Het was al vijftien jaar geleden sinds The Golden Palominos nog een plaat hadden uitgebracht. Toch stond het los-vaste collectief op Pinkstermaandag plots weer op een Belgisch podium. In een compleet nieuwe line-up, maar met aan het roer nog altijd drummer en oprichter Anton Fier.
DA GIG: The Golden Palominos in Handelsbeurs, Gent op 13/6.
IN EEN ZIN: Anton Fier had een totaal nieuwe groep rond zich verzameld die uitsluitend nieuwe songs speelde, maar serveerde niettemin een set vol variatie en muzikale zeggingskracht.
HOOGTEPUNTEN: ‘Southwestern State’, ‘Saturday’, ‘Black Sheep’ en alle bissen.
DIEPTEPUNTEN: hebben we niet genoteerd.
BESTE QUOTE van Kevn Kinney: “Een fijn Pinksteren allemaal. In Amerika kennen we dat niet. Wij vieren pasen, met een paashaas en zo. Of worden de eieren bij jullie door een eekhoorn verstopt?” Amerikanen in Europa, het blijft een vreemde combinatie.
Hits hebben The Golden Palominos nooit gehad. Daarvoor is hun muziek te eclectisch en te ongrijpbaar. Tenslotte kwamen alle langspelers die het gezelschap tussen 1983 en ’96 uitbracht – acht in totaal- telkens in andere bezettingen tot stand. De enige constante was drummer en producer Anton Fier, een man die ooit de maat aangaf bij spraakmakende bands als The Feelies, Lounge Lizards en Pere Ubu. Hoewel The Golden Palominos veeleer als een concept dan als een groep mag worden beschouwd, is de lijst van muzikanten die er ooit de revue hebben gepasseerd ronduit imposant. De eerste Palominos, met Arto Lindsay, John Zorn, Fred Frith en Bill Laswell in de rangen, speelden een kruising van hiphop en no wave. Bassist Laswell zou, samen met Fier en gitarist Nicky Skopelitis overigens lang de ruggengraat van de groep vormen, terwijl lieden als Michael Stipe, Richard Thompson, John Lydon, Bob Mould en Bootsie Collins tot opmerkelijke gastbijdragen werden verleid. Fier maakte er een punt van muzikanten met uiteenlopende achtergronden samen te brengen en dat leverde nu eens jazzy funk, dan weer folkrock, etherische dansmuziek of industriële ambient op. In een industrie die het vooral van herkenbaarheid moet hebben, zorgt zoiets uiteraard voor verwarring en na ‘Dead Inside’ uit 1996 verdwenen The Golden Palominos van de radar.
Maar zie: Anton Fier heeft zijn groep onverwachts nieuw leven ingeblazen, toert momenteel kortstondig door Europa en hield ook even halt in de Gentse Handelsbeurs. Een buitenkans, al was het vooral een concert voor durvers: aangezien er uitsluitend nieuwe songs op het repertoire stonden viel vooraf immers niet te voorspellen hoe het precies zou klinken. Wie toch een kaartje had gekocht, werd beloond met een voortreffelijke, twee uur durende set van alweer een nieuwe Palominos-incarnatie. Dit keer ging het om een kwintet waarin singer-songwriter Kevn Kinney (bekend van Drivin ‘N’ Cryin en een zestal soloplaten), slidegitarist Tony Scherr (een voormalige sidekick van Bill Frisell en Nora Jones) en zangeres Lianne Smith elk om beurten de aandacht naar zich toe trokken. Chris Morrissey, een geweldige bassist die voordien zijn diensten verhuurde aan Andrew Bird, en drummer Anton Fier maakten het plaatje compleet.
Het optreden begon en eindigde met Kinney achter de microfoon. ‘A Good Country Mile’, ‘Southwestern State’, ‘Set in Stone’ en het met harmonica versierde ‘Never Gonna Change’ waren songs over het wel en wee van de doorsnee Amerikaan. Ze hielden het midden tussen folk- en countryrock, werden voortgedreven door kregelige gitaren en deden soms een beetje denken aan het beste van Lynyrd Skynyrd. Het expressieve slidespel van Scherr herinnerde, qua sound, dan weer aan dat van David Lindley op de seventiesplaten van Jackson Browne. De man bleek echter ook een prima zanger te zijn die met songs als ‘Smile’ en ‘Black Sheep’ (eigenlijk jams met lange instrumentale uitweidingen) de nodige indruk maakte.
The Golden Palominos is altijd al een kweekvijver geweest voor chanteuses die later met succes op eigen vleugels leerden te vliegen, en na Syd Straw, Amanda Kramer en Lori Carson zou Lianne Smith wel eens de volgende dame kunnen zijn die dank zij Anton Fier carrière maakt. In folky liedjes als ‘Magppie’ en ‘Thief’ leunde ze nog dicht aan bij Suzanne Vega, maar ‘Sugar’ was op een funky groove geplant en met ‘Hit & Run’ en ‘Saturday’ bewees Smith dat ze ook in het rauwere werk haar vrouwtje kan staan.
Tijdens de bisronde, die enkel uit covers bestond, demonstreerde Lianne Smith eerst dat ze Led Zeps ‘Going to California’ op een elegante manier naar haar hand wist te zetten en zong ze samen met Scherr het van Richard & Linda Thompson geleende ‘Night Comes In’, dat van episch gitaarwerk werd voorzien. Tot slot blies Kinney het spinrag van ‘Underground Umbrella’, een zestien jaar oude song van zijn band Drivin ‘N’ Cryin, die ook nu nog altijd indringend klonk.
Aanvankelijk deed het concert, voor een zittend publiek, iets te beschaafd aan, maar naarmate de avond vorderde zorgden The Golden Palominos alsnog voor muzikaal vuurwerk. Hopelijk laat die nieuwe cd dus niet al te lang meer op zich wachten.
Dirk Steenhaut
DE SETLIST: A Good Country Mile / Smile / Magpie / Southwestern State / Set in Stone / Sugar / Hit & Run / Judy G / Never Gonna Change / Gotta Move On / Thief / Saturday / Black Sheep / Bird // Going to California / Night Comes in / Underground Umbrella.
Fout opgemerkt of meer nieuws? Meld het hier