Tourist LeMC: ‘Het ouderschap geeft me een realitycheck, elke dag opnieuw’

© Charlie De Keersmaecker

Op zijn nieuwe album trekt Johannes Faes, alias Tourist LeMC, het Niemandsland in. ‘Een grijs gebied waar de nuance stilaan met uitsterven bedreigd is.’ Maar hoe ziet de film van zijn leven eruit?

Als je leven verfilmd zou worden, welke scènes moeten er dan zeker in? Bekende medemensen schrijven het scenario van hun leven.

Scène 1. Opstaan na de val.

Het nadeel van fietsen is dat ze spaken hebben en dat die, eenmaal in beweging, als bij toverslag in messen veranderen.

Johannes Faes is nog maar pas op de wereld of hij maakt al kennis met die messen. Hij zit achter op de fiets bij zijn vader – ze zijn op de terugweg van het Zuid-Franse strand waar ze de hele middag hebben gezonnebaad – wanneer hij met zijn blote voeten tussen de spaken belandt.

‘De zijkanten van mijn beide voeten lagen helemaal open, het was verschrikkelijk. Van mijn tenen tot mijn enkel, alles was ontveld. Al bij al was het rap genezen, maar ik kan me dat moment nog altijd goed herinneren: mijn eerste ervaring van pijn.’

De val met de fiets is een zeldzaam moment van verdriet in een verder zorgeloze kindertijd. Faes is op 9 oktober 1984 bij de nonnen in het moederhuis van Schoten geboren, als derde zoon van Edward en Sylvie – de vierde komt niet veel later ter wereld. Vader is leraar, moeder verpleegster en houdt in hun huis in ‘s-Gravenwezel een natuurwinkel open.

Een onbekende die mijn muziek zo luid zette, en dan nog wel in mijn eigen getto: een beter compliment kon ik me niet indenken.’

‘In die korte periode dat we buiten de stad woonden, speelde mijn leven zich bijna uitsluitend buiten af, tussen de boerderijen en in de bossen. En in de vakantie reden we met z’n zessen in onze oude Golf 2 naar Perpignan, waar bobonne Juliette – de moeder van mijn moeder – een huisje had.’

Wanneer Johannes zes is, verhuist de familie weer naar het centrum van Antwerpen. Naar de Seefhoek, de multiculturele wijk nabij het Centraal Station waar zijn grootouders van vaderskant wonen.

Tussen kerk en moskee voelt hij zich lange tijd een buitenstaander, een toerist, hij vraagt zich af bij wie hij nu eigenlijk hoort: de katholieken of de moslims, de blanken of de gekleurden?

Eén pijler van zijn identiteit krijgt in die periode wel duidelijk vorm. Wanneer vader Edward zijn derde zoon voor het eerst meeneemt naar de Bosuil, het thuisstadion van voetbalclub Royal Antwerp FC, slaat de vonk onmiddellijk over.

‘Rudi Smidts, Cisse Severeyns: het was geweldig om die mannen te zien spelen. Maar na de finale in Wembley in 1993 (waar Antwerp in Europacup II, de Beker der Bekerwinnaars, verloor van Parma, nvdr.) ging het snel bergaf. Toen zag je opeens veel geweld in en rond het stadion, en ook dat liet een diepe indruk na.’

Scène 2. De beats tussen de bakken vol fruit.

Op een zonnige dag in de zomer van 2008 stapt Faes door de Lange Beeldekensstraat, de slagader van de Seefhoek. Links ziet hij telecomwinkels, rechts bakken vol groenten en fruit. Dit is zijn buurt, denkt hij. Zijn thuis. Na al die jaren is hij stilaan toerist af.

Een blitse auto komt traag op hem af. De ramen wijd open, de muziek op maximumvolume.

Wacht eens even.

Hoort hij dat goed?

