Savages-frontvrouw Jehnny Beth: ‘Ik had David Bowie graag eens een kamer zien binnenkomen’

Jonas Boel
Jonas Boel Jonas Boel is medewerker van Knack Focus

Liefde is leven, dat is het credo van de eerste soloplaat van Jehnny Beth, zangeres bij het ruige vrouwencombo Savages. Maar ook de dood is niet ver weg.

Het was een trieste dag voor liefhebbers van scheurende gitaarsongs toen het Britse postpunkkwartet Savages eind 2016 liet weten na vijf jaar en twee albums een break van onbepaalde duur in te lassen. Voor de enigmatische frontvrouw Jehnny Beth was dat, zo vertelt ze telefonisch vanuit Parijs, niet het sein om languit te gaan luieren maar om voluit te gáán. Ze verhuisde opnieuw naar haar geboorteland, waar ze sinds begin dit jaar op Arte het muziekprogramma Echoes presenteert, en begon te werken aan een eerste soloalbum. Het resultaat: To Love Is to Live, een plaat waarop Beth bewijst meer in haar mars te hebben dan kwaad punkhymnes in de microfoon te blaffen. En volgende maand verschijnt ook nog C.A.L.M.: Crimes Against Love Memories, een verzameling erotische kortverhalen van haar hand. Iemand heeft geen moment te verliezen, zo lijkt het wel. En die daadkracht heeft blijkbaar alles te maken met de dood van David Bowie in 2016 en diens muzikale testament Blackstar.

Ik heb nooit veel aandacht besteed aan de muziek van Beyoncé, tot ik haar album Beyoncé uit 2013 hoorde. Ik was verkocht.

Jehnny Beth: Die plaat heeft me wakker geschud, ja. Zoals je zegt: geen moment te verliezen, dóén! Op welke artiest heeft Blackstar trouwens géén impact gehad? Als er iets is wat we elke dag vergeten, is het dat we dood gaan. Dat is het leven: elke dag vergeten dat je ooit zult sterven, anders kún je simpelweg niet leven. Maar als artiest leeft je werk verder, dus ben je in zekere zin onsterfelijk. De boodschap die je in je kunst steekt, blijft voor altijd bestaan. Daar heeft Bowie ons met Blackstar allemaal nog eens héél hard aan herinnerd. Zelfs je eigen dood zorgvuldig ensceneren, met een finaal album als allerlaatste ademstoot… Wie anders dan Bowie bedenkt zoiets?

Behalve Bowie was er blijkbaar nog een artiest die je op ideeën heeft gebracht: Beyoncé.

Beth: Als dat geen onverwachte wending is. (lacht) Ik heb nooit veel aandacht besteed aan haar muziek, tot ik het album Beyoncé uit 2013 hoorde. Ik werd erdoor getriggerd omdat er nogal wat obscure producers aan meewerkten, waardoor de hele plaat heel inventief en bevrijdend klinkt – bevrijd, moet ik eigenlijk zeggen. De structuur van die plaat is vrij complex, met songs die halverwege vreemde bochten nemen, songs in songs, en ga zo maar door. De vrijheid die Beyoncé, de grootste popster ter wereld, zichzelf met dat album permitteerde, vond ik heel opwindend en inspirerend. I was hooked, tot mijn eigen grote verbazing. (lacht)

Je goede vriendin Romy Madley Croft van The xx was nauw betrokken bij het schrijfproces van je soloalbum. Heeft die plotse interesse voor pop en r&b misschien daar iets mee te maken?

Beth: (gespeeld geheimzinnig) Misschien, wie weet. Romy heeft me op allerlei manieren gepusht, zowel persoonlijk als muzikaal. We hebben in hotelkamers over de hele wereld – van Berlijn tot Las Vegas – samen aan songs gewerkt. Of soms gingen we uiteten en vuurde ze allerlei vragen op me af, terwijl ze mijn antwoorden in haar telefoon noteerde. Het zag er waarschijnlijk uit als the worst date ever. (lacht) Romy pelde als het ware de verschillende laagjes van mijn persoonlijkheid af, en ondertussen stuurde ze me constant muziek of songs om eventueel te coveren. En ja, daar zat wel eens een nummertje van Destiny’s Child tussen. Ik heb trouwens niks tegen popmuziek op zich, maar Romy heeft me toch op een andere manier doen luisteren. Uiteindelijk is The xx toch ook popmuziek, niet?

