Sergent Garcia, de groep rond de Franse zanger Bruno Garcia, stond dit jaar al voor de vierde keer op Couleur Café en mocht zijn optreden dus als een thuiswedstrijd beschouwen. De aanleiding van zijn komst was het pas verschenen ‘Contre vents et marées’, een plaat die alweer in het teken staat van hatelijk meeslepende ‘música mestiza’.
Zijn sound staat bekend als salsamuffin’, een mix van Latijns-Amerikaanse, Afrikaanse, Europese en Caraibische klanken waar je met een gerust gemoed iedere dansvloer mee kunt aanvegen. Sergent Garcia ontleent zijn naam aan de anti-held uit de televisieserie ‘Zorro’, een soort Sancho Panza die als man van het volk veel geloofwaardiger en kleurrijker is dan de aristocratische hoofdfiguur.
Het gezelschap speelt dan ook muziek van de straat: een kruidig mengsel van Cubaanse salsa, Jamaïcaanse reggae en dancehall, Puertoricaanse bomba en plena, Colombiaanse cumbia en nog tal van andere stijlen. Dat doet het, niet toevallig, met de energie van een punkband. Tijdens de jaren tachtig vormde Bruno Garcia, de man met de rode bandana, immers de spil van het behoorlijk luidruchtige Ludwig von 88.
Op Couleur Café gaf de ‘musique metisse’ van de groep, aangezwengeld door hitsige blazers, een circulaire salsapiano, accordeon en veel percussie, aanleiding tot een warmbloedige fiesta. Naast oude publieksfavorieten schudde Sergent Garcia ook enkele nieuwe nummers uit zijn mouw, waaronder een stuiterend ‘C’est la vie’. ‘Lagrimas negras’, een klassieke bolero van het Trio Matamoros, een Cubaanse trovagroep die legendarisch werd tijdens de eerste helft van de twintigste eeuw, werd dan weer op een forse reggaebeat geplant.
Naar het einde toe vuurde de tegenwoordig in Valencia gelegerde Sergeant ook nog een onweerstaanbare portie latin ska op. En voor hij ‘Geeft acht’ kon zeggen, zette de massa in de universiteit nog een laatste keer eensgezind zijn feestneus op.
Fout opgemerkt of meer nieuws? Meld het hier