'Als tiener was ik nogal een brulaap. Zeg maar dat ik een pak te veel show aan mijn gat had.'
‘Als tiener was ik nogal een brulaap. Zeg maar dat ik een pak te veel show aan mijn gat had.’© Charlie De Keersmaecker

Jawel. Het is wel degelijk zijn song die uit de boxen schalt, het reggaenummer dat hij niet zo lang geleden zelf heeft geschreven, op de beat van Jerusalem van Alpha Blondy.

‘Op dat moment wist ik dat het goed zou komen. Een onbekende die mijn muziek zo luid zette, en dan nog wel in mijn eigen getto: een beter compliment kon ik me niet indenken.’

Onder zijn artiestennaam Tourist LeMC sleutelt Faes al jaren aan zijn muziek. Op zijn zestiende schrijft hij zijn eerste teksten, over de wijk waarin hij woont en de ramptoeristen die er als aasgieren de armoede komen aanschouwen, en daarna doet hij zowat alle kleine zalen aan.

‘In mijn tienerjaren was ik nogal een brulaap, heel aanwezig in de groep – zeg maar dat ik een pak te veel show aan mijn gat had – maar dieper in mij borrelden er allerlei dingen die ik geen stem kon geven. Dat was een van de belangrijkste redenen waarom ik al vroeg begon te dromen van een podium: ik wilde mijn plek opeisen en mijn tijd nemen om mijn stem een stem te geven. En vanzelfsprekend is dat via hiphop gebeurd. De buurt, de vriendenkring, mijn broers: alles ademde hiphop. Hiphop was rauw, het kraakte en piepte, was meestal niet gepasseerd in de allerbeste mix- en masterstudio’s – al kan dat ook aan de kwaliteit van mijn walkman gelegen hebben. Daardoor leek het wel alsof ik dat zelf ook zou kunnen.’

Scène 3. Het vuur na de storm.

‘Ik sta op het podium van de barzaal in Trix, het publiek gaat uit zijn dak terwijl ik een van mijn nummers begin te rappen. “Wij zijn geen ratten.” Er komt een muur van geluid op me af. Ik sta precies op tribune 2 van de Bosuil, maar dan zonder het geweld. Dit is het, denk ik bij mezelf, dit moet ik blijven doen.’

Het is 23 december 2010 en in concertzaal Trix, op wandelafstand van zijn ouderlijke huis, presenteert Faes zijn debuutalbum Antwerps testament. In het publiek herkent hij veel voetbalsupporters. Zij zijn het gewoon om hun kelen schor te schreeuwen en zelfs Bengaals vuur af te steken. Zeker wanneer hij zingt over de concurrenten van Beerschot, aan de andere kant van ’t Stad: ‘Zestienduuzend man, Antwaarp united / ’t Rood wit leger is te been tonight.’

Niet alleen Faes is overdonderd, ook de organisatoren en de aanwezige vrienden uit het muziekmilieu kijken hun ogen uit. Zo’n sfeer, zo’n energie? En dat voor een nauwelijks bekende hiphopper uit de Seefhoek? Nooit gezien.

‘Eerder die avond was het plotseling flink beginnen te onweren. Sneeuw, wind, alles erop en eraan. Fuck, dacht ik. Hier gaat niemand door komen vanavond. Maar een voor een sijpelden de fans binnen en toen ik opkwam, keek ik recht in een volle zaal. Ik voelde direct: hier hoor ik thuis.’

Scène 4. Het zolderzweet.

‘Ik zit op de zolder van Tha Lunaman, Alain Croisy. Een muzikale legende. Eind jaren tachtig bracht hij al hiphoptracks uit en hij heeft al met veel schoon volk samengewerkt, met Bart Peeters en Baloji onder meer. Hij wordt beschouwd als een van de beste mixers en masters van het land, en dus wilde ik per se met hem samenwerken voor mijn tweede plaat.’

Het is eind 2014 en samen met producer Tha Lunaman legt Faes de laatste hand aan zijn nieuwe album, En route. Ook Youssef Chellak is van de partij.