Samen met mijn vriend Johnny Hostile presenteer ik een radioshow op Beats 1, Start Making Sense, en daar draaien we alleen maar nieuwe muziek, alle genres door elkaar. Het is goede therapie, want het maakt me blij, omdat ik besef dat we als artiesten allemaal deel uitmaken van dezelfde wereld en dezelfde tijd. Nieuwe muziek geeft me het gevoel dat ik ergens bij hoor, I feel part of my time. Schrijf gerust op: luisteren naar popmuziek is goed voor je mentale gezondheid. (lacht)

Ook goed voor de gezondheid: dansen. Het nummer Flower van je nieuwe album gaat over erotische danseressen in een club in Los Angeles…

Beth: En dus niet over strippers, zoals ik al heb zien verschijnen, want er is wel degelijk een verschil. Die club, Jumbo’s op Hollywood Boulevard, is wat ze een bikinibar noemen. Rock ‘n’ roll, bodies and dollars. De danseressen daar zijn geen zielige slachtoffers, maar sterke, fascinerende vrouwen die vrij hun seksualiteit beleven. Flower gaat over hoe afstand opwindender kan zijn dan aanraking. Het gaat over twijfel, over de spanning tussen angst en aantrekking.

Het is oké om toe te geven dat je niet weet hoe iets moet. Seks is iets wat je samen doet, dus als er iets niet lukt, los je het met twee op.

‘She loves me and I love her / I’m not sure how to please her’, zing je in Flower. Dat is iets wat zelden luidop gezegd wordt: ik weet niet hoe het moet.

Beth: Het is nochtans oké om dat toe te geven. Seks is iets wat je samen doet, dus als er iets niet lukt, los je het met twee op. It’s all about conversation.

Misschien zijn we het praten verleerd en door onlineporno, sociale media en Tinder te veel bezig met kijken en bekeken worden.

Beth: Ook daar is op zich niks mis mee, als het onderdeel is van wat je opwindt. Er zijn in seksualiteit geen vaste regels van wat ‘goed’ of ‘verkeerd’ is, en wat je vandaag leuk vindt, kan altijd evolueren of veranderen. Fluidity should be embraced. Toen ik als tiener mijn biseksuele gevoelens ontdekte, dacht ik onterecht dat ik moest kiezen tussen het een of het ander, en dat creëerde alleen maar angst en stress. In mijn ogen was het leven dus één grote leugen. Maar de sleutel ligt in blijven proberen, dingen uitzoeken en durven te falen. Zonder falen kan er geen sprake zijn van leven, en dus ook niet van seks.

Je gaat dus niet akkoord met Oscar Wildes bekende citaat ‘Alles ter wereld gaat over seks, behalve seks. Seks gaat over macht’?

Beth: Dat is een instinker, want doorgaans heeft Oscar Wilde altíjd gelijk. (lacht) Hij was mijn favoriete schrijver toen ik opgroeide. The Picture of Dorian Gray is nog steeds een van mijn favoriete boeken. Het deed me nadenken over concepten als zonde en kwaad, over manieren om naar jezelf te kijken en dat moraal iets is waar je nooit helemaal aan kunt ontsnappen. Moraliteit zal je altijd achtervolgen. En opvreten.

Deze zomer verschijnt niet alleen je nieuwe album, maar ook C.A.L.M.: Crimes Against Love Memories, een bundel erotische fictieverhalen van jouw hand. Veel thema’s op de plaat en in het boek lijken te overlappen.

Beth: Klopt. Vooral de drijfveer is dezelfde: ingaan tegen generatieslange conditionering. Concepten als monogamie, het gezin als hoeksteen, maar ook andere nevenproducten van de liefde, zoals jaloezie, onzekerheid, schaamte, geweld… We zitten gevangen in erg benauwende ideeën over de romantische liefde, zonder het te beseffen. Ik wil niemand de les spellen, maar wel alternatieven aanreiken. Of mensen aanmoedigen om zich zonder schaamte te verliezen in hun fantasieën. Alle erotiek begint bij verbeelding, daarom was het ook extreem leuk om helemaal loos te gaan in zulke verhalen, waarvoor ik me onder meer liet inspireren door de Griekse tragedies en door de magisch-realistische verhalen van Jorge Luis Borges. I went completely off the charts!

Je bent opgegroeid in een streng katholiek gezin. Welke boeken of magazines lagen er verstopt onder je bed?

Beth: (lacht) Kijk, dát vind ik nu eens een interessante vraag! Maar ik moet je jammer genoeg teleurstellen: het enige boek dat ik voor mijn familie verstopte, was mijn dagboek, omdat daarin mijn verlangens naar andere vrouwen beschreven stond. Erotische literatuur heb ik pas later ontdekt, onder meer via George Batailles geweldige Histoire de l’oeil.

Savages-frontvrouw Jehnny Beth: 'Ik had David Bowie graag eens een kamer zien binnenkomen'

Er viel me iets op aan The Rooms, een van de erotisch getinte songs op To Love Is to Live, en dan met name de eerste regels: ‘I walk into the rooms / The rooms they keep secret.’ De eerste regels van She Will, een van de eerste singles van Savages, zijn ‘She will enter the room / She will enter the bed’.

