ‘Mensen willen er gewoon bij horen,’ vertelt hij. ‘Ik heb er ook altijd in geloofd dat succes in de groep zit en niet in het individu. Zelfs grote soloartiesten hebben een heel team achter zich staan. Succes zit altijd in het geheel, nooit in één persoon op zich.’ Ook voor de mannen van Roedel vormt dat samenspel hun grootste sterkte. Doordat ieder zijn eigen mening heeft over alles gaande van de muziek en de shows tot videoclips, artwork en merchandise, worden ze verplicht om dingen steeds vanuit een andere invalshoek te bekijken. ‘Al die verschillende meningen zorgen gewoon steeds voor een sterker en beter verhaal,’ aldus Roedel-lid Mitxelena.
Je kan jouw keuzes op elk moment wijzigen door onderaan de site op "Cookie-instellingen" te klikken."
Die groepsdynamiek werkt heel inspirerend en zorgt er ook voor dat artiesten hun comfortzone vaker durven te verlaten. ‘Binnen Roedel heb ik op een heel andere manier leren schrijven dan ik ervoor deed,’ gaat Mitxelena verder. ‘Ik heb me altijd meer met emotionele en zachte muziek bezig gehouden, maar door Roedel ben ik wel geprikkeld geraakt om ook meer harde muziek te maken. Zo probeer ik toch meer te variëren qua ritmes, flow en onderwerpen. Ik vermoed dat bijvoorbeeld Rikky (Rozay, nvdr.), die eerder hardere en trapgerichte hiphop maakte, ook heel hard is geprikkeld om soms meer de zachte of de melodieuze kant op te gaan.’ Dat beaamt ook Roedel-broeder Tusais. ‘We zitten met vijf verschillende persoonlijkheden en dat reflecteert zich ook in onze muziek. Het resultaat is vrij eclectisch. Zo zit er voor ieder wat wils tussen.’
Vele handen, licht werk
Dat alle kennis en ervaring samenkomen op een plek, maakt van vele handen ook licht werk. ‘We proberen zoveel mogelijk zelf te doen. We hebben verschillende producers die beats maken, waaronder Djalu, Don Luca en Explore. Chaz houdt zich bijvoorbeeld vooral bezig met de opname, mix en mastering. Terwijl ik zelf heel hard meewerk achter de schermen. Iedereen zijn kennis zit nu verzameld en dat werkt allemaal in elkaars voordeel,’ vertelt Mazzoni. Bij Roedel horen we een gelijkaardig verhaal. ‘Je hebt veel meer handen om iets te doen. Dat maakt het praktischer. Jordan (bekend als Tusais, nvdr.) is goed in het grafische en neemt dat dan ook voor zijn rekening. Louis kan goed mixen. Zo dragen ook Rikky, Stef en ik ons eigen steentje bij,’ vult Mitxelena aan.
‘Zelfs grote soloartiesten hebben een heel team achter zich staan. Succes zit altijd in het geheel, nooit in u0026#xE9;u0026#xE9;n persoon op zich.’
Alberto ‘Zio Io’ Mazzoni, lid van Goeie Jongens
‘Soms moet je dingen uit handen durven te geven. De clip van Het spijt me heb ik volledig zelf ineen gestoken, samen met Achiel De Vlerk. Mocht iedereen daar zijn mening over hebben gegeven, was de clip veel later klaar geweest. Hetzelfde geldt voor de artwork en merchandise, die Tusais grotendeels ontworpen heeft. Je moet vooral elkaar en elkaars visie daarin vertrouwen,’ vertelt Mitxelena. Op deze manier kan je volledig focussen op dat waar je goed in bent, waardoor alles zoveel mogelijk tot in de puntjes uitgewerkt is’, vat Tusais samen.
Naast de voordelen op creatief en praktisch vlak, valt er ook nog wat te zeggen over hoe deze collectiviteit er voor zorgt dat ook de leden apart een groter publiek bereiken. De Goeie Jongens illustreren duidelijk hoe dat in z’n werk gaat. ‘We zien dat de fans van bijvoorbeeld Don Luca ook luisteren naar pakweg Chaz & Djalu‘, vertelt Mazzoni. Dat de mannen op deze manier meer bereik halen, staat buiten twijfel. Al vormt dat niet de hoofdzaak voor Roedel. ‘We zijn begonnen met nul volgers en subcribers op Instagram en YouTube,’ vertelt Mitxelena. Dat terwijl iedere doggo, zoals de leden van Roedel zichzelf noemen, op zich wél al meer likes en volgers wist te verzamelen. ‘De groep is niet opgericht om meer bereik te creëren. Maar het zou oneerlijk zijn om te zeggen dat dit ons op lange termijn niet meer bereik kan geven als soloartiest. Ik kan me goed inbeelden dat fans van bijvoorbeeld Luie Louis al snel doorklikken naar de muziek van de andere leden.’
