The Dream Syndicate @ Het Depot: Een Wynn-Wynnsituatie

Vorig jaar was het precies dertig jaar geleden dat The Dream Syndicate debuteerde met ‘The Days of Wine and Roses’. Om dat te vieren floot voorman Steve Wynn zijn vroegere makkers weer bij elkaar. In Leuven leidde dat alvast tot een verschroeiend intens gitaarrockconcert.

DA GIG: The Dream Syndicate in Het Depot, Leuven op 23/5.

IN EEN ZIN: Een opwindende show van een band die op het scherp van de snee speelde en uitsluitend topsongs opdiepte: we zien er nog altijd sterretjes van.

HOOGTEPUNTEN: teveel om op te noemen.

DIEPTEPUNTEN: waren er niet. Al hadden we, op zich goeie, songs als ‘Forest For The Trees’ en ‘Until Lately’ graag geruild voor ‘Burn’ en ‘The Medicine Show’. Ondankbare honden die we zijn.

BESTE QUOTE van Steve Wynn: “At 22 I gave up my hearing for The Dream Syndicate. But who needs ears with a band like this?

“I’ve got a page one story buried in my yard / I’ve got a troubled mind”: het zijn de openingsregels van ‘The Medicine Show’ en een prima voorbeeld van Steve Wynns kwaliteiten als songwriter. Net als Jim Thompson of Raymond Chandler, schrijvers die hem hem hebben beïnvloed, kent hij de kracht van het mysterie en weet hij veel te suggereren met weinig woorden. Zijn songs zijn bovendien zo beeldend dat men hem weleens “een cineast met een gitaar” heeft genoemd. Inmiddels heeft Wynn al vijftien solo-cd’s uit, maar zijn eerste stappen zette hij tussen 1981 en ’89 met The Dream Syndicate, een gitaarband die werd geassocieerd met de ‘Paisley Underground’, een beweging in L.A. waar destijds ook Green On Red, True West en The Rain Parade deel van uitmaakten.

Geen van die bands klonk echter zo energiek en zo scherp op de snee als The Dream Syndicate. De muziek van het kwartet hield het midden tussen die van The Velvet Underground en Crazy Horse, maar bevatte net zo goed verwijzingen naar Dylan, punk, psychedelische pop en sixties garagerock. Bovendien schrokken Steve Wynn & Co er niet voor terug de volumeknop wijdopen te draaien. Ondergetekende mocht tijdens de jaren tachtig al enkele onvergetelijke concerten van de groep meemaken en zag dus reikhalzend uit naar haar reunietoernee die dit keer in Leuven halt zou houden. En yep, het werd alweer een voltreffer van je welste, waarmee de Californiërs bewezen dat hun songs de tand des tijds moeiteloos hebben doorstaan.

Scherp

De die-hards onder ons vragen zich ongetwijfeld af of je wel van een ‘herenigde’ Dream Syndicate kunt spreken, als de oorspronkelijke gitaristen, Karl Precoda en, later, Paul B. Cutler uitblinken door afwezigheid. Zanger Steve Wynn en drummer Dennis Duck waren de enige muzikanten op het podium die ooit het hele traject hadden uitgereden. Bassist Mark Walton vervoegde het gezelschap pas vanaf zijn derde plaat en leadgitarist Jason Victor mag dan al jaren actief zijn bij Wynns huidige band The Miracle 3, een lidkaart van de Dromenvakbond heeft hij nooit op zak gehad. Maar goed, de nummers op de setlist waren allemaal van The Dream Syndicate en zo klónken ze ook. Niet gekniesd, dus.

Vooraf was aangekondigd dat de heren hun legendarische debuut-lp ‘The Days of Wine and Roses’ integraal zouden spelen en zo geschiedde. Maar eerst kreeg het publiek, bij wijze van aperitief, 45 minuten lang klassiekers uit hun andere platen (‘The Medicine Show’, ‘Out of the Grey’ en ‘Ghost Stories’) geserveerd.