‘Youssef had lang voor de grootste hiphopnamen in Frankrijk gewerkt, maar wilde dichter bij huis aan de slag. Ik ben een beetje en stoemelings met hem in contact gekomen, toen ik via via hoorde dat hij me wel waardeerde als ‘conceptueel rapper’. Ik voelde al snel dat hij mijn muzikale wederhelft zou worden. Youssef kende de oudere broer van Yassine, mijn beste jeugdvriend, en dat bracht ons meteen dicht bij elkaar. Sindsdien hebben we altijd samengewerkt. Hij verzorgt de soundtrack bij mijn teksten. Zo is het eigenlijk nog altijd, ook al is hij ondertussen baas van platenlabel Top Notch België.’

Tourist LeMC: 'Het ouderschap geeft me een realitycheck, elke dag opnieuw'
© Charlie De Keersmaecker

Op de zolder van Tha Lunaman groeit niet alleen een innige vriendschap, maar ook een gedragspatroon. Tijdens de laatste studiodagen van En route blijven Faes, Chellak en Croisy maar schaven. Ze schrappen flarden tekst, voegen refreinen toe, zweten tot op de laatste minuut.

‘Ik ben in feite liever op tijd met alles klaar. Maar blijkbaar is dat de manier waarop wij het beste werken. We doen het nog altijd zo. Op de laatste dag hebben we deze keer zelfs nog een volledig nummer van Niemandsland geschrapt. Gekkenwerk, maar ach: op de zolder van Tha Lunaman kan dat allemaal.’

Dankzij En route neemt de carrière van Tourist LeMC een hoge vlucht. Hij hoort de ene single na de andere op de radio passeren en krijgt een plaats op Pukkelpop. ‘Een spits die op de Bosuil in de laatste minuut de beslissende goal scoort en het enthousiasme van tribune 2 over zich heen krijgt: zo voelde ik me die dag.’

Na de aanslagen van 22 maart 2016 ontpopt de nieuwe single zich tot ’troostlied van de natie’. Horizon blijft twintig weken op één in de Ultratop staan en stoot zo Kvraagetaan van Fixkes van de recordtroon. Op de zolder van Tha Lunaman hangen geen spinnenwebben meer aan de muur, maar gouden en platina platen.

Al die tijd blijft Faes fakken, als maatschappelijk werker bij het OCMW. Zijn sociale gevoeligheid beperkt zich niet tot teksten waarin hij zingt over de vluchtelingencrisis, over armoede en eenzaamheid.

‘Ik wilde mijn droom verwezenlijken en een gevestigde muzikale waarde worden in Vlaanderen, maar ik was ook realistisch genoeg om te beseffen dat ik moest blijven werken. Uit financiële noodzaak, maar gewoon ook om voeling te behouden met de sociale sector, die volledig draait om mijn waarden en mijn interesses in mens en maatschappij.’

Scène 5. Kroostkalmte.

‘Zeg, hebben we dit niet gehad?’

‘Wat?’

‘Met zijn tweetjes naar het park gaan, een uur in de zon zitten en dan naar huis terugkeren?’

‘Mja, misschien wel. Wat dan?’

‘Zouden we niet aan kinderen beginnen?’

Meer dan tien jaar is Faes samen met Marta, zijn voormalige buurmeisje met Poolse roots, wanneer ze beslissen om een kind te krijgen. Net dertig geworden voelen ze zich klaar voor een nieuwe stap.

Nog geen jaar later wordt Gabriël geboren, hun eerste zoon. Al snel vindt Faes de innerlijke rust waarnaar hij al zijn hele leven snakt.

‘Ik maak me minder zorgen sinds mijn eerste zoon er is, geef het leven nu pas echt een kans. Nog meer dan mijn werk in de sociale sector geeft het ouderschap me een realitycheck, elke dag opnieuw. Ik was genoeg met mijn eigen ego bezig geweest, vond ik, het mocht eindelijk ook eens over andere mensen gaan.’

Scène 6. Het niemandsland in.

Een woonkamer in Hoboken, gevuld met licht en kamerplanten. Faes trommelt op het klavier van zijn laptop. Wanneer de inspiratie komt, zo weet de gevierde zanger ondertussen, moet alles wijken. Bovendien dringt de tijd: de deadline voor zijn nieuwe album komt vliegensvlug dichterbij.