Keurmerk
Zowel de Goeie Jongens als Roedel vinden het belangrijk om nieuw en jong talent bij dit succesverhaal te betrekken. ‘Als we Goeie Jongens verder uitbouwen tot een keurmerk of een echt label, kunnen we lokaal talent gaan ondersteunen, coachen en managen,’ vertelt Mazzoni. ‘Wij hebben vroeger alle deuren zelf moeten openen. Nu kan de nieuwe generatie bij ons komen aankloppen voor professionele ondersteuning. Dat gaat volgens mij ook heel belangrijk zijn voor Genk en de rest van de regio. Ik denk dat de tijd rijp is dat er zoiets uit onze provincie komt.’ Hij verwijst daarbij naar de andere grootsteden in ons land, het Brusselse Frontal-label van Stikstof op kop. ‘Er zijn overal mensen die al lange tijd met muziek bezig zijn en die ondertussen ook de zakelijke kant ervan hebben ontdekt. Iedereen begint te zien dat er meer is dan enkel je eigen muziek maken. Zo zie ik zelf dat er veel hulp nodig is achter de schermen. Na jarenlang bezig te zijn, heb ik de knowhow om anderen te helpen om hun eigen weg te banen.’
Ook Roedel heeft dat al even door. ‘Wij zetten heel hard in op samenwerking en proberen de jongelingen te betrekken,’ vertelt Tusais. De supportacts op de uitverkochte releaseshow van Roedel waren allemaal Antwerpse locals. ‘We proberen de mensen die niet durven of de middelen gewoon niet hebben, hiermee te helpen.’ Dat blijkt te werken. ‘Kijk bijvoorbeeld naar Woodville uit Houthalen. Dat is opgericht door een groep jongeren die iets wilden opstarten nadat ze een show van Goeie Jongens hadden gezien,’ zegt Mazzoni.
Collegialiteit
Ook de Antwerpse rapper en producer Rare Akuma is lid van een collectief, maar dan eentje dat de landgrenzen overschrijdt. The Midnight Society is sinds 2015 een internationaal collectief dat bestaat uit zo’n twintig leden van overal ter wereld, voornamelijk uit de VS maar ook uit Japan en België. ‘Via het internet ben ik bevriend geraakt met Kamiyada+ en The Virus and Antidote, de oprichters van Midnight Society,’ vertelt Rare Akuma. Indertijd waren dat nog geen grote namen, maar ondertussen werkte The Virus and Antidote al samen met de inmiddels overleden XXXTentacion en andere undergroundsterren zoals Bones en Chris Travis.
Antwerpenaar Rare Akuma, die onlangs nog producete aan het meest recente album van Zwangere Guy en eerder al samenwerkte met de Suicideboys, verzamelde op die manier ook heel wat streams in de VS. Al is het daar uiteindelijk voor hem niet echt rond te doen. Ook hij hecht voornamelijk waarde aan de collegialiteit en steun die het collectief hem aanreikt. ‘Midnight Society voelt echt aan als een familie. We kunnen elkaar altijd om hulp vragen in onze groepschat,’ vertelt hij. ‘Ik ben ondertussen ook al twee keer richting Amerika getrokken, waardoor ik ondertussen heel wat vrienden in Los Angeles heb zitten.’ Dat uitgebreide netwerk blijkt niet alleen handig te zijn, maar werkt volgens Rare Akuma ook heel inspirerend. Intussen werkt Midnight Society achter de schermen hard aan een album, net zoals Goeie Jongens trouwens. ‘Ik heb het gevoel dat er vanaf de release van dat album heel wat gaat veranderen voor ons. Ik denk wel dat wij als collectief samen ver kunnen geraken,’ besluit Akuma.
Je kan jouw keuzes op elk moment wijzigen door onderaan de site op "Cookie-instellingen" te klikken."
Fout opgemerkt of meer nieuws? Meld het hier