Silver Junkie @ Bozar Studio

Hij heeft er lang over gedaan om zijn langspeeldebuut in de winkels te krijgen en moest er zelfs een eigen label voor oprichten, maar vandaag is ‘Streets & Boulevards…’ van Silver Junkie eindelijk een feit. De plaat werd zelfs voorgesteld in een theaterzaaltje van een heuse cultuurtempel.

DA GIG: Silver Junkie in Bozar Studio, Brussel op 3/2.

IN EEN ZIN: Silver Junkie liet zich omringen door louter topmuzikanten en etaleerde een warme, rijke sound vol exotische invloeden, maar liet af en toe nog wat steken vallen en kan ook een bijscholingscursus Engels goed gebruiken.

HOOGTEPUNTEN: ‘Ophelia’, ‘Maria’ en ‘Better Days’.

DIEPTEPUNTEN: ‘A Thousand Words’ en ‘My Own’.

BESTE QUOTE van Tino Biddeloo, terwijl hij trots met een exemplaar van zijn cd zwaaide: “Ik zal het vandaag niet hebben over de lange dracht. Ik ben al blij dat ik jullie vanavond eindelijk mijn baby kan tonen.”

Eigenlijk was Bozar niet eens zo’n vreemde locatie voor een concert van Silver Junkie, want zowat alles wat zanger, songschrijver en multi-instrumentalist Tino Biddeloo aanraakt, heeft iets met kunst te maken. Zelfs de muzikanten door wie hij zich op het podium laat bijstaan, ogen als gecultiveerde types die wel eens een boek lezen of een tentoonstelling bezoeken. Op een groot projectiescherm dat tijdens het concert als backdrop fungeerde, werden schilderijen van Gitte Le Bruyn getoond, terwijl in de songs veelvuldig werd verwezen naar film, fotografie en literatuur.

In weerwil van de groepsnaam heeft Silver Junkie weinig met seks, drugs of rock-‘n-roll te maken. De muziek van het gezelschap zwalkt veeleer tussen die van Tindersticks en Calexico: ze klinkt statig en melancholisch, maar wordt bevrucht door klanken uit de vier windstreken. Jazz en blues mogen dan al de hoekstenen van de voornamelijk akoestische Junkiesound vormen, tegelijk goochelt Biddeloo met ingrediënten uit fado, flamenco, tango en chanson. Dat resulteert in een warme, aangename stijl die er, tussen de Triggerfingers en Stromaes van deze wereld, meteen uitspringt. De zanger en ‘regisseur’ van de band weet drommels goed wat hij wil, schrikt er niet voor terug tegen de stroom op te roeien en vertikt het concessies te doen met het oog op airplay of platenverkoop, een houding die absoluut navolging verdient.

De jongste jaren speelde Silver Junkie in uiteenlopende line-ups, van duo tot septet, maar in Brussel werd Tino Biddeloo geruggensteund door vier topmuzikanten die zijn werk prima aanvoelden. Paul Pollman was in de weer op gitaar, piano, bandoneon en dwarsfluit, Nicola Lancerotti plukte aan een contrabas en de Amerikaan Nik Phelps, een ex-handlanger van Tom Waits en Frank Zappa, toonde zich een meester op diverse toeters. Maar het geheime wapen van de groep was de immer inventieve percussioniste Karen Willems (zie ook Yuko en Zita Swoon) die, rechtopstaand achter haar trommels en cymbalen, haar hele lichaam gracieus in de strijd gooide en geen ritme aangaf maar gewoon ritme wérd. Centraal stond uiteraard zanger Biddeloo zelf, die afwisselend de gitaar en piano beroerde, alle touwtjes strak in handen hield en zich nu en dan vocaal liet assisteren door Elise Caluwaerts en Lilith de Bruxelles.

Openingsnummer ‘Ophelia’ klonk tegelijk verstild en majestueus en ook het broeierige, met expressieve slide versierde ‘Maria’, overtuigde meteen. Net zoals ‘Better Days’, dat knipoogde naar de jonge Tom Waits, gedrenkt was in Slavische weemoed en voorzien werd van heerlijk rammelende ketelpercussie. ‘Herd of Clouds’ had dan weer iets van jazzy kamermuziek. De interventies van Willems maakten bijna iedere song tot een belevenis en ook Phelps klonk altijd trefzeker. In het ingetogen ‘Perfume’ herinnerden zijn trompetfrazen bijvoorbeeld aan Chet Baker, op andere momenten leek hij de geest van Miles Davis wakker te blazen.

Hoewel de meeste composities smaakvol en evenwichtig werden uitgevoerd, liet de groep soms steken vallen: ‘A Thousand Words’, een teder liefdesliedje dat er alle baat bij had klein en sober te worden gebracht, ging gebukt aan een overdaad aan (irrelevante) instrumentale lagen en het bluesy ‘My Own’, uit de oudere ep ‘Midtown Walk’, werd zo braaf en ingehouden vertolkt dat we prompt visioenen kregen van een wolf met een kunstgebit. Ook de geluidsmix liet soms te wensen over, waardoor Biddeloo’s stem soms dreigde te verdrinken in het geheel. Maar dé factor die niveau van Silver Junkie naar beneden haalde, was de verbale: aan de meeste teksten van de groep valt nauwelijks een touw vast te knopen omdat ze in een schabouwelijk, ongrammaticaal Engels worden gezongen. Of snapt u soms wat bedoeld wordt met zinsneden als “Into the curve of life I go in” of “There will be no more secrets but you’ll hail my friend”? En wanneer Biddeloo “I’ll be your strong wind” zingt, kunnen we alleen maar hopen dat hij het niet over flatulentie heeft.

Begrijp ons niet verkeerd: Silver Junkie bulkt van het talent en is een aanwinst voor de vaderlandse scene. Met de hulp van een goede taalcoach zou de groep het dus best nog ver kunnen schoppen.

Dirk Steenhaut

DE SETLIST: Ophelia / A Thousand Words / Maria / Better Days / Herd of Clouds / Aimelee / Berlin / Perfume / My Own / Sweet & Divine // Days Without Endings / Lovebird

Fout opgemerkt of meer nieuws? Meld het hier

Partner Content