Speelde hij enkele maanden geleden nog in een volgepakt Sportpaleis, dan is hij nu net als miljoenen andere mensen veroordeeld tot zijn huis. De zolder van Tha Lunaman heeft hij even ingeruild voor Zoom en WhatsApp. Niet elke dag is even lonend. Op synoniemenwebsites zoekt hij naar de juiste woorden, korte wandelingen helpen hem over de dode momenten heen.

‘En ik lees ook veel – dat helpt bij het schrijven van mijn teksten. Dimitri Verhulst, bijvoorbeeld, heeft op elke bladzijde wel een punchline staan en gebruikt een vocabulaire dat me erg aanstaat. Zijn verhalen komen uit de onderbuik van de samenleving en daar voel ik me precies wel thuis. Al een geluk dat ik nog voor de eerste lockdown had besloten om in de tv-wereld te stappen. Ik had er lang over getwijfeld en de boot ook lang afgehouden, maar toen zowel The Voice als Liefde voor muziek me vroeg, vond ik de tijd rijp voor een volgende stap. En zo had ik in 2020 toch nog wat omhanden. Daarnaast had ik veel aan Niemandsland geschreven. De titel had ik wel snel: je kon de voorbije maanden niet veel anders doen dan uit jezelf puren, buiten kon je amper mensen ontmoeten en nieuwe dingen ontdekken. We worden ook steeds meer verleid om hevige standpunten in te nemen, om excuses te zoeken om ons zelfbeklag te verantwoorden. Je moet vechten om de nuance te behouden en geïnspireerd te blijven. Dat is het ‘niemandsland’ waarover ik het heb, een grijze zone die alsmaar kleiner wordt.’

***

Faes en zijn vrouw Marta hebben inmiddels drie zonen. Op Bal aan de voet, een nummer van de nieuwe plaat, is de jongste even te horen.

De cover van Niemandsland, een portret in olieverf, is van de hand van Marta.

In de supermarkt wordt de toerist van weleer sinds kort ook door oudere vrouwen aangesproken. Zijn tv-werk tilt zijn bekendheid naar een nieuw niveau.

Bobonne Juliette woont nog altijd in het zuiden van Frankrijk.

Met Yassine, zijn beste vriend van vroeger, keert Faes nog sporadisch terug naar de straten die ze in hun jeugd schouder aan schouder afschuimden.

Sinds kort is hij weer ingeschreven in een voetbalclub, waar hij als rechtsmidden speelt, maar aan sporten komt hij voorlopig nauwelijks toe.

‘In mijn hoofd ben ik soms heel filosofisch bezig, maar in de praktijk ben ik vaak een andere persoon. Dan ben ik té down-to-earth en doe ik gewoon wat, zonder er al te veel over na te denken of rustig mijn tijd te nemen. Ik blijf zoeken naar een balans tussen woorden en daden, tussen de filosoof en het straatmannetje dat ook nog altijd in mij zit. Het is een dagelijkse oefening, nog altijd.’

Niemandsland

Uit op 2/4 via Top Notch.

The Voice van Vlaanderen

Elke vrijdag om 20.40 uur op VTM.

Liefde voor muziek

Op maandag 5/4 om 20.40 uur sluit VTM het seizoen af met een compilatieaflevering.

Tourist LeMC

Echte naam Johannes Faes, 36 jaar.

Woont in Hoboken met vrouw en drie zonen, opgegroeid in de Seefhoek.

Wordt bekend dankzij hits als Koning Liefde, Liefde liefde, Horizon, De troubadours en En route.

Noemt zichzelf graag een troubadour, of nog liever: een volkszanger.

Dit voorjaar te zien in The Voice van Vlaanderen en Liefde voor muziek.

Kan geen kwaad woord horen over The Great Old, zelfs niet over Lamkel Zé.

Fout opgemerkt of meer nieuws? Meld het hier

Partner Content