Beth: Ha, dat had ik zelf nog niet eens opgemerkt. Maar ik beken: ik heb iets met kamers binnenkomen. (lacht) Even voor de volledigheid: die regels in The Rooms zijn geïnspireerd door een quote van schilder Francis Bacon, waarin hij beschrijft hoe hij een bordeel bezoekt. Maar een kamer binnengaan heeft sowieso iets zeer opwindends, vind ik. Ooit vroeg een journalist me of ik graag David Bowie had ontmoet. Wel, ik had hem heel graag eens een kamer zien binnenwandelen. Gewoon, proeven van zijn magnetisme. Het kan heel sensueel zijn hoe iemand de temperatuur en het licht schijnbaar verandert, enkel en alleen door een kamer binnen te komen.

Hoe ben je als songschrijver geëvolueerd in de tijd tussen She Will en The Rooms?

Beth: Ik sta meer open voor inbreng van buitenaf. Niet alleen van Romy, maar ook van mijn goede vriend Joe Talbot, de zanger van Idles, en Flood, die de plaat geproducet heeft. In Savages was ik heel beschermend over mijn teksten en mijn eigen visie, maar nu maakt het me minder uit wie welke regel precies bedacht heeft.

Dat lijkt de omgekeerde wereld.

Beth: Niet voor mij. Ik geloof niet in bands die zogezegd alles braaf bespreken en delen, of het idee van ‘de groep als democratie’. Hoe krijg je in godsnaam op die manier iets gedaan? In een band moet iedereen op elk moment het recht hebben om de leiding in handen te nemen. Muziek maken is geen democratie. Kúnst is geen democratie.

Wat dan wel?

Beth: Alle kunst is anarchie, of zou het toch moeten zijn. En soloartiesten die geen inbreng van anderen dulden, hebben gewoon een te groot ego. Dan ben je niet op zoek naar het beste idee, maar alleen maar naar jóúw idee. Ik zie het jammer genoeg veel te vaak bij vrouwelijke artiesten, die drang om per se alles alleen te doen. Je kent ze wel: ‘Ik heb mijn plaat helemaal alleen geschreven, opgenomen én geproducet . It’s me, me, me, me!‘ Ik bedoel maar: who gives a shit? Wil je nu een medaille of zo? (lacht)

De song French Countryside verwijst naar je Franse roots. Zie je jezelf ooit op het Franse platteland eindigen, met een goede fles wijn en een plaat van Jacques Brel, je eerste muzikale voorbeeld, op de achtergrond?

Beth: Eigenlijk wel, ja. Een paar jaar geleden zou ik dat nooit toegegeven hebben, maar met deze plaat heb ik een manier gevonden om mijn roots opnieuw te aanvaarden. Ik was bijna vergeten hoe het voelt om Française te zijn. Maar sinds ik naar Parijs verhuisd ben, heb ik – na zoveel jaar vrijwillige ballingschap in Londen – opnieuw contact gezocht met mijn familie. En ik heb dat contact kunnen aanhalen zonder met iemand com

promissen te sluiten. Daar ben ik trots op. Het is misschien wel mijn grootste verwezenlijking ooit.

We zijn begonnen met vergankelijkheid. Laten we daarmee ook eindigen: heb je ooit al nagedacht over wat je grafschrift moet zijn?

Beth: I have, actually. Het is een songtitel van Savages: I Am Here. Geef toe, past toch geweldig bij een laatste rustplaats? Ja hoor, ik zie het al helemaal voor me.

To Love Is to Live

Uit op 12/6 via 20L07 Music.

C.A.L.M: Crimes Against Love Memories

Verschijnt op 9/7 bij uitgeverij White Rabbit.

De inhoud op deze pagina wordt momenteel geblokkeerd om jouw cookie-keuzes te respecteren. Klik hier om jouw cookie-voorkeuren aan te passen en de inhoud te bekijken.
Je kan jouw keuzes op elk moment wijzigen door onderaan de site op "Cookie-instellingen" te klikken."

Jehnny Beth

Geboren op 24 december 1984 als Camille Berthomier in Poitiers.

Verhuist in 2006 naar Londen met Nicolas Congé, alias Johnny Hostile, met wie ze het muzikale duo John & Jehn vormt.

Stapt in 2011 in het vrouwelijke postpunkcombo Savages, dat voor de albums Silence Yourself (2013) en Adore Life (2016) genomineerd werd voor de Mercury Prize.

Heeft al samengewerkt met Trentemöller, Gorillaz en Julian Casablancas van The Strokes.

Presenteert sinds begin dit jaar het muziekprogramma Echoes op Arte.

Heeft voor haar eerste soloalbum To Love Is to Live sommige songs samen met Romey Madley Croft van The xx en Joe Talbot van Idles geschreven.

Publiceert binnenkort een bundel erotische kortverhalen, C.A.L.M.:Crimes Against Love Memories.

Fout opgemerkt of meer nieuws? Meld het hier

Partner Content