De eerste noten van Blind Lemon Jeffersons ‘See That My Grave is Kept Clean’ namen meteen al onze twijfels weg: The Dream Syndicate stond scherp. Het incestverhaal ‘Daddy’s Girl’, het epische ‘Bullet With My Name On It’ en het knagende ‘Now I Ride Alone’ kenden zelfs een opwindingsgraad die bij rockbands van vandaag uiterst zeldzaam is geworden.

Jason Victor toonde zich een uiterst expressieve en veelzijdige gitarist die zonder schaamte de voetsporen van zijn voorgangers mocht drukken: hij deed zijn instrument knarsen, piepen en gezwind uit de bocht vliegen. ’50 In A 25 Zone’, dat twijfelde tussen funk en blues, leunde dan weer op een zware basgroove.

De lucht in Het Depot was zwanger van de elektriciteit. Zo dreef The Dream Syndicate de spanning op door valse eindes in te bouwen. In ‘Boston’, een hommage aan Van Morrison waarin Wynn een stukje a capella zong, hield de groep zich duidelijk in, om daarna met nog meer effect uit haar krammen te schieten. De tweede helft van de set was voorbehouden aan ‘The Days of Wine and Roses’, met gemak één van de beste gitaarrockplaten aller tijden. De nummers werden in de vertrouwde volgorde uitgevoerd, al voelde je wel dat ze in de voorbije decennia echt hadden geleefd. ‘Tell Me When It’s Over’ werd dit keer bijvoorbeeld ingeleid door een even bezwerende als psychedelische intro en ‘That’s What You Always Say’ straalde een haast ondraaglijke spanning uit.

Feedback

“Dennis, d’ya wanna play some punkrock?”, vroeg Steve Wynn aan zijn drummer voor hij een explosief, naar Black Flag verwijzend ‘Then She Remembers’ inzette. Net als het nerveuze ‘Definitely Clean’ klonk het rammelend en rafelig, zoals het echte rock-‘n-roll betaamt. Tijdens het withete ‘Halloween’ perste de zanger een bevlogen, oriëntaals aandoende solo uit de snaren, terwijl Victor zich in ‘When You Smile’ vooral opwierp als een meester van de feedback. Wynn kondigde zijn eigen ‘Too Little Too Late’ aan als een cover, omdat het op de lp oorspronkelijk werd gezongen door bassiste Kendra Smith, maar zijn laconieke voordracht werkte net zo goed. Bovendien contrasteerde ze hevig met de verpletterende adrenalinerush van ‘The Days of Wine and Roses’, waarmee het concert officieel werd afgerond.

De eerste toegift, ‘John Coltrane Stereo Blues’, was hét alibi voor een uitgesponnen jam die al even bezwerend klonk als The Doors in hun beste dagen en waarin Wynn en Victor wild tegen elkaar op soleerden. Net als hun helden van Television speelden ze prikkeldraadrock met een free-jazzattitude, iets wat de Coltrane uit de titel beslist zou hebben geapprecieerd.

De tweede bisronde stond in het teken van het beheerste ‘When the Curtain Falls’ en de omineuze Southern Gothic van ‘Merrittville’, door Steve Wynn ooit omschreven als “het boek Job, in acht minuten samengevat”. Toegegeven, de zanger, 53 intussen, was niet altijd even goed bij stem, maar de band liet tijdens zijn glorieuze, twee uur durende show nauwelijks steken vallen en de songkeuze was nagenoeg perfect.

The Dream Syndicate kon nog eens bewijzen hoe gitaarrock werkelijk gespeeld dient te worden om gensters te slaan (check this out, Deerhunter!), en zelf kregen we één van de beste concerten die we de jongste maanden hadden meegemaakt. Specialisten spreken in zo’n geval van een Wynn-Wynnsituatie

Dirk Steenhaut

DE SETLIST: See That My Grave Is Kept Clean / Daddy’s Girl / Forest For The Trees / Bullet With My Name On It / 50 In A 25 Zone / Now I Ride Alone / Boston / Tell Me When It’s Over / Definitely Clean / That’s What You Always Say / Then She Remembers/ Halloween / When You Smile / Until Lately / Too Little Too Late / The Days Of/ Wine And Roses // John Coltrane Stereo Blues // When The Curtain Falls / Merrittville.

Fout opgemerkt of meer nieuws? Meld het hier

Partner Content